ECLI:NL:RBUTR:2007:BA0010
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.J. Schepen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verlof tot conservatoir beslag op runderen van verzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 16 januari 2007 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een verzoeker die conservatoir beslag wilde leggen op runderen die in beslag waren genomen door de Staat der Nederlanden, Ministerie van Justitie. De runderen waren in beslag genomen op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en bevonden zich onder bewaring van een derde partij, Kassing-De Raaphof B.V. De verzoeker stelde dat het strafvorderlijk beslag niet in stand kon blijven en dat teruggave van de dieren voorzienbaar was. Hij vreesde dat de dieren verkocht of afgemaakt zouden worden door het openbaar ministerie en vroeg daarom om verlof tot het leggen van conservatoir beslag.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat het gevraagde verlof in strijd is met het wettelijk systeem van zowel het strafvorderlijk als het conservatoir beslag. De rechter merkte op dat het openbaar ministerie geen voorafgaande rechterlijke machtiging nodig heeft om over in beslag genomen voorwerpen te vervreemden, en dat een civielrechtelijk beslag niet mogelijk is zolang het strafvorderlijk beslag van kracht is. De rechter benadrukte dat de beslissing over teruggave van in beslag genomen voorwerpen voorbehouden is aan de strafrechter en dat een vordering bij de burgerlijke rechter tot teruggave niet ontvankelijk is.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag afgewezen, omdat dit de zelfstandige bevoegdheid van het openbaar ministerie zou doorkruisen en de bewaring van de in beslag genomen voorwerpen zou verlengen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. H.J. Schepen.