ECLI:NL:RBUTR:2007:BB4896
Rechtbank Utrecht
- Kort geding
- H.J. Schepen
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis inzake deelname aan kansspelen en sportprijsvragen door buitenlandse vennootschappen
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de stichting De Nationale Sporttotalisator (hierna: 'De Lotto') een vordering ingesteld tegen verschillende buitenlandse vennootschappen, waaronder Unibet International Ltd, Unibet Group PLC en Unibet Antigua Ltd, die kansspelen en sportprijsvragen in Nederland aanbieden. De Lotto stelt dat deze vennootschappen onrechtmatig handelen door hun activiteiten in Nederland zonder de benodigde vergunningen. De procedure is gestart met dagvaardingen op 18 juli 2007, gevolgd door een mondelinge behandeling op 9 augustus 2007.
De rechtbank heeft allereerst de rechtsmacht van de Nederlandse rechter beoordeeld. Geconcludeerd werd dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van de EEX-verordening en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan. Vervolgens werd de vraag behandeld of verstek verleend kon worden aan de gedaagden, die niet verschenen waren. De rechtbank oordeelde dat De Lotto niet de juiste dagvaardingstermijnen in acht had genomen, wat leidde tot de conclusie dat de dagvaarding aan een gebrek lijdt dat nietigheid meebrengt.
De voorzieningenrechter heeft besloten om geen verstek te verlenen, maar heeft De Lotto in de gelegenheid gesteld om de gedaagden opnieuw op te roepen voor een mondelinge behandeling op 27 september 2007. De Lotto moet de gedaagden met inachtneming van de juiste termijn van vier weken oproepen, vergezeld van de benodigde documenten. De beslissing over de vordering van De Lotto is aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is beslist en verdere stappen nodig zijn om de gedaagden correct te dagvaarden.