ECLI:NL:RBUTR:2008:BD0389
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C.A. Walda
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de vereisten voor rechtsgeldigheid in het arbeidsrecht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 16 januari 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [naam eisende partij], en haar werkgever, de besloten vennootschap Dirx Drogisterijen B.V. De werknemer had een vordering ingesteld tegen Dirx, omdat zij van mening was dat haar ontslag op staande voet, dat op 28 maart 2007 was gegeven, nietig was. De werknemer stelde dat er geen dringende reden was voor het ontslag en dat de opzegging niet onverwijld was geschied.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dirx de werknemer tweemaal had gewaarschuwd dat bij een volgende overtreding van het bedrijfsreglement ontslag op staande voet zou volgen. De werknemer was in dienst getreden op 16 juli 2003 en had zich niet gehouden aan de bedrijfsregels, waaronder het dragen van bedrijfskleding. Op 20 maart 2007 was de werknemer in haar gewone kleding aan het werk, wat door een medewerker van Dirx was opgemerkt. De kantonrechter oordeelde dat Dirx, ondanks de eerdere waarschuwingen, onvoldoende tijd had genomen om juridisch advies in te winnen voordat het ontslag werd gegeven.
De rechter concludeerde dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat Dirx niet onverwijld had gehandeld na de overtreding. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer recht had op doorbetaling van haar loon tot 1 juli 2007, evenals op wettelijke verhogingen en rente over de achterstallige betalingen. Dirx werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 6.789,77 bruto, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente, en tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de werknemer. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontslagen op staande voet en de vereisten voor rechtsgeldigheid, waaronder de noodzaak van een dringende reden en het vereiste van onverwijld handelen.