ECLI:NL:RBUTR:2008:BD4763

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
18 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
575607 UC EXPL 08-7210 lh
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van verstekvonnis en verbod tot sloop en ontruiming van gehuurde caravan

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 juni 2008 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Résidence Maarsseveenseplassen B.V. en [x]. Résidence Maarsseveenseplassen had verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 11 april 2008, waarin het bedrijf was verboden om de caravan van [x] te slopen of te ontruimen. De rechtbank heeft het verstekvonnis vernietigd, maar het verbod tot sloop en ontruiming gehandhaafd, met een dwangsom van € 25.000,-- bij overtreding. De zaak draait om een huurovereenkomst die [x] sinds mei 2003 heeft voor een stacaravan op de camping 'Nooitgedacht'. Résidence Maarsseveenseplassen, die het terrein in januari 2008 had overgenomen, had de huurovereenkomst opgezegd en dreigde met sloop van de caravan vanwege een huurachterstand van € 970,--. [x] had verweer gevoerd en stelde dat zij recht had op huurbescherming en dat de sloop onrechtmatig was. De rechtbank oordeelde dat er een spoedeisend belang was voor [x] om in kort geding een verbod te vorderen, gezien de dreiging van sloop. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 575607 UC EXPL 08-7210 lh
kort geding vonnis d.d. 18 juni 2008
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RÉSIDENCE MAARSSEVEENSEPLASSEN B.V.,
gevestigd te Lunteren,
verder ook te noemen Résidence Maarsseveenseplassen,
opposerende partij,
gemachtigde: mr. K.G.J. Heesakkers,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Maarssen,
verder ook te noemen [x],
geopposeerde partij,
gemachtigde: mr. C.P. Visser,
toevoeging verleend onder nummer 4GU9670.
Verloop van de procedure
Résidence Maarsseveenseplassen heeft verzet gedaan tegen het op vordering van [x] in kort geding gewezen verstekvonnis van 11 april 2008 met kenmerk 570776 UV EXPL 08-137 en heeft alsnog verweer gevoerd.
De zitting heeft plaats gevonden op 11 juni 2008. Daarvan is aantekening gehouden.
Hierna is uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
1.1. [x] huurt sinds mei 2003 van de eigenaar van het terrein aan de Gageldijk 71 te Maarssen een stacaravan, staande op (de plaats met nummer [nummer] van) de zich aldaar bevindende camping ‘Nooitgedacht’. De ‘all-in’-huurprijs bedraagt € 385,-- per maand.
1.2. In de afgelopen jaren is de camping door de toenmalige eigenaar gebruikt om mensen die dringend om onderdak verlegen zaten te huisvesten. De camping en de daarop staande caravans zijn door langdurig gebrek aan onderhoud ernstig verwaarloosd.
1.3. Op 18 januari 2008 is Résidence Maarsseveenseplassen, die zich richt op de ontwikkeling van recreatieparken, eigenares geworden van het terrein aan de Gageldijk 71 te Maarssen. Zij exploiteert en beheert sindsdien de camping. Bij brief van 31 januari 2008 heeft Résidence Maarsseveenseplassen aan [x] de huurovereenkomst opgezegd tegen 1 september 2008. In februari 2008 heeft Résidence Maarsseveenseplassen een begin gemaakt met de sloop van leegstaande caravans op het terrein.
1.4. In de periode tot begin april 2008 heeft [x] een achterstand van € 970,-- laten ontstaan in de betaling van de door haar verschuldigde huur c.a. Résidence Maarsseveenseplassen heeft op betaling van de achterstallige huur aangedrongen en meegedeeld dat [x] bij niet tijdige huurbetaling de camping zou hebben te verlaten.
[x] heeft aangeboden de huurachterstand in termijnen in te lossen.
1.5. [medewerker] van Résidence Maarsseveenseplassen heeft op 9 april 2008 meegedeeld dat de door [x] gehuurde caravan op 14 april 2008 zou worden gesloopt. Op 3 april 2008 had Résidence Maarsseveenseplassen bij de gemeente Maarssen een vergunning voor de sloop van de aan [x] verhuurde caravan aangevraagd, welke vergunning op 15 april 2008 is verleend.
1.6. Bij twee faxen van 10 april 2008 heeft Résidence Maarsseveenseplassen aan de gemachtigde van [x] bericht dat zij tot 1 juni 2008, dan wel tot uiterlijk 1 september 2008, in de caravan kon blijven, mits [x] vóór 11 april althans uiterlijk 14 april 2008 € 400,-- zou betalen.
1.7. Op 10 april 2008 heeft [x] Résidence Maarsseveenseplassen in kort geding doen dagvaarden en gevorderd dat het haar wordt verboden de caravan te slopen, te ontruimen en/of te verwijderen en om anderszins inbreuk op het woonrecht van [x] te maken, op straffe van een dwangsom van € 25.000,-- ineens indien het verbod wordt overtreden. Ter zitting van 11 april 2008 is Résidence Maarsseveenseplassen niet verschenen. Bij verstekvonnis van diezelfde dag werd de vordering toegewezen, met veroordeling van Résidence Maarsseveenseplassen in de proceskosten.
1.8. Op 15 april 2008 en op 30 mei 2008 is door of namens [x] aan Résidence Maarsseveenseplassen telkens € 400,-- betaald.
De vordering en de standpunten van partijen
2.1. [x] vordert in dit kort geding, na vermeerdering van de eis, dat het Résidence Maarsseveenseplassen wordt verboden om de door [x] gehuurde caravan aan de Gageldijk 71 te Maarssen te (doen) slopen en/of te (doen) ontruimen en/of te (doen) verwijderen, alsmede om anderszins inbreuk te maken op het woonrecht van [x], op straffe van een dwangsom van € 25.000,-- ineens indien Résidence Maarsseveenseplassen dit verbod overtreedt, met veroordeling van Résidence Maarsseveenseplassen in de proceskosten.
2.2. [x] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij van Résidence Maarsseveenseplassen voor onbepaalde tijd woonruimte huurt en uit dien hoofde reeds meer dan vijf jaren in de caravan woont. Zij heeft niet ingestemd met een beëindiging van de huurovereenkomst. Met Résidence Maarsseveenseplassen is niet overeengekomen dat [x] per 1 juni 2008 de caravan zou hebben verlaten. [x] maakt aanspraak op huurbescherming. Het slopen of ontruimen, of de dreiging daarmee, door Résidence Maarsseveenseplassen is jegens [x] onrechtmatig. [x] had en heeft daarom recht en een spoedeisend belang bij de gevorderde voorziening in de vorm van een verbod, versterkt met een dwangsom.
3. Résidence Maarsseveenseplassen betwist de vordering. Vanaf de aanvang van de huurovereenkomst met [x] is het de bedoeling geweest dat de opvang van [x] op de camping tijdelijk zou zijn en was permanente bewoning niet toegestaan. Van de (ver)huur van woonruimte is geen sprake. [x] is met Résidence Maarsseveenseplassen overeengekomen de caravan uiterlijk 1 juni 2008 te verlaten, in welk verband partijen een afbetalingsregeling hebben getroffen. Deze regeling is [x] niet (tijdig) nagekomen: zij is de caravan op en na 1 juni 2008 blijven gebruiken en heeft niet tijdig betaald. Bij haar vordering heeft [x] geen (spoedeisend) belang, omdat Résidence Maarsseveenseplassen op 10 april 2008 aan de gemachtigde van [x] heeft bericht dat niet tot ontruiming zou worden overgegaan. Résidence Maarsseveenseplassen meent dat [x] daarom alsnog dient te worden veroordeeld in de proceskosten. Ook thans wordt geen ontruiming van [x] verlangd, zodat zij voorlopig kan blijven. De in de vordering van [x] gebruikte formulering ‘om anderszins inbreuk te maken op het woonrecht van [x]’ is dermate vaag en ruim dat gevreesd moet worden voor onnodige executiegeschillen.
De beoordeling van het geschil
4.1. Tussen partijen is niet in geschil dat tussen hen een huurovereenkomst bestaat. De kantonrechter is daarom bevoegd deze zaak te behandelen en daarin, bij wege van voorlopige voorziening, te beslissen.
4.2. Nu in dit kort geding vast staat dat de huurovereenkomst van partijen op dit moment voortduurt, laat de kantonrechter in het midden of het hier gaat om huur van woonruimte, zoals [x] meent doch Résidence Maarsseveenseplassen betwist. Ook kan thans worden daargelaten of het gebruik van de caravan naar zijn aard slechts van korte duur is. Beide geschilpunten kunnen desverlangd in een bodemprocedure aan de orde worden gesteld.
4.3. Thans ligt ter beantwoording voor de vraag of [x] een spoedeisend belang had om Résidence Maarsseveenseplassen op 10 april 2008 in kort geding te doen dagvaarden ter verkrijging van een - door een dwangsom versterkt - verbod tot sloop, ontruiming en/of verwijdering van de door haar gehuurde caravan. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe het volgende.
4.4. [x] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij, in de situatie die zich begin april 2008 naar aanleiding van de ontstane huurachterstand in de verhouding tussen partijen voordeed, op 9 april 2008 is geconfronteerd met de, naar moet worden verondersteld verontrustende, telefonische mededeling van [medewerker] van Résidence Maarsseveenseplassen dat de caravan op 14 april 2008 zou worden gesloopt. Toen haar gemachtigde vervolgens in reactie op zijn brief van 9 april 2008, waarin hij Résidence Maarsseveenseplassen verzocht om per omgaande te bevestigen dat zij maatregelen tegen [x] achterwege zou laten, slechts de verzekering verkreeg dat [x] tot (1 april of) 1 september 2008 in de caravan kon blijven, mits zij vóór 11 april althans uiterlijk op 14 april 2008 € 400,-- zou betalen, had zij - kennelijk niet tot een zó snelle betaling in staat - er voldoende belang bij om in kort geding een voorziening te vorderen die Résidence Maarsseveenseplassen er, ook gezien de hoogte van de opgelegde dwangsom, toe zou kunnen bewegen van haar voornemen tot sloop af te zien. Door op 11 april 2008 niet ter zitting te verschijnen heeft Résidence Maarsseveenseplassen zichzelf de gelegenheid ontnomen om aldaar, in antwoord op de door [x] (ook thans nog) verlangde onvoorwaardelijke toezegging, alsnog haar voorbehoud van betaling te laten vallen. Dit komt voor risico van Résidence Maarsseveenseplassen. Hieruit volgt dat het verbod, vervat in het vonnis van 11 april 2008, naar zijn strekking wordt gehandhaafd.
4.5. Het verstekvonnis zal niettemin worden vernietigd, omdat er wèl reden bestaat om het daarbij gegeven verbod aan te passen, allereerst omdat tegen de vermeerdering van de eis ter zitting van 11 juni 2008, door Résidence Maarsseveenseplassen geen bezwaar is gemaakt. Voorts bestaat er reden om het verbod aan Résidence Maarsseveenseplassen te beperken. [x] heeft erkend dat de caravan niet zal kunnen worden verwijderd zonder dat hij wordt gesloopt, zodat in het verbod om de caravan te slopen het verbod tot verwijdering is vervat. Tenslotte heeft Résidence Maarsseveenseplassen er terecht op gewezen dat de in het petitum gebruikte formulering ‘om anderszins inbreuk te maken op het woonrecht van [x]’ ruimte laat voor interpretatieverschillen en aanleiding kan geven tot executieperikelen. Enerzijds heeft [x] niet nader kunnen aangeven welke overlast zij te vrezen heeft, en anderzijds zal het onder omstandigheden aan Résidence Maarsseveenseplassen zijn toegestaan op de camping herstructureringswerkzaamheden te verrichten die enige (geluids)hinder met zich brengen. Het verbod zal worden beperkt tot sloop en ontruiming.
4.6. Nu partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld, ziet de kantonrechter reden om de proceskosten, zowel die in de verstek- als die in de verzetprocedure, te compenseren in die zin dat elk der partijen de eigen kosten draagt.
Beslissing
De kantonrechter:
vernietigt het verstekvonnis van 11 april 2008 en, opnieuw rechtdoende, verbiedt Résidence Maarsseveenseplassen om de door [x] gehuurde caravan, nummer [nummer], aan de Gageldijk 71 te Maarssen te (doen) slopen en/of te (doen) ontruimen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,-- ineens indien Résidence Maarsseveenseplassen dit verbod overtreedt;
compenseert de proceskosten in de verstek- en de verzetprocedure, in die zin dat elk der partijen de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.M. de Laat, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2008.