ECLI:NL:RBUTR:2008:BD5946
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.H. Norde
- R.P. den Otter
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep van wijkoverlegorgaan tegen kapvergunning
In deze zaak heeft het wijkoverlegorgaan 'Hoge Dreuvik' beroep ingesteld tegen de verleende kapvergunning voor het kappen van twee eiken in Hilversum. De vergunning was verleend aan een particulier, maar het wijkoverlegorgaan claimde schade in de vorm van gederfd woongenot voor omwonenden. De rechtbank heeft onderzocht of het wijkoverlegorgaan als belanghebbende kan worden aangemerkt volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat het wijkoverlegorgaan inderdaad belanghebbende is, gezien de statuten die het behoud van het woonklimaat en groen in de wijk beogen.
Echter, de rechtbank oordeelt dat het wijkoverlegorgaan geen procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de kapvergunning. Dit komt doordat de geclaimde schade, het gederfde woongenot van omwonenden, niet door het wijkoverlegorgaan als rechtspersoon wordt geleden. De rechtbank benadrukt dat een inhoudelijke uitspraak niet kan leiden tot schadevergoeding voor het wijkoverlegorgaan, omdat de schade niet door hen is geleden, maar door individuele leden van de vereniging.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep van het wijkoverlegorgaan niet-ontvankelijk is. De rechtbank wijst erop dat, hoewel individuele leden mogelijk schade hebben geleden, dit niet relevant is voor de rechtspersoon die het beroep heeft ingesteld. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de rechtbank Utrecht op 1 juli 2008, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.