ECLI:NL:RBUTR:2008:BC8059
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.C. Hagedoorn
- E.C. Ruinaard
- J.D.E. Brouwer-Poederbach
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte voor ontucht en stalking na beoordeling van tegenstrijdige verklaringen
In de zaak tegen de verdachte, die gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Utrecht, heeft de rechtbank Utrecht op 28 maart 2008 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor ontucht en stalking, maar de rechtbank heeft hem vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De zaak kwam voor de meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de verdachte werd bijgestaan door raadsvrouwe mr. H.S.K. Jap-A-Joe. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefsters, die bij de politie en de rechter-commissaris waren gehoord, nauwkeurig beoordeeld. De verklaringen bleken innerlijk tegenstrijdig en inconsistent, waardoor de rechtbank deze onvoldoende geloofwaardig achtte. Er was geen aanvullend bewijs dat de verklaringen kon ondersteunen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit, dat betrekking had op de stiefdochter van de verdachte, werd wel een incident erkend, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor opzettelijk ontuchtige handelingen. De moeder van de stiefdochter had eerder geen aangifte gedaan, wat de geloofwaardigheid van de verklaring van de stiefdochter in twijfel trok. De rechtbank concludeerde dat de aangifte mogelijk beïnvloed was door de echtscheiding van de verdachte en zijn ex-echtgenote.
Wat betreft de stalking van de ex-echtgenote, de benadeelde partij, oordeelde de rechtbank dat de contacten tussen de verdachte en de benadeelde partij voornamelijk betrekking hadden op de verdeling van goederen na de echtscheiding. De sms-berichten die in het dossier waren opgenomen, ondersteunden de stelling van de verdachte dat er geen dreigende communicatie had plaatsgevonden. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten.