ECLI:NL:RBUTR:2007:BA6570
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.R. Krol
- E.F. Bueno
- G.V.M. Veldhoen
- Rechtspraak.nl
Bevel tot beperking van het recht van vrij verkeer tussen raadsman en verdachte opgeheven
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 29 mei 2007 uitspraak gedaan over een bevel van de officier van justitie dat het vrije verkeer tussen de verdachte, [verdachte A], en zijn raadsman, [raadsman A], beperkte. Dit bevel was gebaseerd op een verklaring van getuige [getuige], die op 22 mei 2007 had verklaard dat hij had gehoord dat [verdachte X] stukken had ingelezen bij de advocaat van [verdachte A]. De officier van justitie had op 23 mei 2007 bevolen dat de raadsman en zijn kantoorgenoten geen toegang tot de verdachte zouden hebben en dat gewisselde brieven niet zouden worden uitgereikt. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden tot 29 mei 2007 om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen zijn bevel nader te onderbouwen. Tijdens de zitting op 29 mei 2007 heeft de officier van justitie echter verklaard dat hij in het belang van het onderzoek geen nadere feitelijkheden kon verstrekken. De rechtbank heeft vervolgens de vraag beantwoord of de uitlatingen van [getuige] een ernstig vermoeden opleverden dat het vrije verkeer tussen raadsman en verdachte misbruikt zou worden. De rechtbank oordeelde dat de enkele uitlating van [getuige] onvoldoende was om een ernstig vermoeden te staven en dat er geen rechtvaardiging was voor de inbreuk op het recht van vrij verkeer. Daarom heeft de rechtbank het bevel opgeheven.