ECLI:NL:RBUTR:2008:BG6736

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
5 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/617899-06
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • E.F. Bueno
  • I.J.B. Corbey
  • J. Ozinga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in strafzaak met betrekking tot mishandeling en kinderpornografie

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 5 december 2008, stond de verdachte terecht voor meerdere ernstige misdrijven, waaronder mishandeling van twee slachtoffers en het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de beschuldigingen zorgvuldig onderzocht. De eerste twee feiten betroffen de mishandeling van [aangever 1] en [aangever 2] op 13 augustus 2006 in Amersfoort. Beide slachtoffers werden op gewelddadige wijze van hun fietsen getrokken en ernstig toegetakeld. De verdachte ontkende echter de dader te zijn en voerde aan dat het bewijs, met name het DNA-onderzoek, niet voldoende was om hem als dader aan te wijzen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen voor deze mishandelingen. Het DNA-materiaal dat op de plaats delict was aangetroffen, was niet doorslaggevend genoeg om de verdachte als dader aan te wijzen, vooral omdat er geen sporen op andere relevante plaatsen waren gevonden.

Het derde feit betrof het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal, dat op de computer van de verdachte werd aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte dit materiaal in zijn bezit had, maar sprak hem vrij van de andere beschuldigingen. De rechtbank benadrukte dat het bezit van kinderpornografie zeer ernstig is, maar dat de verdachte niet kon worden veroordeeld voor de mishandelingen vanwege het gebrek aan overtuigend bewijs. De rechtbank besloot uiteindelijk tot vrijspraak van de verdachte voor de mishandelingen, maar legde wel een gevangenisstraf op voor het bezit van kinderpornografisch materiaal. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, die bij de burgerlijke rechter konden worden ingediend.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/617899-06 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 december 2008
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats]
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Midden Holland,
Locatie Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn
raadsman mr. H.W.M. van den Heiligenberg, advocaat te Utrecht
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 21 november 2008, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
Primair
hij op of omstreeks 13 augustus 2006 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland, op het Enkeerdpad aldaar, althans op een openbare weg, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (dames)fiets (merk Batavus, type Retro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
- die [aangever 1] van haar fiets heeft getrokken en/of
- die [aangever 1] (van achteren) bij haar nek en/of schouders heeft gepakt en/of
- die [aangever 1] over het fietspad heeft gesleept en/of
- die [aangever 1] (meermalen) met haar hoofd en/of gezicht tegen/op het fietspad en/of de groenstrook heeft geslagen en/of
- die [aangever 1] (meermalen) (met een vuist) in het gezicht/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- die [aangever 1] bij haar nek heeft gepakt,
en welk geweld zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad (te weten een zware hersenschudding en/of vocht bij de hersenen en/of meerdere afgebroken tanden);
Subsidiair
A.
hij op of omstreeks 13 augustus 2006 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland, aan [aangever 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten een zware hersenschudding en/of vocht bij de hersenen en/of meerdere afgebroken tanden), heeft toegebracht, door voornoemde [aangever 1] opzettelijk
- van haar fiets te trekken en/of
- (van achteren) bij haar nek en/of schouders te pakken en/of
- over het fietspad te slepen en/of
- met haar hoofd en/of gezicht tegen/op het fietspad en/of de groenstrook te slaan en/of
- (meermalen) (met een vuist) in het gezicht/tegen het hoofd te slaan en/of
- die [aangever 1] bij haar nek te pakken
en/of
B.
hij op of omstreeks 13 augustus 2006 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (dames)fiets (merk Gazelle, type Retro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
Primair
hij op of omstreeks 13 augustus 2006 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland, aan [aangever 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten twee, althans een, snijwond(en) op de keel en/of een subconjuctivale bloeding), heeft toegebracht, door voornoemde [aangever 2] opzettelijk
- van haar fiets te trekken en/of
- (met een vuist) in haar gezicht/tegen haar hoofd te slaan en/of
- een mes, althans een scherp voorwerp, op/tegen haar keel/hals te zetten en/of
- met dat mes, althans dat scherpe voorwerp, snijdende bewegingen te maken op haar keel/in de hals;
Subsidiair
hij op of omstreeks 13 augustus 2006 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [aangever 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [aangever 2]
- van haar fiets heeft getrokken en/of
- (met een vuist) in haar gezicht/tegen haar hoofd heeft geslagen en/of
- een mes, althans een scherp voorwerp, op/tegen haar keel/hals heeft gezet
en/of
- met dat mes, althans dat scherpe voorwerp, snijdende bewegingen heeft gemaakt op haar keel/in de hals,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Meer subsidiair
hij op of omstreeks 13 augustus 2006 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend [aangever 2]
- van haar fiets heeft getrokken en/of
- (met een vuist) in haar gezicht/tegen haar hoofd heeft geslagen en/of
- een mes, althans een scherp voorwerp, op/tegen haar keel/hals heeft gezet
en/of
- met dat mes, althans dat scherpe voorwerp, snijdende bewegingen heeft gemaakt op haar keel/in de hals,
waardoor voornoemde [aangever 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3.
hij in of omstreeks de periode van 13 december 2007 tot en met 19 mei 2008 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen,
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad,
te weten, twaalf, althans een of meer films, inhoudende (kort gezegd) opnames/beelden
- waarbij door een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oude (gedeeltelijk) naakt wordt geposeerd ([bestandsnaam 1]) en/of
- waarbij (telkens) door een meisje in de leeftijd van 7 tot en met 13 jaar oud ontuchtige handelingen worden gepleegd en/of een meisje ontuchtige handelingen duldt ([bestandsnaam 2]) en/of
- waarbij (telkens) bij een meisje in de leeftijd van 7 tot en met 13 jaar oud seksueel wordt binnengedrongen ([bestandsnaam 3 tot en met 12]).
3 De telastelegging
Met betrekking tot het tweede gedachtestreepje onder feit 3 is de rechtbank van oordeel dat de term "ontuchtige handelingen" in de tenlastelegging onvoldoende feitelijke betekenis heeft. De telastelegging is daarom wat dat onderdeel betreft nietig .
4 De beoordeling van het bewijs ten aanzien van de feiten 1 en 2
4.1 Vaststaande feiten
Op 13 augustus 2006 omstreeks 2.00 uur is [aangever 2] in het Stadsdeelpark Schothorst te Amersfoort van haar fiets getrokken en ernstig toegetakeld . Zij voelde geduw of getrek aan haar fiets en dit werd direct gevolgd door een enorme klap op haar linkeroog. Volgens haar kreeg zij vervolgens meerdere klappen. Daarna werd zij van achteren bij haar keel gepakt en voelde zij dat er iets als een mes tegen haar keel werd gezet. Het slachtoffer [aangever 1] hoorde de man die haar vast had dreigend zeggen: "schuif niet alles af naar [naam 1] maar naar [naam 2]". Het slachtoffer kon op een gegeven moment weg komen.
Een paar uur later in diezelfde nacht is [aangever 1] in het Stadsdeelpark Schothorst te Amersfoort van haar fiets getrokken en ook ernstig toegetakeld . Zij werd van achteren bij haar nek en schouders beetgepakt. Vervolgens werd zij van haar fiets het fietspad over gesleept. Zij kwam op haar buik terecht en werd tweemaal met haar hoofd tegen de grond geslagen. Zij raakte met haar gezicht de grond. Iedere keer als het slachtoffer probeerde overeind te komen, werd zij hard teruggeduwd op de grond. Op een gegeven moment is zij buiten bewustzijn geraakt. Toen zij weer bij kwam was de dader verdwenen, is zij een woonwijk in gelopen en heeft zij de politie gewaarschuwd.
De politie kwam ter plaatse en heeft een onderzoek ingesteld . Nabij de plek waar het slachtoffer is mishandeld werd een niet afgesloten damesfiets van het merk Gazelle aangetroffen. De fiets van het slachtoffer, een damesfiets van het merk Batavus, werd niet meer aangetroffen. Door de politie zijn op de plaats delict, op de ter plaatse aangetroffen Gazelle fiets en op het lichaam en de kleding van het slachtoffer [aangever 1] verscheidene (biologische) sporen aangetroffen en veiliggesteld.
Op 4 december 2007 werd bij DNA-onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) een match gevonden tussen het DNA-profiel van de verdachte en het DNA-profiel van het sporenmateriaal dat werd aangetroffen op het rechterhandvat van de op de plaats delict achtergebleven fiets van het merk Gazelle . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurige gekozen man matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
Op 16 mei 2008 is de verdachte aangehouden bij de woning van zijn moeder en werd in de kelderbox van deze woning de fiets van het slachtoffer [aangever 1] aangetroffen . De moeder van de verdachte heeft op 17 mei 2008 bij de politie verklaard dat zij de fiets twee of drie jaar geleden van haar zoon, de verdachte, had gekregen .
Uit nader DNA-onderzoek door het NFI is -voorzover van belang- gebleken dat twee DNA-kenmerken die zichtbaar zijn in een onvolledig DNA-mengprofiel dat is verkregen van het DNA in de bemonstering van de rechter schouder van de sweater van het slachtoffer [aangever 1], matchen met het DNA-profiel van de verdachte, zodat de verdachte niet uitgesloten kan worden als donor van celmateriaal in die bemonstering . Deze twee DNA-kenmerken zijn te gering in aantal en intensiteit en geven daardoor onvoldoende informatie om ze te kunnen betrekken bij een vergelijkend DNA-onderzoek .
Voorts is uit genoemd DNA-onderzoek nog gebleken dat drie additionele, zwak aanwezige DNA-kenmerken die zichtbaar zijn in het DNA-profiel verkregen van de bemonstering van de nek van het slachtoffer [aangever 1], matchen met het DNA-profiel van de verdachte, zodat de verdachte niet uitgesloten kan worden als donor van celmateriaal in die bemonstering . Deze drie additionele, zwak aanwezige DNA-kenmerken zijn te gering in aantal en intensiteit en geven daardoor onvoldoende informatie om ze te kunnen betrekken bij een vergelijkend DNA-onderzoek .
Ten slotte is door het NFI een vergelijkend Y-chromosoom specifiek DNA-onderzoek gedaan. Daaruit is - voorzover van belang - het volgende gebleken.
Het Y-chromosomale DNA-profiel van de verdachte matcht met het onvolledige Y-chromosomale DNA-profiel verkregen uit het DNA in de bemonstering van de nek van het slachtoffer. Dit betekent dat een deel van het celmateriaal in deze bemonstering afkomstig kan zijn van de verdachte. Of van een in de mannelijke lijn aan verdachte verwante man of van een man die niet aan verdachte verwant is, maar wel hetzelfde Y-chromosomale DNA- profiel heeft.
Op 16 oktober 2008 is het verkregen onvolledig Y-chromosomale DNA-profiel in een databank beheerd door de Humboldt University in Berlijn vergeleken met Y-chromosomale DNA-profielen van referentiemonsters van mannen uit verschillende en over de gehele wereld verspreide populaties, waaronder de Nederlandse. Op deze datum bleken 10.243 mannen in deze database te zijn getypeerd voor de DNA-merkers die zichtbaar zijn in het onvolledige Y-chromosoom specifieke DNA-profiel in casu. Bij deze vergelijking is ook gebleken dat het onvolledige Y-chromosomale DNA-profiel drie keer in deze DNA-databank voorkomt .
Het Y-chromosomale DNA-profiel van de verdachte matcht ook met het onvolledige Y-chromosomale DNA-profiel verkregen uit het DNA in de bemonstering van de sweater van het slachtoffer. Dit betekent dat een deel van het celmateriaal in deze bemonstering afkomstig kan zijn van de verdachte. Of van een in de mannelijke lijn aan verdachte verwante man of van een man die niet aan verdachte verwant is, maar wel hetzelfde Y-chromosomale DNA- profiel heeft.
Op 16 oktober 2008 is het verkregen onvolledig Y-chromosomale DNA-profiel in de hiervoor genoemde databank vergeleken met Y-chromosomale DNA-profielen van referentiemonsters van mannen uit verschillende en over de gehele wereld verspreide populaties, waaronder de Nederlandse. Op deze datum bleken 10.243 mannen in deze database te zijn getypeerd voor de DNA-merkers die zichtbaar zijn in het onvolledige Y-chromosoom specifieke DNA-profiel in casu. Bij deze vergelijking is ook gebleken dat het onvolledige Y-chromosomale DNA-profiel in deze DNA-databank niet voorkomt .
4.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair A en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan. Zij baseerde zich daarbij op de aangifte van [aangever 1], de Gazelle fiets die is aangetroffen op de plaats delict waarop het DNA van de verdachte bleek te zitten, het door het slachtoffer opgegeven signalement en de opgemaakte compositietekening. Voorts baseerde de officier van justitie zich op de aangifte van [aangever 2], het feit dat zij een zelfde omschrijving gaf van de dader als [aangever 1] en het feit dat beide feiten in dezelfde omgeving hebben plaatsgevonden en op dezelfde wijze. Bovendien baseerde de officier van justitie zich op het nader DNA-onderzoek dat het NFI heeft verricht en waaruit is gebleken dat het Y-profiel in het op het slachtoffer aangetroffen DNA-spoor overeenkomt met het Y-profiel van de verdachte. De officier van justitie stelde zich daarbij op het standpunt dat, hoewel een Y-profiel niet zo uniek is als DNA, het Y-profiel van de verdachte afkomstig moet zijn, nu zijn vader in Portugal woont en hij geen broers heeft. Volgens de officier van justitie kan het niet anders dan dat het de verdachte is geweest die de feiten heeft gepleegd, aangezien het hele complex van feiten en omstandigheden niet aan louter toeval kan worden toegeschreven.
4.3 Het standpunt van de verdediging
De verdediging was van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wees daarbij op het feit dat het slachtoffer [aangever 1] de dader omschreef als een getinte man van vermoedelijk Turkse of Marokkaanse afkomst. De verdediging stelde zich op het standpunt dat niet uitgesloten kan worden dat deze omschrijving betrekking kan hebben op meerdere manspersonen en niet alleen op de verdachte. Bovendien was de verdediging van mening dat de persoon op de compositietekening geen gelijkenis vertoont met de verdachte.
De verdediging heeft de rechtbank voorts gewezen op het feit dat de verdachte in 2006 een fietsenhandel had. De verdediging heeft de rechtbank eveneens geattendeerd op het feit dat het vreemd is dat enkel op het rechterhandvat van de op de plaats delict aangetroffen fiets DNA-sporen van de verdachte zijn aangetroffen en dat er geen sporen van anderen zijn aangetroffen. De verdediging stelde zich daarnaast op het standpunt dat de verschillende NFI-rapporten tegenstrijdige uitkomsten hebben. De verdediging vroeg zich af welke juridische betekenis aan de DNA-rapporten moet worden toegekend. De Hoge Raad heeft immers bepaald dat uit de enkele omstandigheid dat DNA-sporen van de verdachte zijn aangetroffen, niet zonder meer kan volgen dat de verdachte het feit heeft gepleegd. De verdediging verwees ook nog naar een uitspraak van de rechtbank te 's-Gravenhage waarin de rechtbank stelde dat het feit dat deskundigen in hun conclusie niet verder kunnen gaan dan dat de verdachte niet kan worden uitgesloten als donor van biologische sporen, zoals in casu het geval is, een dergelijke conclusie hooguit kan dienen als steunbewijs. De verdediging heeft de rechtbank gewezen op het feit dat in laatstgenoemde zaak is geoordeeld dat autosomaal DNA-onderzoek geen bewijs oplevert voor betrokkenheid van de verdachte. Tevens is, aldus de verdediging, geoordeeld dat de uitkomsten van het Y-chromosomaal DNA-onderzoek geen positief bewijs leveren voor de stelling dat de verdachte het feit heeft gepleegd. De verdediging stelde zich op het standpunt dat de verdachte geenszins exclusief als donor van het sporenmateriaal kan worden aangewezen.
Voorts heeft de verdediging opgemerkt dat de verdachte, zo blijkt uit de Pro Justitia rapporten, lijdt aan hooikoorts; en hooikoorts is het hevigst in voorjaar en zomer terwijl de slachtoffers geen melding hebben gemaakt van het gegeven dat hun belager snotterde of veel nieste. Bovendien wees de verdediging de rechtbank op het feit dat de verdachte in maart 2006 met een mes was gestoken, waarbij zijn linkerlong was doorboord, en dat hij daardoor fysiek niet in staat was de hem onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten te plegen.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft de verdediging nog opgemerkt dat er in het geheel geen biologische sporen zijn aangetroffen of onderzocht en dat de fiets van het slachtoffer [aangever 2] niet is meegenomen. Dit feit lijkt te zijn gepleegd door iemand uit de directe omgeving van het slachtoffer, nu zij haar belager heeft horen zeggen: "schuif niet alles af naar [naam 1] maar naar [naam 2]". Aldus de verdediging die tot slot opmerkte, dat er verder geen ondersteunend bewijs is.
De slotsom van de verdediging was dan ook dat de verdachte diende te worden vrijgesproken van het hem onder 1 en 2 ten laste gelegde.
4.4 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft van begin af aan hardnekkig ontkend de dader te zijn geweest van de afschuwelijke, schokkende misdrijven zoals deze hem onder 1 en 2 zijn ten laste gelegd. De feiten die tegen hem pleiten of zouden kunnen pleiten heeft hij geweten aan het toeval.
De rechtbank stelt voorop dat gezien de conclusie van de deskundige van het NFI, drs. ing. T.J.P. de Blaeij, met betrekking tot de uitkomsten van het Y-chromosomale DNA-onderzoek (de rechtbank neemt die conclusie over), aan die uitkomsten hooguit aanvullende, ondersteunende betekenis kan toekomen.
Deze laatste (dus: aanvullende, ondersteunende) betekenis komt ook toe aan het feit dat uit verdachte’s strafblad en de over hem uitgebrachte rapporten van de psycholoog en de psychiater geconcludeerd zou kunnen worden dat geweld verdachte niet vreemd is.
Het bovenstaande betekent, dat wil een veroordeling van verdachte kunnen volgen, uit het onderzoek ter terechtzitting voldoende ander overtuigend bewijsmateriaal moet zijn gebleken.
Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde (kort gezegd: het in elkaar slaan van [aangever 1]) bestaat dat andere bewijsmateriaal uit de nabij de plaats delict aangetroffen fiets, van het merk Gazelle en de in de kelderbox van de woning van verdachte’s moeder aangetroffen Batavus fiets van het slachtoffer [aangever 1].
Het feit dat op het rechterhandvat van die Gazelle fiets DNA van verdachte is aangetroffen, bestempelt hem nog niet tot dader. Immers, dit zegt niet meer dan dat verdachte die fiets in handen heeft gehad. Op welk moment dat is geweest blijkt daaruit in het geheel niet. Laat staan dat hieruit zou zijn af te leiden dat de verdachte met deze fiets naar de plaats delict is gekomen. Bovendien zijn het linkerhandvat en de remhandle van deze fiets ook onderzocht op DNA-sporen en daarbij zijn geen sporen van de verdachte aangetroffen. Uitgaande van de vóóronderstelling dat verdachte wel in die bewuste nacht die Gazelle fiets heeft gebruikt is dit naar het oordeel van de rechtbank op zijn minst vreemd.
Hoewel de Batavus fiets van het slachtoffer [aangever 1] niet op de plaats van het delict of in de (onmiddellijke) omgeving daarvan is aangetroffen, maar wèl bijna twee jaar na dato in de kelderbox van de woning van de moeder, kan daaruit naar het oordeel van de rechtbank geenszins worden afgeleid dat de verdachte na het toetakelen van het slachtoffer [aangever 1] haar fiets heeft meegenomen, zodat hij dus wel de dader moet zijn geweest.
Nu ook de moeder van de verdachte geen exacte datum heeft willen of kunnen noemen waarop de fiets in het bezit van de verdachte is gekomen, blijft de vraag open hoe verdachte aan de fiets van het slachtoffer is gekomen.
Geconfronteerd met het spoor op de Gazelle en met de Batavus fiets heeft verdachte verklaard dat hij in het jaar 2006 een fietsenhandel heeft gehad en daardoor met veel fietsen in aanraking is geweest . Uit het onderzoek ter terechtzitting is niet gebleken, dat verdachte hierover heeft gelogen.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde (kort gezegd: het in elkaar slaan van [aangever 2]) overweegt de rechtbank dat er naast het feit dat zij in dezelfde nacht en op nagenoeg dezelfde wijze en plaats is aangevallen als het slachtoffer [aangever 1], geen aanwijzingen uit het onderzoek naar voren zijn gekomen die in de richting van de verdachte wijzen. Bovendien overweegt de rechtbank dat het slachtoffer [aangever 2] bij de politie heeft verklaard dat zij haar belager heeft horen zeggen: "schuif niet alles af naar [naam 1] maar naar [naam 2]". De rechtbank kan dit niet in verband brengen met de verdachte. Integendeel.
De rechtbank tekent hierbij aan dat zij het niet aannemelijk acht dat er in dezelfde nacht in dezelfde omgeving twee personen hebben rondgelopen die op vrijwel identieke wijze elk een vrouw van haar fiets hebben getrokken en hebben toegetakeld. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat één en dezelfde persoon beide misdrijven moet hebben gepleegd.
Allesoverziende is de rechtbank van oordeel dat er niet voldoende “hard”, de verdachte rechtstreeks als dader aanwijzend, bewijsmateriaal voorhanden is dat de conclusie rechtvaardigt dat alleen verdachte de dader van deze misse en laffe daden kan zijn geweest.
De rechtbank tekent hierbij aan dat zij zich realiseert, dat het in het bijzonder voor de slachtoffers zeer onbevredigend is dat de gepleegde misdrijven dus nog niet zijn opgelost. Het is echter in een rechtstaat onacceptabel als een onschuldige voor jaren achter de tralies zou verdwijnen.
4.5 Vrijspraak
De rechtbank acht gelet op het hiervoor overwogene niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair onder A en B en 2 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De beoordeling van het bewijs ten aanzien van feit 3
5.1 Vaststaande feiten
In het politieonderzoek met betrekking tot het aan de verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde, is op 19 mei 2008 de computer van de verdachte in beslaggenomen . Op deze computer werd kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Het aangetroffen materiaal is door een verbalisant als volgt omschreven19.
Film 03
Genaamd: [bestandsnaam 3]
Omschrijving:
Een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud, ligt kennelijk ruglings op een bed. De camera is ingezoomd op haar blote vagina. Het meisje streelt met haar vingers haar vagina en herhaalt dit enige tijd. Tevens duwt zij op enige momenten een van haar vingers in haar vagina.
Film 04
Genaamd: [bestandsnaam 4]
Omschrijving:
Een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud, ligt kennelijk ruglings op een bed. De camera is ingezoomd op haar blote vagina. Zij ligt met gespreide benen. Vervolgens doet zij haar onderbenen omhoog en komt de stijve penis van een volwassen man in beeld. De man duwt zijn stijve penis in de vagina van het meisje en gaat met zijn penis heen en weer.
Film 05
Genaamd: [bestandsnaam 5]
Omschrijving:
Het filmpje begint met enkele foto's van een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud. Te zien is dat zij gekleed met een teddybeer op een bed ligt. Op een gegeven moment ligt het meisje gekleed op het bed en wordt geheel uitgekleed door een volwassen man. Hierna ligt zij ruglings geheel naakt op het bed en te zien is dat de man met zijn gezicht tussen de benen van het meisje gaat. Hierbij wordt de indruk gewekt dat de man de vagina van het meisje kust of likt.
Film 06
Genaamd: ([bestandsnaam 6]
Omschrijving:
Een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud ligt op haar buik op een bed. Zij is alleen gekleed in een lange blauwkleurige broek. Een volwassen man trekt zowel haar lange broek als mede haar slipje uit. Hierna draait de man het meisje om en streelt met zijn linkerhand de blote vagina van het meisje.
Film 07
Genaamd: [bestandsnaam 7]
Omschrijving:
Een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud heeft de stijve penis van een volwassen man in haar mond. Zij maakt hierbij met haar hoofd heen en weer gaande bewegingen. Na verloop van tijd neemt zij de stijve penis uit haar mond en te zien is dat een hand kennelijk van de volwassen man de penis vastpakt en met zijn hand heen en weer gaande bewegingen maakt. Hierna wordt de stijve penis door die hand in de mond van het meisje geduwd.
De hand maakt daarbij nog steeds heen en weer gaande bewegingen. Aan het einde van de film krijgt de man een orgasme en komt zijn sperma op het gezicht van het meisje.
Film 08
Genaamd: [bestandsnaam 8]
Omschrijving:
Een naakte man ligt ruglings op een bed. Een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud, eveneens naakt, ligt op haar buik tussen de benen van de man. Het meisje heeft de stijve penis van de man in haar rechterhand en stopt deze penis in haar mond. Met haar rechterhand maakt zij op en neer gaande bewegingen.
Film 09
Genaamd: [bestandsnaam 9]
Omschrijving:
Een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud ligt op haar rug, onder de dekens op een bed. Een volwassen man komt in beeld en trekt de dekens van het meisje af. Het meisje is alleen gekleed in een wit onderbroekje. De man tilt het meisje op en legt haar boven op de dekens. Hierna verspringt het beeld en is te zien dat kennelijk het zelfde meisje met ontbloot onderlichaam, met haar beentjes gespreid op dat bed ligt. De man wrijft met zijn rechterhand over de blote vagina van het meisje. De man knijpt met zijn vingers in de schaamlipjes. Het beeld verspringt weer en te zien is dat het meisje zich voor over buigt en de stijve penis van de volwassen man in haar mond stopt. Zij maakt vervolgens met haar hoofd op en neer gaande bewegingen. Hierna is te zien dat de stijve penis van de man tegen de blote vagina van het meisje aangedrukt wordt. De man wrijft met zijn stijve penis tegen de blote vagina van het meisje.
Film 10
Genaamd: [bestandsnaam 10]
Omschrijving:
Een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud staat alleen gekleed in een wit hemdje, wijdbeens boven een witte pan. Het meisje wrijft met haar rechterhand over haar blote vagina, in de pan zit kennelijk water want het lijkt of het meisje haar vagina aan het wassen is. Hierna verspringt het beeld en is te zien dat hetzelfde meisje voor over gebukt staat. Te zien is dat een hand van een kennelijk volwassen man de blote vagina van het meisje streelt. Vervolgens duwt de man zijn rechter wijsvinger in de anus van het meisje en maakt daarbij heen en weer gaande bewegingen met zijn hand.
Film 11
Genaamd: [bestandsnaam 11]
Omschrijving:
Een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud is geheel naakt. Het meisje draagt een zwarte kap over haar hoofd zodat haar gezicht niet te zien is. Zij zit met gespreide benen op het onderlichaam van een volwassen man. Zij zit achterste voren en haar rug is gericht naar het hoofd van de man. De man duwt zijn stijve penis in de vagina van het meisje. Hierna gaat het meisje met haar lichaam op en neer.
Film 12
Genaamd: [bestandsnaam 12]
Omschrijving:
Een meisje in de leeftijd tussen de 7 en 13 jaar oud, gekleed in een zwart jurkje is buiten aan het spelen. Zij springt en danst een beetje. Na enige tijd stopt deze opname en is datzelfde meisje in eens geheel naakt in beeld. Zij ligt ruglings op een bed met haar beentjes gespreid. Zij trekt zelf met haar beide handjes haar schaamlipjes uit elkaar. Na enige tijd is te zien dat een stijve penis van een volwassen man tegen de vagina van het meisje aangedrukt wordt. De penis wordt vervolgens op en neer tegen de vagina van het meisje gewreven.
Uit nader onderzoek is gebleken dat het zeer waarschijnlijk is dat de genoemde pornografische bestanden op 13, 14 en 16 december 2007 werden gedownload20.
5.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.
5.3 Het standpunt van de verdediging
De verdediging was van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en heeft daarbij gewezen op het feit dat het opzet de korte films van pornografische aard te downloaden bij de verdachte ontbrak en dat deze korte films als bijvangst moesten worden beschouwd bij het downloaden van andere films. De verdediging was in ieder geval van mening dat er in casu geen sprake is geweest van verspreiding, vervaardiging, invoeren en uitvoeren van de bedoelde korte films, zodat de verdachte voor wat betreft feit 3 partieel dient te worden vrijgesproken.
5.4 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, op grond van hetgeen onder 5.1 is vermeld, van oordeel dat de verdachte kinderpornografisch materiaal in zijn bezit heeft gehad. Niet aannemelijk is geworden dat verdachte “per ongeluk” dit materiaal in zijn bezit heeft gekregen.
5.5 Vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte het onder 3, eerste gedachtestreepje, ten laste gelegde heeft begaan, aangezien het enkele feit dat een jong meisje naakt poseert nog geen sexuele gedraging in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht oplevert21.
De verdachte zal van dit deel dus worden vrijgesproken.
5.6 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
3.
in de periode van 13 december 2007 tot en met 19 mei 2008 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, een gegevensdrager, bevattende meer afbeeldingen van seksuele gedragingen,
bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, in bezit heeft gehad,
te weten meer films, inhoudende (kort gezegd) opnames/beelden
- waarbij (telkens) bij een meisje in de leeftijd van 7 tot en met 13 jaar oud seksueel wordt binnengedrongen ([bestandsnaam 4] en [bestandsnaam 5] en [bestandsnaam 7] en [bestandsnaam 8] en [bestandsnaam 9] en [bestandsnaam 10] en [bestandsnaam 12]).
6 De strafbaarheid van het feit
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op:
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
7 De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
8 De strafoplegging
8.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de vorderingen van de benadeelde partijen worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. Ten aanzien van de in beslaggenomen goederen heeft de officier van justitie gevorderd dat het alarmpistool wordt verbeurd verklaard en dat de landkaart, de schoenen, de trui, de computer en de telefoon worden teruggegeven aan de verdachte.
8.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Voor het geval de rechtbank tot enige bewezenverklaring komt, is de verdediging van mening dat een straf gelijk aan het voorarrest volstaat.
8.3 Het oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno. Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. De verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te verzamelen, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal films dat de verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op de films en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen.
De rechtbank acht, alles afwegende, een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
9 De benadeelde partijen
De rechtbank zal de benadeelde partijen [aangever 1] en [aangever 2] niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen en bepalen dat die vorderingen bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht;
De rechtbank zal de benadeelde partijen en de verdachte voorts veroordelen ieder in hun eigen kosten;
10 Het beslag
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte.
Aangezien de verdachte ter terechtzitting van 21 november 2008 afstand heeft gedaan van het in beslaggenomen alarmpistool, zal de rechtbank hierover geen beslissing nemen.
11 De wettelijke voorschriften
De beslissingen berusten op de artikelen 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
12 De beslissingen
De rechtbank:
Voorvragen
- verklaart de tenlastelegging nietig voor zover deze betrekking heeft op het tweede gedachtestreepje van het onder 3 ten laste gelegde;
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het onder 1 primair en subsidiair onder A en B en 2 primair, subsidiair en meer subsidiair en het eerste gedachtestreepje van het onder 3 tenlastegelegde;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5.6 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde strafbaar is en dat dit het hierboven vermelde strafbare feit oplevert;
- verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een GEVANGENISSTRAF voor de duur van 2 MAANDEN;
- beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave aan de verdachte van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12 en 13;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partijen [aangever 1] en [aangever 2] niet-ontvankelijk in hun vorderingen en bepaalt dat die vorderingen bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partijen en de verdachte ieder in hun eigen kosten;
Voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op
Dit vonnis is gewezen door mr. E.F. Bueno, voorzitter, mr. I.J.B. Corbey en mr. J. Ozinga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Prinsen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 december 2008.
Mrs. J. Ozinga en S. Prinsen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.