ECLI:NL:RBUTR:2007:BB3458
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. J.J.A.G. van der Bruggen
- mr. drs. R. in 't Veld
- Rechtspraak.nl
Herregistratie van een huisarts en de eisen voor onderlinge waarneemregelingen
In deze zaak heeft eiseres, een huisarts, beroep ingesteld tegen het besluit van de Registratie Commissie van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (HVRC) van 2 februari 2007, waarbij haar bezwaar tegen een eerder besluit van 7 juli 2006 ongegrond werd verklaard. Dit eerdere besluit had de registratie van eiseres als huisarts verlengd met een jaar tot 1 april 2007, onder de voorwaarde dat zij deelneemt aan een onderlinge waarneemregeling. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 7 september 2007, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar advocaat, mr. A.C.H. Jansen. De verweerder werd vertegenwoordigd door mr. O.L. Nunes en twee medewerkers van de HVRC.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sinds 1976 is ingeschreven als huisarts en dat haar registratie periodiek is verlengd. Eiseres heeft in 2004 een verzoek tot herregistratie ingediend, maar de HVRC heeft haar registratie telkens beperkt tot een jaar, omdat zij niet voldeed aan de eis van deelname aan een onderlinge waarneemregeling. Eiseres betoogde dat de beoordeling van haar herregistratie moet plaatsvinden op basis van de regelgeving die gold in de referteperiode van 1 april 2001 tot 1 april 2006, waarin de eis van een onderlinge waarneemregeling nog niet was opgenomen.
De rechtbank oordeelde dat de beoordeling van de deelname aan een onderlinge waarneemregeling moet plaatsvinden op de datum waarop de registratie expireert. De rechtbank concludeerde dat de door eiseres voorgestelde waarnemingsregelingen niet voldoen aan de eisen die in het belang van de continuïteit van de zorg zijn gesteld. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, omdat zij niet aan de vereisten voor herregistratie voldeed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 september 2007.