ECLI:NL:RBUTR:2008:BD4287

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
18 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
232184/ HA ZA 07-1142
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake effectenlease-overeenkomsten en huurkoop

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 juni 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en Levob Bank N.V. De procedure betreft de buitengerechtelijke vernietiging van zes 'Levob Hefboom Effect' overeenkomsten die door de echtgenoot van [eiser] zijn gesloten. [eiser] stelt dat deze overeenkomsten als huurkoopovereenkomsten moeten worden aangemerkt en dat zij zonder haar toestemming zijn gesloten, waardoor zij de vernietigbaarheid inroept op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 13 juni 2007 geoordeeld dat de overeenkomsten niet als huurkoopovereenkomsten kunnen worden gekwalificeerd volgens artikel 7a:1576h BW. De zaak is vervolgens doorverwezen naar de sector handels- en familierecht van de rechtbank. De rechtbank heeft het oordeel van de kantonrechter bevestigd en geconcludeerd dat de effectenlease-overeenkomst niet kan worden aangemerkt als huurkoopovereenkomst. Hierdoor kan [eiser] haar vordering tot vernietiging op basis van artikel 1:89 lid 1 BW niet handhaven.

De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten. Tevens is [eiser] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Levob zijn begroot op EUR 1.516,00. Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en openbaar uitgesproken op 18 juni 2008.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 232184 / HA ZA 07-1142
Vonnis van 18 juni 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
procureur mr. P.J. Soede,
tegen
de naamloze vennootschap
LEVOB BANK N.V.,
gevestigd te Amersfoort,
gedaagde,
procureur mr. J.M. van Noort.
Partijen zullen hierna [eiser] en Levob genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van de sector kanton van deze rechtbank van 13 juni 2007
- de akte van [eiser]
- de antwoordakte van Levob
- de akte uitlating producties van [eiser].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. In het tussenvonnis van 13 juni 2007 heeft de kantonrechter de feiten in deze procedure weergegeven. Voorts is de vordering van [eiser] en de grondslag daarvan in het tussenvonnis opgenomen. Verkort en zakelijk weergegeven komt het erop neer dat [eiser] zich beroept op een buitengerechtelijke vernietiging van de zes “Levob Hefboom Effect”overeenkomsten die haar echtgenoot, [echtgenoot eiser], sloot met Levob. [eiser] heeft hiertoe aangevoerd dat de overeenkomsten als huurkoopovereenkomsten zijn aan te merken, dat deze zonder haar toestemming zijn gesloten en dat zij om die reden de vernietigbaarheid inroept gebaseerd op artikel 1:88 en 1:89 BW.
2.2. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de zes “Levob Hefboom Effect”overeenkomsten niet kunnen worden aangemerkt aan een huurkoopovereenkomst in de zin van artikel 7a:1576h BW. Om die reden heeft de kantonrechter de zaak verwezen naar de sector handels- en familierecht van deze rechtbank.
De rechtbank is met de kantonrechter van oordeel, dat de effectenlease-overeenkomst geen huurkoopovereenkomst is om de redenen die door de kantonrechter ter motivering van haar oordeel zijn aangevoerd (vergelijk HR 28 maart 2008, LJN BC2837). Dit betekent dat [eiser] de effectenlease-overeenkomst met een beroep op artikel 1:89 lid 1 BW niet kan vernietigen. Nu van vernietiging op deze grondslag geen sprake kan zijn en [eiser] haar vordering uitsluitend op die grondslag heeft gebaseerd, brengt het voorgaande met zich mee dat al het door [eiser] gevorderde, met inbegrip van de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten, wordt afgewezen.
2.3. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Levob worden begroot op:
- explootkosten EUR 0,00
- vast recht 490,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 1.026,00 (2 punten × tarief EUR 400,00 (sector kanton) en 0,5 punt x tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.516,00
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. wijst de vorderingen af,
3.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Levob tot op heden begroot op EUR 1.516,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2008.?
FvG