ECLI:NL:RBUTR:2007:BB6507

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
24 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
229869/ HA ZA 07-828
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. van Delft-Baas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betekening van dagvaarding aan gedaagde met onbekende woonplaats

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 24 oktober 2007, betreft het de betekening van een dagvaarding aan een gedaagde die geen bekende woon- of verblijfplaats heeft. Eiseres, CHECKPOINT CONSULTANCY B.V., heeft de dagvaarding betekend op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 54 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dit artikel staat alleen de betekening op deze wijze toe als na onderzoek is vastgesteld dat de gedaagde geen bekende woon- of verblijfplaats heeft. De rechtbank heeft echter geconstateerd dat er ernstige twijfels bestaan over de juistheid van deze betekening. Uit de overgelegde stukken blijkt dat eiseres ten tijde van de betekening op de hoogte was van een woonplaats van de gedaagde in de Verenigde Staten, wat de vraag oproept waarom de betekening daar niet heeft plaatsgevonden.

De rechtbank heeft eiseres de gelegenheid gegeven om zich bij akte uit te laten over de vraag of zij onderzoek heeft gedaan naar de woon- en verblijfplaats van de gedaagde voordat zij tot betekening van de dagvaarding is overgegaan. Tevens dient eiseres te verklaren waarom betekening aan de woonplaats in de Verenigde Staten of aan het adres van de raadsman van de gedaagde niet mogelijk was. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling en zal op 7 november 2007 opnieuw op de rol komen voor het nemen van een akte door eiseres.

De beslissing van de rechtbank is nog niet definitief, aangezien de verdere beoordeling van de zaak afhankelijk is van de informatie die eiseres zal verstrekken. Dit vonnis benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij de betekening van dagvaardingen, vooral in gevallen waar de woonplaats van de gedaagde onbekend is.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 229869 / HA ZA 07-828
Vonnis van 24 oktober 2007
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHECKPOINT CONSULTANCY B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
procureur mr. J. van Ravenhorst,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland of daarbuiten,
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. De onderhavige dagvaarding is aan gedaagde betekend op de wijze die is voorgeschreven in artikel 54 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) voor gedaagden met een onbekende woon- of verblijfplaats binnen of buiten Nederland. Deze betekeningswijze mag alleen worden toegepast, indien na onderzoek door of namens de dagvaardende partij moet worden vastgesteld dat gedaagde geen bekende woon- of verblijfplaats binnen of buiten Nederland heeft. Indien uit een dergelijk onderzoek een woon- of verblijfplaats van gedaagde zou zijn gebleken, maar is nagelaten dit onderzoek te verrichten is geen sprake van een “onbekende woonplaats” in de zin van artikel 54 Rv en is de dagvaarding vanwege een onjuiste wijze van betekening in beginsel nietig.
2.2. In de dagvaarding is niets gesteld over het verrichten van een onderzoek in vorenbedoelde zin. Op basis van de overgelegde stukken rijst bij de rechtbank een ernstig vermoeden dat eiseres ten tijde van de betekening van de onderhavige dagvaarding wel degelijk beschikte over een bekende woon-of verblijfplaats van gedaagde. Uit het als productie 11 overgelegde beslagrekest d.d. 23 maart 2007 blijkt immers dat eiseres ten tijde van het indienen van dat rekest bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank bekend was met een woonplaats van gedaagde in de Verenigde Staten van Amerika (Salem, New York). Uit de eveneens als productie 11 overgelegde reactie van mr. F.B.M. Groos, advocaat te Haarlem, van 29 maart 2007 op dit beslagrekest (dat tevens aan de raadsman van eiseres is verzonden) blijkt voorts dat eiseres op dat moment bekend was met het feit dat gedaagde was voorzien van rechtsbijstand van een in Nederland gevestigde advocaat.
In de dagvaarding is niet aangegeven waarom betekening van het onderhavige exploot van dagvaarding aan de hiervoor bedoelde woonplaats in de Verenigde Staten of aan het adres van de raadsman van gedaagde niet mogelijk was.
2.3. Niet kan worden uitgesloten dat eiseres het onder 2.1 bedoelde onderzoek heeft verricht en een goede grond had om het exploot van dagvaarding niet aan de laatst bekende woonplaats van gedaagde in de Verenigde Staten of aan het adres van de raadsman van gedaagde te betekenen, en dat eiseres slechts heeft verzuimd van het onderzoek en de inhoud daarvan melding te maken in de dagvaarding. Indien dat het geval is, kan niet worden geoordeeld dat het exploot van dagvaarding lijdt aan een gebrek dat nietigheid meebrengt.
2.4. De rechtbank zal eiseres dan ook de gelegenheid geven zich bij akte uit te laten over het antwoord op de vraag:
- of eiseres onderzoek heeft gedaan of laten doen naar de woon- en verblijfplaats van gedaagde voordat zij tot betekening van het onderhavige exploot van dagvaarding is overgegaan;
- zo ja, waaruit dat onderzoek heeft bestaan, en
- waarom betekening van de onderhavige dagvaarding aan de woonplaats van gedaagde in de Verenigde Staten van Amerika of aan het adres van de raadsman van gedaagde niet mogelijk was.
2.5. De beslissing zal voor het overige worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 7 november 2007 voor het nemen van een akte door eiseres over hetgeen is vermeld onder 2.4,
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Delft-Baas en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2007.
w.g. griffier w.g. rechter