ECLI:NL:RBUTR:2008:BH1276
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.J.B. Corbey
- E.F. Bueno
- J.D.E. Brouwer-Poederbach
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van hennepplantage en diefstal van elektriciteit
In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1961 te [geboorteplaats], werd op 7 november 2008 door de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk telen van hennepplanten en het stelen van elektriciteit. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: het telen van ongeveer 747 hennepplanten in een pand te Nieuwegein en het wederrechtelijk toe-eigenen van elektriciteit van Eneco Energie tussen 4 september 2006 en 22 oktober 2007. De verdediging voerde aan dat de machtiging tot binnentreden in de woning van de verdachte ontbrak, waardoor de rechtmatigheid van het binnentreden niet kon worden gecontroleerd. Dit zou moeten leiden tot uitsluiting van het bewijs.
De rechtbank oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren voor een redelijk vermoeden van schuld, gebaseerd op een anonieme melding en een positieve warmtemeting. De rechtbank verwierp de verweren van de verdediging met betrekking tot bewijsuitsluiting en onrechtmatig binnentreden. Echter, tijdens het onderzoek ter terechtzitting bleek dat het strafdossier incompleet was. Zowel de rechtbank als de officier van justitie concludeerden dat er onvoldoende bewijsmiddelen aanwezig waren om de feiten te kunnen bewijzen. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van beide tenlastegelegde feiten.
Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, met de rechters I.J.B. Corbey, E.F. Bueno en J.D.E. Brouwer-Poederbach, en griffier H.A.M. Mr. Brouwer-Poederbach was buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen. De beslissing werd genomen op basis van het onderzoek op de terechtzitting van 7 november 2008.