ECLI:NL:RBUTR:2007:BB0507
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kostenverhaal door gemeente bij uitoefening van publieke taak en de juridische implicaties
In deze zaak, die voor de Rechtbank Utrecht is behandeld, betreft het een geschil tussen de gemeente Rhenen en een gedaagde partij over de kosten die de gemeente heeft gemaakt in het kader van de uitoefening van haar publieke taak. De rechtbank heeft in een eerder vonnis van 22 november 2006 overwogen dat de vordering van de gemeente moet worden afgewezen wegens de nietigheid van de overeenkomst tussen partijen. De gemeente had kosten verhaald die zij had gemaakt bij de uitoefening van haar publieke taak, maar er bleek geen wettelijke grondslag te zijn voor het verhalen van deze kosten op de burger. De gemeente heeft in een akte aangevoerd dat de rechtbank haar eerdere oordeel onjuist had geformuleerd en dat de jurisprudentie van de Hoge Raad in deze zaak niet van toepassing zou zijn. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gemeente bij de wijziging van het bestemmingsplan handelt ter uitoefening van haar publieke taak, en dat het verhaal van kosten die voortvloeien uit deze taak alleen mogelijk is als de wet dit voorziet. Aangezien er geen wettelijke basis was voor de overeenkomst tot kostenverhaal, heeft de rechtbank de vordering van de gemeente afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een wettelijke grondslag voor kostenverhaal door gemeenten en de bescherming van de rechtspositie van burgers in dergelijke gevallen.