ECLI:NL:RBUTR:2008:BD2339
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.K.J. van den Boom
- A. Wassing
- A.J.P. Schotman
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksueel misbruik van minderjarige
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het seksueel misbruiken van een minderjarige vrouw, heeft de Rechtbank Utrecht op 22 mei 2008 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er tussen de verdachte en de aangeefster, die op dat moment twaalf jaar oud was, mogelijk een relatie was die verder ging dan gebruikelijk tussen een jong meisje en een veel oudere man. Echter, de rechtbank oordeelde dat er niet wettig en overtuigend bewijs was voor de seksuele handelingen zoals ten laste gelegd. De verdachte heeft de beschuldigingen vanaf het begin ontkend en verklaarde dat de aangeefster meermalen bij hem verbleef. Tijdens het proces zijn verschillende getuigen gehoord, maar geen van hen kon bijdragen aan het bewijs van de beschuldigingen.
De rechtbank heeft ook de gezondheidstoestand van de verdachte in overweging genomen. De verdachte had ernstige hartklachten en had een bypass-operatie ondergaan, wat zijn fysieke mogelijkheden om de verweten handelingen te verrichten in twijfel trok. De aangeefster verklaarde dat de seksuele handelingen begonnen kort na het ontslag van de verdachte uit het ziekenhuis, maar de rechtbank vond het niet aannemelijk dat de verdachte in zijn gezondheidstoestand in staat was om de beschuldigingen waar te maken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was aan de ten laste gelegde feiten en hem vrijgesproken. De benadeelde partij, de aangeefster, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, en de kosten werden door beide partijen gedragen. Dit vonnis is gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting van 22 mei 2008.