ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1567
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Ch.E. Bethlem
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vordering tot verificatie van boedelschuld in faillissement
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 14 mei 2008 uitspraak gedaan in een vordering tot verificatie van een boedelschuld door B. van Hattem B.V. De eiseres, B. van Hattem B.V., heeft een vordering ingediend tegen de curator, mr. Jacob Aart Antonie Boers, in het faillissement van een failliet. De rechtbank heeft in haar tussenvonnis van 30 mei 2007 reeds overwogen dat de vordering van Van Hattem mogelijk als boedelschuld kan worden aangemerkt, maar dat partijen de gelegenheid hebben gekregen om zich hierover uit te laten. De curator heeft in zijn antwoordakte gesteld dat hij niet op de hoogte was van een afspraak tussen de failliet en Van Hattem over de afdracht van premies. Van Hattem heeft in die periode zelfs een voorschot terugbetaald aan Laser, wat complicaties met zich meebracht voor de verificatie van de vordering.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de curator, door te handelen zonder kennis van de afspraak, niet kan worden verweten dat er sprake is van toedoen in de zin van een door de curator verrichte rechtshandeling die een verplichting heeft doen ontstaan. De curator heeft enkel zijn taak vervuld door ervoor te zorgen dat de premies op de faillissementsrekening werden uitbetaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van Van Hattem niet verifieerbaar is, omdat deze is ontstaan na de faillissementsdatum van de failliet. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een boedelschuld en heeft de vordering van Van Hattem afgewezen.
In de beslissing heeft de rechtbank Van Hattem veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de curator zijn begroot op EUR 1.208,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Ch.E. Bethlem.