ECLI:NL:RBUTR:2008:BG5034

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
22 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/600755-08
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • L. Bakker-Splinter
  • E.F. Bueno
  • J.M. Bruins
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mishandeling en bedreiging met zwaar lichamelijk letsel in Den Dolder

Op 22 oktober 2008 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere mishandelingen en bedreigingen. De zaak betreft incidenten die zich hebben voorgedaan op 21 juni 2008 en in de periode van 23 tot en met 26 juni 2008 in Den Dolder. De verdachte werd ervan beschuldigd opzettelijk zwaar lichamelijk letsel te hebben willen toebrengen aan verschillende slachtoffers, waaronder [aangever 1], [aangever 2], [aangever 3], [aangever 4], [aangever 5], [aangever 6], [aangever 7] en [aangever 8]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 21 juni 2008 [aangever 1] meerdere malen heeft geslagen en geschopt, wat resulteerde in letsel. Daarnaast heeft hij [aangever 2] een kopstoot gegeven en meerdere klappen uitgedeeld, wat ook letsel veroorzaakte. De verdachte heeft ook bedreigende uitspraken gedaan richting [aangever 2] en [aangever 4], waarbij hij hen intimideerde om hun aangifte in te trekken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij [aangever 1] zwaar lichamelijk letsel had willen toebrengen, en sprak hem vrij van dat onderdeel van de aanklacht. Echter, de rechtbank achtte de mishandeling en bedreiging wel bewezen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 10 maanden geëist, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf op van 8 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden voor reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/600755-08
Datum uitspraak: 22 oktober 2008
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken op tegenspraak
gewezen in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in PI Utrecht, HvB locatie Nieuwegein.
Raadsvrouwe: mr. C. van Oort, advocaat te De Meern.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
8 oktober 2008.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat
1.
Primair
hij op of omstreeks 21 juni 2008 te Den Dolder, althans in het arrondissement
Utrecht,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [aangever 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met dat opzet
(van nabije afstand) (met kracht) een of meerdere ste(e)n(en) tegen het gezicht en/of lichaam van die [aangever 1] heeft gegooid, en/of die [aangever 1] meerdere malen heeft geslagen en/of geschopt en/of met zijn knie met kracht tegen het hoofd van die [aangever 1] heeft gestoten;
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Subsidiair
hij op of omstreeks 21 juni 2008 te Den Dolder, althans in het arrondissement
Utrecht, opzettelijk mishandelend
(van nabije afstand) (met kracht) een of meerdere ste(e)n(en) tegen het gezicht en/of het lichaam van [aangever 1] heeft gegooid, en/of die [aangever 1] meerdere malen heeft geslagen en/of geschopt en/of met zijn knie met kracht tegen het hoofd van die [aangever 1] heeft gestoten
waardoor voornoemde [aangever 1] letsel heeft bekomen en / of pijn heeft ondervonden;
2.hij op of omstreeks 21 juni 2008 te Den Dolder, althans in het arrondissement
Utrecht, opzettelijk mishandelend
- [aangever 2] (met kracht) een kopstoot en/of een of meerdere klap(pen) tegen het lichaam
heeft gegeven,
waardoor voornoemde [aangever 2] letsel heeft bekomen en / of pijn heeft
ondervonden;
en/of
- [aangever 3] en/of [aangever 4]
(met kracht) met de (gebalde) vuist(en) in het gezicht heeft geslagen,
waardoor voornoemde [aangever 3] en/of [aangever 4] letsel heeft/hebben bekomen en / of
pijn heeft/hebben ondervonden;
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 23 juni 2008 tot en met
26 juni 2008 te Den Dolder, gemeente Zeist, althans in het arrondissement
Utrecht, in elk geval in Nederland,
opzettelijk
mondeling en/of door gebaren en/of bij geschrift of afbeelding
zich jegens een of meer pers(o)n(en) (te weten [aangever 2] en/of [aangever 4])
heeft geuit, kennelijk om diens/hun vrijheid om naar waarheid of geweten ten
overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beinvloeden, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring(en) zou(den) worden afgelegd, immers heeft hij, verdachte,
- [aangever 2] (op of omstreeks 23 juni 2008) (telefonisch) dreigend de woorden toegevoegd: "Meneer [aangever 2], ik hoorde dat je aangifte hebt gedaan, als je dat niet intrekt dan ga ik jou vermoorden, ik ga jou neuken en jouw vriendin en jouw moeder neuken. Kom hier, ik sta klaar met dit mes, ik ga jou prikken"
en/of
- [aangever 4] (op of omstreeks 26 juni 2008) dreigend de woorden toegevoegd: "Ga je
die aangifte intrekken of niet, want als je hem niet in gaat trekken ga ik echt problemen met je maken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
Hij op één of meer tijdstippen in de periode van 23 juni 2008 tot en met 26
juni 2008 te Den Dolder, gemeente Zeist, [aangever 5] en/of [aangever 6] en/of
[aangever 7] en/of [aangever 8] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde
- [aangever 5] en/of [aangever 6] (op of omstreeks 25 juni 2008) (terwijl hij, verdachte, een mes in zijn mouw droeg) dreigend de woorden toegevoegd: "Ik steek jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- [aangever 7] (op of omstreeks 25 juni 2008) (nadat die [aangever 7] hem, verdachte, had aangesproken dat hij mensen zou hebben bedreigd met een mes) dreigend de woorden toegevoegd: "Als ik hem trek dan steek ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- [aangever 8] (op of omstreeks 24 juni 2008) (terwijl hij, verdachte, een mes in zijn mouw droeg) dreigend de woorden toegevoegd: "Wie mij in de weg zit, ik maak ze allemaal kapot, ik steek ze allemaal overhoop"en/of "Kom vechten dan, ik maak je kapot" en/of "Als je de bewaking belt, maak ik je dood en steek ik je"en/of "Als je de portier belt of aangifte doet, steek ik je neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Vrijspraak
Ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde:
Niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan verdachte onder 1 primair is ten laste gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan slachtoffer [aangever 1]. Het slachtoffer heeft bij de politie verklaard dat hij door verdachte met stenen is bekogeld. Het gooien van stenen jegens het slachtoffer wordt op geen enkele wijze ondersteund in het dossier. Wel acht de rechtbank bewezen dat verdachte het slachtoffer meerdere malen heeft geschopt of geslagen, mede op grond van verdachtes verklaring bij de politie. Dit levert naar het oordeel van de rechtbank echter geen poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel op, zodat verdachte derhalve van het onder 1 primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde:
Niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan verdachte ten aanzien van [aangever 5], [aangever 6] en [aangever 7] is ten laste gelegd. Vanwege een gebrek aan ondersteunend bewijs dient de verdachte te worden vrijgesproken ten aanzien van de bedreiging jegens [aangever 5], [aangever 6] en [aangever 7].
De bewezenverklaring
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde:
Aangever [aangever 1] heeft verklaard dat hij op 21 juni 2008 is mishandeld door verdachte waarbij verdachte hem tegen zijn rechterhand heeft geschopt. In het dossier bevinden zich foto’s van het letsel van het slachtoffer [aangever 1]. Getuige [aangever 4] heeft bij de politie verklaard dat verdachte een Turkse man in elkaar sloeg. In zijn verklaring bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij ruzie heeft gehad met een Turkse jongen.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde:
Aangever [aangever 2] heeft bij de politie verklaard dat hij van verdachte een kopstoot heeft gekregen, waarbij hij pijn voelde in zijn hoofd, en meerdere klappen tegen zijn lichaam heeft gekregen van verdachte. Door getuige [aangever 4] wordt verklaard dat verdachte een kopstoot gaf aan [aangever 2].
Aangever [aangever 4] heeft bij de politie verklaard dat verdachte hem met kracht in zijn gezicht heeft geslagen, waardoor hij pijn voelde. Getuige [aangever 2] heeft verklaard dat hij gezien heeft dat verdachte in de richting van [aangever 4] liep en hem wat aan wilde doen.
In zijn verklaring bij de politie heeft [aangever 3] verklaard dat hij van een jongen in een geel t-shirt een harde klap, gegeven met zijn vuist, in zijn gezicht heeft gekregen en dat hij hierdoor pijn voelde. Getuige [getuige 1] zag verdachte in de richting van (naar de rechtbank begrijpt) [aangever 3] lopen en zag dat verdachte een klap, met zijn vuist, in het gezicht van [aangever 3] gaf. Door verbalisant [verbalisant 1] wordt op beelden van de beveiligingscamera gezien dat verdachte meerdere slaande bewegingen maakt in de richting van [aangever 3]. Verdachte heeft verklaard dat hij op 21 juni, naar zijn idee, een geel t-shirt aan had.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde:
Aangever [aangever 2] heeft verklaard dat hij op 23 juni 2008 telefonisch bedreigd is door verdachte. Verdachte heeft hierbij telefonisch de woorden geuit: “Meneer [aangever 2], ik hoorde dat je aangifte hebt gedaan, als je dat niet intrekt dan ga ik jou vermoorden, ik ga jou neuken en jouw vriendin en jouw moeder neuken. Kom hier, ik sta klaar met dit mes, ik ga jou prikken”. [getuige 2] heeft bij de politie verklaard dat verdachte tegen haar heeft gezegd op 24 juni 2008 dat hij, wanneer hij vrij kwam, [aangever 2] wat zou aandoen, omdat hij aangifte had gedaan. [aangever 8] heeft verklaard dat hij hoorde dat verdachte op 24 juni 2008 heeft gezegd dat hij [aangever 2] kapot ging maken, omdat hij had gehoord dat hij aangifte tegen hem had gedaan of ging doen.
Aangever [aangever 4] heeft verklaard dat verdachte op 26 juni 2008 tegen hem heeft gezegd: “Ga je die aangifte intrekken of niet, want als je hem niet in gaat trekken ga ik echt problemen met je maken”. Getuige [getuige 3] heeft bij de politie verklaard dat hij van verdachte aan [aangever 4] moest vragen om naar verdachte toe te komen, omdat verdachte aan [aangever 4] wilde vragen of hij zijn aangifte/verklaring wilde intrekken. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij [aangever 4] wilde aanspreken over het feit dat hij een valse aangifte tegen hem had gedaan.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde:
Aangever [aangever 8] heeft bij de politie verklaard dat verdachte op 24 juni 2008 de volgende woorden tegen hem heeft geuit: “Wie mij in de weg zit, ik maak ze allemaal kapot, ik steek ze overhoop”, “Kom vechten dan, ik maak je kapot”, Als je de bewaking belt, maak ik je dood en steek ik je”en “Als je de portier belt of aangifte doet, steek ik je neer”. Verdachte droeg een mes in zijn linkermouw. Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat verdachte en [aangever 8] aan het bekvechten waren en hierbij naar elkaar een dreigende houding hadden. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij wat mot heeft gehad met [aangever 8].
De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
1.
op 21 juni 2008 te Den Dolder, opzettelijk mishandelend, [aangever 1] meerdere malen heeft geslagen of geschopt waardoor voornoemde [aangever 1] letsel heeft bekomen;
2.
op 21 juni 2008 te Den Dolder, opzettelijk mishandelend
- [aangever 2] (met kracht) een kopstoot en meerdere klappen tegen het lichaam heeft gegeven, waardoor voornoemde [aangever 2] pijn heeft ondervonden;
- [aangever 3] (met kracht) met de (gebalde) vuist in het gezicht heeft geslagen, waardoor voornoemde [aangever 3] pijn heeft ondervonden;
- [aangever 4] in het gezicht heeft geslagen, waardoor voornoemde [aangever 4] pijn heeft ondervonden;
3.
op meer tijdstippen gelegen in de periode van 23 juni 2008 tot en met
26 juni 2008 te Den Dolder, opzettelijk mondeling zich jegens personen (te weten
[aangever 2] en [aangever 4]) heeft geuit, kennelijk om hun vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaringen zouden worden afgelegd, immers heeft hij, verdachte,
- [aangever 2] (op 23 juni 2008) (telefonisch) dreigend de woorden toegevoegd: "Meneer [aangever 2], ik hoorde dat je aangifte hebt gedaan, als je dat niet intrekt dan ga ik jou vermoorden, ik ga jou neuken en jouw vriendin en jouw moeder neuken. Kom hier, ik sta klaar met dit mes, ik ga jou prikken"
en
- [aangever 4] (op 26 juni 2008) dreigend de woorden toegevoegd: "Ga je die aangifte intrekken of niet, want als je hem niet in gaat trekken ga ik echt problemen met je maken";
4.
op 24 juni 2008 te Den Dolder, [aangever 8] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangever 8] (terwijl hij, verdachte, een mes in zijn mouw droeg) dreigend de woorden toegevoegd: "Wie mij in de weg zit, ik maak ze allemaal kapot, ik steek ze allemaal overhoop"en "Kom vechten dan, ik maak je kapot" en "Als je de bewaking belt, maak ik je dood en steek ik je"en "Als je de portier belt of aangifte doet, steek ik je neer".
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De strafbaarheid van de feiten
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde:
Telkens: mishandeling
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde:
Opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of een ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd, meermalen gepleegd
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering van de op te leggen sanctie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat verdachte voor feit 1 primair wordt vrijgesproken en ter zake van de onder 1 subsidiair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot -kort gezegd-:
- een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich, gedurende de proeftijd, zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op één dag, op meerdere tijdstippen, schuldig gemaakt aan de mishandeling van verschillende personen. Dit mishandelen bestond uit slaan of schoppen en het geven van een kopstoot. Eén van de slachtoffers heeft hierbij letsel opgelopen. Verdachte heeft door aldus te handelen een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Tevens leveren dergelijk feiten, op de openbare weg gepleegd, gevoelens van angst, onrust en onveiligheid op in de samenleving.
Daarnaast heeft verdachte getuige [aangever 2] en getuige [aangever 4] belemmerd in hun vrijheid één of meer verklaringen af te leggen bij de politie of de rechter. Het proberen iemand te weerhouden om in vrijheid en naar waarheid een verklaring af te leggen raakt de fundamentele beginselen van een goede procesorde en belemmert de waarheidsvinding. Een dergelijk intimiderend gedrag van verdachte dient naar het oordeel van de rechtbank te worden bestraft met onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De verdachte heeft zich tot slot ook nog eens schuldig gemaakt aan de bedreiging van een persoon.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 30 juni 2008, waaruit blijkt dat de verdachte reeds meerdere malen is veroordeeld voor strafbare feiten;
- een voorlichtingsrapport betreffende de verdachte van de Reclassering Nederland d.d. 7 oktober 2008, opgemaakt door K. van Scherpenzeel, reclasseringswerker, waarin wordt geadviseerd bij een (gedeeltelijke) voorwaardelijke gevangenisstraf als bijzondere voorwaarde een verplicht reclasseringscontact op te leggen, ook als dit inhoudt het meewerken aan het hulpverleningsplan van het ACT-team.
De rechtbank acht, gelet op vorenstaande overwegingen, de hierna op te leggen straf passend bij de persoon van de verdachte en de ernst van en omstandigheden waaronder de bewezen verklaarde feiten zijn gepleegd.
De toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 285, 285a en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 subsidiair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor vermeld, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezenverklaarde strafbaar is en dat dit de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een GEVANGENISSTRAF voor de duur van 8 maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 3 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast.
Stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
- de veroordeelde na te melden bijzondere voorwaarde niet naleeft:
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de door of namens de Reclassering Nederland te geven aanwijzingen, zolang die reclasseringsinstelling dat nodig acht, ook als dit inhoudt het meewerken aan het hulpverleningsplan van het ACT-team, met opdracht aan voornoemde instelling de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door mrs. L. Bakker-Splinter, E.F. Bueno en J.M. Bruins, bijgestaan door mr. L.C.J. van der Heijden als griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 oktober 2008.
Mr. L. Bakker-Splinter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.