ECLI:NL:RBUTR:2008:BD6486
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding leer-arbeidsovereenkomst en vergoeding bij werkgever
In deze zaak heeft [verzoekster] op 28 april 2008 een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van haar leer-arbeidsovereenkomst met Hoogeveen en partners. De kantonrechter heeft het verzoek behandeld op 30 mei 2008 en op 20 juni 2008 uitspraak gedaan. [verzoekster] was sinds 1 oktober 2006 in dienst bij Hoogeveen en partners, met een contract voor bepaalde tijd van 39 maanden. Het laatstgenoten brutoloon bedroeg € 2.075,- per maand. De leer-arbeidsovereenkomst was aangegaan in het kader van een opleiding tot gezondheidspsycholoog, waarvoor [verzoekster] zelf € 14.500,- had betaald. Er was geen CAO van toepassing op de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen schriftelijk tussentijds opzeggingsbeding was overeengekomen, wat voor [verzoekster] een belangrijke factor was in haar verzoek. [verzoekster] voerde aan dat de werksfeer negatief was veranderd en dat Hoogeveen zich niet als een goed werkgever gedroeg. Hoogeveen heeft verweer gevoerd en stelde dat de verwijten van [verzoekster] niet aannemelijk waren gemaakt. De kantonrechter oordeelde dat er geen dringende reden was voor ontbinding, maar dat er wel sprake was van veranderingen in de omstandigheden die een beëindiging van de arbeidsovereenkomst billijk maakten.
De kantonrechter heeft uiteindelijk de ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met de beslissing dat Hoogeveen en partners geen vergoeding aan [verzoekster] verschuldigd was, en vice versa. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen. De beschikking is gegeven door mr. J.J.M. de Laat en openbaar uitgesproken op 20 juni 2008.