ECLI:NL:RBUTR:2008:BD8096

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
21 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
251327/ FT-RK 08.574
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid verzoek tot schuldsanering wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 21 juli 2008 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een verzoek tot schuldsanering. Verzoeker had op 17 april 2008 een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend, maar was eerder op 12 juni 2008 al niet-ontvankelijk verklaard in een vergelijkbaar verzoek vanwege het ontbreken van de vereiste verklaring ex artikel 285 lid 1 sub f van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank overweegt dat het belang van de schuldeisers om binnen een redelijke termijn duidelijkheid te krijgen over het faillissementsrekest zwaarder weegt dan het belang van verzoeker om extra tijd te krijgen voor het aanleveren van de benodigde stukken.

Verzoeker heeft op 30 juni 2008 een tweede verzoek tot schuldsanering ingediend, maar dit verzoek is niet binnen de gestelde termijn van veertien dagen ingediend, zoals vereist door artikel 3 lid 1 Fw. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker geen omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen rechtvaardigen dat hij niet binnen deze termijn heeft gehandeld. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verzoeker, waaronder een hartinfarct en problemen met schuldhulpbemiddeling, maar deze omstandigheden waren niet voldoende om de termijnoverschrijding te verontschuldigen.

De rechtbank heeft daarom besloten om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot schuldsanering. Het verzoek tot faillietverklaring, dat eerder was ingediend, herleeft en zal op 5 augustus 2008 om 09:00 uur worden behandeld. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van wettelijke termijnen in faillissementsprocedures en de noodzaak voor verzoekers om tijdig de benodigde documenten aan te leveren.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer: 251327/FT-RK 08.574
nummer verklaring: -
uitspraakdatum: 21 juli 2008
niet-ontvankelijkheid verzoek schuldsanering
enkelvoudige kamer
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
hierna te noemen: verzoeker.
Op 28 maart 2008 is ten aanzien van verzoeker een verzoekschrift tot faillietverklaring ter griffie van deze rechtbank ingediend.
De schuldenaar heeft op 17 april 2008 een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring is geschorst tot 1 juli 2008. Bij vonnis van 12 juni 2008 is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling onder andere vanwege het ontbreken van de volledige verklaring ex artikel 285 lid 1 onder f van de Faillissementswet (Fw).
Verzoeker heeft vervolgens een tweede verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling bij de rechtbank ingediend op 30 juni 2008. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring is nader geschorst tot 5 augustus 2008.
Verzoeker is opgeroepen om te verschijnen ter terechtzitting van 14 juli 2008 om te worden gehoord op zijn verzoek tot schuldsanering. Verzoeker is ter zitting verschenen vergezeld van zijn raadsman, mr. H.W. Kompagne.
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij geen volledige verklaring ex artikel 285 lid 1 onder f Fw heeft ingediend bij het eerste verzoek omdat de Gemeente geen schuldsaneringsverzoek voor verzoeker kon voorbereiden, zolang de onderneming van verzoeker stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Verzoeker is voorts doorverwezen naar schuldhulpbemiddeling. Deze schuldhulpbemiddeling is stopgezet nadat verzoeker door een zwaar hartinfarct is getroffen en tot begin 2008 ziek is geweest. Verzoeker is hierna het zicht kwijtgeraakt op welke instantie hem bijstand verleende inzake de schuldhulpbemiddeling met als gevolg dat hij de stukken bij de rechtbank heeft ingediend zonder de verklaring ex artikel 285 Fw.
De rechtbank overweegt als volgt.
Hetgeen verzoeker heeft aangevoerd heeft betrekking op het eerste verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dat op 17 april 2008 bij de rechtbank is ingediend. Ten aanzien van dit eerste verzoek is reeds bij vonnis van 12 juni 2008 beslist.
Verzoeker heeft het onderhavige verzoek niet binnen de gestelde termijn van veertien dagen ex artikel 3 lid 1 Fw ingediend. Nu geen omstandigheden zijn gebleken waaruit volgt dat het verzoeker niet was toe te rekenen dat bij binnen de bovengenoemde termijn van veertien dagen niet het onderhavige verzoek tot toepassing tot de schuldsaneringsregeling heeft gedaan, dient verzoeker niet-ontvankelijk te worden verklaard in het onderhavige verzoek.
Ook indien voorgaande buiten beschouwing zou worden gelaten, moet worden geconstateerd dat verzoeker niet kan worden ontvangen in zijn verzoek, nu de verklaring ex artikel 285 lid 1 sub f Fw (nog steeds) ontbreekt. Het belang van schuldeisers om binnen een redelijke termijn duidelijkheid te krijgen ten aanzien van het door hen ingediende faillissementsrekest dient te prevaleren boven het door verzoeker bepleite belang om respijt te krijgen de benodigde stukken aan te leveren. De ratio achter de door de wetgever bepaalde termijnen in artikel 3
lid 1 en artikel 287 lid 2 Fw noopt daar immers toe.
Het verzoek tot faillietverklaring herleeft en zal worden behandeld ter terechtzitting van deze rechtbank op 5 augustus 2008 om 09:00 uur.
Beslissing
De rechtbank
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Schroten en in het openbaar uitgesproken op
21 juli 2008.