ECLI:NL:RBUTR:2007:BB1260
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van AEGON BANK N.V. voor onrechtmatige daad in aandelenleaseovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 4 juli 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres en AEGON BANK N.V. De procedure volgde op een eerder tussenvonnis van 10 januari 2007, waarin eiseres was toegelaten tot het bewijs dat Spaarbeleg, een onderdeel van AEGON, in een telefoongesprek had gegarandeerd dat zij haar inleg aan het einde van de looptijd van de overeenkomst zou terugkrijgen. Eiseres heeft verklaard dat zij na het ontvangen van een folder van Spaarbeleg contact heeft opgenomen en daarin de garantie kreeg dat haar inleg zou worden terugbetaald. Echter, de rechtbank oordeelde dat eiseres niet in haar bewijs is geslaagd, aangezien er geen ander bewijs was dan haar eigen verklaring. De rechtbank verwees naar artikel 164, lid 2, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat stelt dat een verklaring van een partijgetuige geen bewijs in diens voordeel kan opleveren, tenzij het ter aanvulling van onvolledig bewijs is.
De rechtbank oordeelde dat Spaarbeleg aansprakelijk was voor de schade die eiseres had geleden als gevolg van de onrechtmatige daad, omdat zij niet had voldaan aan haar zorgplicht. Eiseres vorderde een bedrag van EUR 4.038,82, maar de rechtbank ging uit van een lager bedrag dat door Spaarbeleg was genoemd, en kende haar EUR 1.791,32 toe. Daarnaast werden buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar gematigd tot EUR 268,70. De proceskosten aan de zijde van eiseres werden begroot op EUR 2.249,63. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.A.T. van Rens.