ECLI:NL:RBUTR:2007:BA7982
Rechtbank Utrecht
- Verzet
- A.J. Scheijde
- A. Heijboer
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen kennelijke niet-ontvankelijkverklaring van beroep in bestuursrechtelijke belastingzaak
In deze zaak gaat het om een verzet dat is ingediend door opposante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank te Amsterdam, waarin haar beroep tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Diemen kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank te Amsterdam had geoordeeld dat opposante niet tijdig beroep had ingesteld en dat er geen omstandigheden waren die haar verzuim konden rechtvaardigen. Opposante heeft echter verzet aangetekend, waarin zij stelt dat de verzending van haar beroepschrift op 19 juli 2005 naar de rechtbank te Amsterdam is mislukt door een defect aan het faxapparaat van die rechtbank. De rechtbank te Amsterdam heeft het verzet ongegrond verklaard, waarna opposante in cassatie is gegaan bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de zaak verwezen naar de rechtbank te Utrecht voor verdere behandeling.
De rechtbank te Utrecht heeft in deze uitspraak opnieuw het verzetschrift van opposante beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat er voldoende aanleiding is voor nader onderzoek naar de gang van zaken rondom de verzending van het beroepschrift. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende grond was voor de eerdere kennelijke niet-ontvankelijkverklaring van het beroep van opposante. De rechtbank verklaart het verzet gegrond en besluit het onderzoek voort te zetten in de stand waarin het zich bevond. De rechtbank wijst er echter op dat de gegrondverklaring van het verzet niet automatisch leidt tot een ontvankelijkverklaring van het beroep.