2.3 Het Reglement Rechtspleging N.P.O., Deel Tuchtrecht, bepaalt - voor zover relevant - het volgende:
"Artikel T1
1. Tot de competentie van de Colleges en het Beroepscollege behoort toepassing van het tuchtrecht op Leden N.P.O. die beschuldigd zijn van feiten waartegen tuchtrechtelijke maatregelen kunnen worden genomen.
2. Feiten die tuchtrechtelijke maatregelen kunnen opleveren zijn:
a. in het algemeen handelingen en gedragingen die de belangen van de N.P.O. en/of Leden N.P.O. schaden, en van derden zoals zusterorganisaties in het buitenland die de belangen van de duivensport binnen haar grenzen behartigen;
b. het handelen of nalaten in strijd met Statuten en reglementen N.P.O.;
c. het plegen en/of doen plegen van laakbare feiten ten aanzien van de zuiverheid van de wedvluchten en/of op bestuurlijk en organisatorisch terrein;
d. het al dan niet opzettelijk verwaarlozen en/of verzaken van opgedragen taken en verplichtingen binnen of buiten het bestuurlijke vlak;
e. fraude of poging daartoe;
f. weigering van of nalatigheid in de afgifte van onder beheer zijnde gelden, stukken en bescheiden, nadat de afgifte door een daartoe bevoegde instantie schriftelijk is gevraagd. Bevoegd is die instantie of persoon aan wie de beschuldigde reglementair verantwoording verschuldigd is.
Artikel T2
De beschuldiging, naar aanleiding waarvan de beschuldigde wordt gehoord, kan, wanneer deze aanvulling of wijziging behoeft, tot aanvang van de zitting worden gewijzigd.
Artikel T3
Indien het College of het Beroepscollege de beschuldiging bewezen acht, kan tegen de beschuldigde een tuchtrechtelijke maatregel worden genomen.
Artikel T4
1. De navolgende tuchtrechtelijke maatregelen of combinaties ervan kunnen door de Colleges en het Beroepscollege worden genomen:
a. berisping;
b. betaling proceskosten;
c. betaling kosten, ontstaan bij het met wettige middelen terug verkrijgen van de goederen, zoals omschreven in artikel T1 lid 2 onder e van dit reglement;
d. geldboete, die ten goede komt aan Fonds Rechtspleging;
e. uitsluiting of beperking van één of meer rechten, zoals omschreven in artikel T6 van dit reglement;
f. ontzetting uit het lidmaatschap;
g. uitzetting uit functie(s);
h. de onder d en e omschreven tuchtrechtelijke maatregelen kunnen geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk worden opgelegd; daarbij worden voorwaarden en proeftijd vermeld.
2. De in dit artikel genoemde geldboetes zullen niet meer bedragen dan 1000 euro.
3. Bij het opleggen van uitsluiting of beperking van rechten als bedoeld in dit artikel lid 1 onder e, g en h en in artikel 6 worden de hierna volgende maxima gehanteerd:
a. maximaal 15 jaar kan worden opgelegd in geval van fraude;
b. maximaal 10 jaar kan worden opgelegd in geval van medeplichtigheid bij fraude;
c. maximaal 10 jaar kan worden opgelegd in geval van poging tot fraude;
d. maximaal 10 jaar kan worden opgelegd in geval van het al dan niet opzettelijk verzaken van opgedragen taken en verplichtingen binnen of buiten het bestuurlijke vlak;
e. maximaal 10 jaar kan worden opgelegd in geval van weigering of nalatigheid bij de afgifte van onder zijn beheer zijnde gelden, stukken en bescheiden, nadat de afgifte door een daartoe bevoegde instantie schriftelijk is gevraagd;
f. maximaal 10 jaar kan worden opgelegd in geval van handelingen en gedragingen die ertoe hebben geleid dat de belangen van de N.P.O., de Afdeling(en), de Basisvereniging(en) en haar individuele leden zouden kunnen zijn geschaad;
g. maximaal 3 jaar kan worden opgelegd in geval van belediging en/of wangedrag;
h. maximaal 10 jaar kan worden opgelegd in geval van "oneigenlijk gebruik van substanties bij postduiven";
i. maximaal 10 jaar kan worden opgelegd in geval van "weigeren medewerking te verlenen aan controle op oneigenlijk gebruik van substanties bij postduiven".
(...)
Artikel T5
Geen andere tuchtrechtelijke maatregelen kunnen worden genomen dan die in artikel T4 van dit reglement zijn omschreven.
Artikel T6
Uitsluiting of beperking van rechten heeft betrekking op:
a. verbod tot de deelneming aan wedvluchten, tentoonstellingen en verzendingen;
(...)"