Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Woongebieden en recreatieterreinen” (hierna: het bestemmingsplan) heeft het perceel de bestemming “Recreatieve doeleinden I”. Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onder n, van de planvoorschriften wordt in deze voorschriften verstaan onder recreatiewoning: een permanent ter plaatse aanwezig gebouw dat uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor recreatief verblijf door personen die hun hoofdverblijf elders hebben; hieronder worden tevens trekkershutten begrepen.
Ingevolge artikel 1, aanhef en onder o, van de planvoorschriften wordt in deze voorschriften onder toeristisch kampeermiddel verstaan: een onderkomen zoals een tent, tentwagen, een kampeerauto, een caravan, met uitzondering van een stacaravan of enig ander (gedeelte van een) (voormalig) voertuig dat periodiek dient als woning voor recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben en waarvoor geen bouwvergunning ingevolge de Woningwet is vereist;
Ingevolge artikel 1, aanhef en onder p, van de planvoorschriften wordt in deze voorschriften onder stacaravan verstaan: een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat periodiek dient als woning voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en mede gelet op de afmetingen kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als aanhangsel van een auto te worden voorbewogen.
Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onder e, van de planvoorschriften wordt in deze voorschriften onder bouwwerk verstaan: elke constructie van enige omvang van hout, steen metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onder i, van de planvoorschriften wordt in deze voorschriften onder gebouw verstaan: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onder u, van de planvoorschriften wordt in deze voorschriften onder onderkomen verstaan: een voor verblijf geschikt – al of niet aan zijn bestemming onttrokken –voer- vaar- of vliegtuig, ark, caravan of livingvan, voor zover deze niet als bouwwerk is aan te merken alsook een tent.
Ingevolge de doeleindenomschrijving in artikel 7, eerste lid, van de planvoorschriften zijn de op de plankaart voor Recreatieve doeleinden I aangewezen gronden bestemd voor verblijfsrecreatie, alsmede bos. Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten: recreatiewoningen, stacaravans, toeristische kampeermiddelen, centrale voorzieningen, dienstwoningen, groenvoorzieningen, ontsluitingsverhardingen, parkeerplaatsen, alsmede bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Ingevolge de beschrijving in hoofdlijnen in artikel 7, tweede lid, van de planvoorschriften kan de wijze waarop met het bestemmingsplan de in het eerste lid genoemde doeleinden worden nagestreefd als volgt worden omschreven:
a. bij de recreatieterreinen wordt zoveel mogelijk gestreefd naar instandhouding van het karakter van de terreinen. Dit houdt in dat de terreinen voor verblijfsrecreatief gebruik ingericht moeten zijn en blijven;
b. wijzigingen van de recreatieterreinen mogen alleen voortvloeien uit veranderde eisen die uit het oogpunt van verblijfsrecreatie aan de recreatieterreinen worden gesteld;
c. het aantal recreatiewoningen mag daarbij niet toenemen.
Ingevolge de bebouwingsvoorschriften in artikel 7, derde lid, aanhef en onder a, van de planvoorschriften mogen op de in het eerste lid bedoelde gronden uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de voorwaarde, voor zover hier van belang, dat per bestemmingsvlak niet meer recreatiewoningen mogen worden gebouwd dan op de plankaart is aangegeven.
Op de plankaart is aangegeven dat het maximaal aantal recreatiewoningen op het perceel 86 bedraagt.