ECLI:NL:RBUTR:2009:BH2389

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
9 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
607924 AV EXPL 08-185
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming wegens overlast door huurster met herhaalde klachten van omwonenden

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 9 februari 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Portaal en een huurster, aangeduid als [gedaagde]. De eisende partij, Portaal, heeft de huurster aangeklaagd wegens ernstige overlast die zij zou veroorzaken aan haar buren. De overlast bestond uit schreeuwen, gillen, en andere geluiden die de grenzen van sociaal geaccepteerd gedrag ver overschreden. Ondanks herhaalde waarschuwingen van de verhuurder en pogingen tot buurtbemiddeling, bleef de huurster zich onverschillig opstellen tegenover de klachten van haar buren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de huurster sinds 4 juli 2005 de woning huurt en dat er een huurovereenkomst van toepassing is waarin staat dat de huurder ervoor moet zorgen dat er geen overlast voor omwonenden is. De klachten van de buren waren talrijk en gedetailleerd, en de huurster heeft geen overtuigend verweer kunnen voeren. De kantonrechter oordeelde dat de huurster in ernstige mate tekortschiet in haar verplichtingen als huurder, wat leidde tot de beslissing om haar te veroordelen tot ontruiming van de woning.

De rechtbank heeft de huurster veroordeeld om de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen, met machtiging voor Portaal om dit, indien nodig, met behulp van de politie te doen. Tevens is de huurster veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Portaal. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor huurders om zich aan de regels van de huurovereenkomst te houden en de gevolgen van het veroorzaken van overlast voor omwonenden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Amersfoort
zaaknummer: 607924 AV EXPL 08-185 hk
kort geding vonnis d.d. 9 februari 2009
inzake
de Stichting Portaal,
gevestigd te Baarn,
verder ook te noemen Portaal,
eisende partij,
gemachtigde: mr. L.M. Jongerius,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [gedaagde],
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M.G. Deul.
Verloop van de procedure
Portaal heeft [gedaagde] in kort geding doen dagvaarden. De zitting heeft plaatsgevonden op 23 januari 2009. Daarvan is aantekening gehouden. Hierna is uitspraak bepaald.
1. Vaststaande feiten
1.1. [gedaagde] huurt van Portaal sinds 4 juli 2005 de middelste etagewoning in een portiekflat gelegen aan de [adres] te [woonplaats]. Op de huurovereenkomst zijn de algemene huurvoorwaarden van toepassing. Op grond van het vijfde lid van artikel 8 van die voorwaarden zal huurder ervoor zorgdragen dat aan omwonenden geen overlast wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten (...) die zich in het gehuurde bevinden.
1.2. Bij brieven van 17 maart 2008, 18 maart 2008, 24 maart 2008 en 29 maart 2008
hebben omwonenden (buren) van [gedaagde] bij Portaal geklaagd over overlast door [gedaagde] en haar dochter, bestaande uit schreeuwen, gillen, op de vloer stampen, op verwarmingsbuizen slaan, radio- en stofzuiggeluiden laat in de avond en vroeg in de ochtend, scheldpartijen en beledigingen.
1.3. Bij brief van 11 april 2008 heeft Portaal aan [gedaagde] het volgende meegedeeld:
“Helaas hebben wij de laatste tijd van omwonenden klachten ontvangen van geluidsoverlast. De klachten gaan voornamelijk over geluidsoverlast op verschillende momenten van de dag. Weliswaar is het de laatste twee weken rustig. Graag willen we dat dit zo blijft. Wij wijzen u erop dat u een huurcontract heeft getekend waarin u instemt om geen overlast te veroorzaken. Wij verzoeken u dan ook zich hieraan te houden.
Bent u van mening dat u de geen overlast veroorzaakt dan verzoeken we u ons hiervan op de hoogte te stellen.”.
1.4. Bij brief van 14 mei 2008 ontving Portaal van [gedaagde] het bericht dat zij zou zijn mishandeld door haar buren. Portaal heeft [gedaagde] bij brief van 19 juni 2008 geadviseerd hiervan aangifte te doen bij de politie.
1.5. Op initiatief van Portaal heeft eind mei 2008 buurtbemiddeling plaatsgevonden. Het verslag daarvan bevat onder meer de volgende passages:
“Datum gesprek: 30 mei 2008
Klacht:
1. Geluidsoverlast door muziek, schreeuwen, bonken met iets tegen het plafond ratelen met iets tegen de verwarmingsinstallatie en
2. het lastig vallen (…) in en trapportiek en op straat door ([gedaagde]) en haar dochter; dit lastig vallen gebeurt door schreeuwen tieren schelden en handtastelijkheden.
(…)
Het algemene verhaal van de buren kwam sterk overeen wat betreft hun beschrijving met betrekking tot het handelen van ([gedaagde]). Volgens de buren is ([gedaagde]) een tengere vrouw die streng gelovig is en in het algemeen gemaakt vriendelijk, maar regelmatig heeft zij van die buien dat dat kleine tengere vrouwtje verandert in een onbetrouwbaar verscheurend wild beest.
Al deze buren hebben meerdere malen meegemaakt dat ([gedaagde])vanaf haar balkon met luide stem naar de buren die dan op straat liepen van alle en nog wat riep. En wat zij dan roept, valt in het algemeen onder schuttingtaal. Het gebeurt regelmatig dat de dochter (…) net zo hard mee roept. Het gebeurt ook vaak dat één van de buren in een supermarkt loopt en dat zij dan door ([gedaagde]) wordt toegeschreeuwd door de winkel heen. De buren ervaren dit als heel gênant vooral doordat het dan over vermeend sexueel gedrag van één of meer van die buren zou gaan.
Vier van de buren zijn er getuige van geweest en zijn onderwerp van de aanval van ([gedaagde]) op haar buren geweest. In de maand mei gooide zij een koelbox van boven van de trap in het portaal naar beneden waar net de buren met visite van die buren liepen. Tot die visite behoorde twee kleine kinderen(…)
Zowel de onderburen als de bovenburen geven aan dat zij regelmatig, maar vooral ook ’s avonds en ’s nachts enorm gekrijs vanuit de woning van ([gedaagde]) moeten aanhoren en dat zij dan ook gebonk tegen de muren of de vloer horen en geratel van een voorwerp langs dan wel tegen de verwarmingsbuizen aan. (…)
Bemiddelaars zijn van mening dat bemiddelen geen zin heeft. Of de buren spelen onder één hoedje, hetgeen niet reëel lijkt. Of ([gedaagde]) dicht de buren toe wat zijzelf al dan niet samen met haar dochter doet. Gezien de visie van ([gedaagde]) dat zij alles doet “wat de Heer van haar vraagt” en dat haar buren allen verdorven zijn, gaan bemiddelaars er van uit dat ([gedaagde]) niet te bemiddelen is. (…)”
1.6 Bij mails van 1 september 2008 en 5 oktober 2008 hebben bewoners zich opnieuw tot Portaal gewend met klachten over grove (seksuele) beledigingen, geluidsoverlast, intimidatie en terroriserend gedrag door [gedaagde].
1.7. Bij brief van 27 oktober 2008 hebben veertien omwonenden van [gedaagde] opnieuw geklaagd over het gedrag van [gedaagde]. In deze brief hebben de omwonenden onder meer het volgende meegedeeld:
“(…) Naar aanleiding van alle problematiek sinds januari jl. zijn wij genoodzaakt als alle buren te samen over te gaan naar deze aanvraag tot uitzetting.
Zoals jullie bekend is, is het hier een onmogelijke situatie geworden. Wij van het portiek worden geterroriseerd, bedreigd, op een vreselijke (smerige) manier uitgescholden. Dit gebeurd ook bij mensen die bij ons op bezoek komen.
Gooien stampen springen spugen schreeuwen gillen fietsen verdoezelen, mensen vals beschuldigen enz..”
1.8. Bij brief van 20 november 2008 heeft Portaal aan [gedaagde] het volgende meegedeeld:
“In deze brief willen wij u nogmaals wijzen op de overlastmeldingen die wij over u ontvangen van de omwonenden. De overlast bestaat nog steeds uit het intimideren en ruw uitschelden van uw omwonenden.
De buurtbemiddeling heeft helaas niet tot resultaat geleid. De overlastklachten zijn niet opgehouden. Integendeel, wij constateren een toename van het aantal meldingen. U begrijpt dat wij een dergelijke overlast niet toestaan en dat u verplicht bent om u als een goed huurder te gedragen.
Gezien de overlastmeldingen stelt Portaal dat u zich in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van uw verplichting als huurder. Bij een eerstvolgende melding van overlast zijn wij genoodzaakt een gerechtelijke procedure te starten waarbij beëindiging van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde onze inzet zal zijn.”.
1.9. Op 28 november 2008 hebben twee directe buren van [gedaagde] zich, door toezending van een dagrapport met concrete klachten, bij Portaal opnieuw beklaagd over ongeveer 15 gevallen van overlast door [gedaagde] in de maand november. Bij brief van 9 december hebben zij zich beklaagd over voortzetting van de overlast in de periode 26 november 2008 tot 7 december 2008. Twee andere buren sturen op 12 december 2008 aan Portaal een dagrapport met klachten tot en met 5 december 2008. Twee andere buren richten zich op 12 december 2008 eveneens tot Portaal met klachten over
’s nachts schreeuwen en slaan tussen de verwarmingsbuizen.
2. Het geschil
2.1. Portaal vordert veroordeling van [gedaagde] bij wege van voorlopige voorziening, uitvoerbaar bij voorraad, om het gehuurde binnen twee dagen na betekening van het vonnis, althans een zodanig ander moment als in goede justitie geraden is, te ontruimen en ontruimd te houden, met machtiging op Portaal om, bij gebreke van volledige voldoening hieraan voor of uiterlijk op de hiervoor bedoelde datum, deze ontruiming en dit ontruimd houden met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van de huurster te bewerkstelligen; een en ander met veroordeling van huurster in de kosten van dit geding.
2.2. Ter onderbouwing van de vordering stelt Portaal dat [gedaagde] ernstige overlast veroorzaakt en daardoor tekortschiet in de nakoming van haar verbintenis jegens Portaal.
2.3. [gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op de inhoud daarvan zal hierna
worden ingegaan.
3. De beoordeling
3.1. Vooropgesteld wordt dat voor toewijzing van een voorziening zoals door Portaal wordt gevorderd, het in hoge mate waarschijnlijk moet zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen.
3.2. Uit de door Portaal in het geding gebrachte klachtenreeksen van de omwonenden van [gedaagde] is voldoende aannemelijk geworden dat de direct omwonenden van de woning van [gedaagde] in onacceptabele mate geluidsoverlast, schreeuwpartijen en beledigingen van haar ondervinden, waardoor de grenzen van sociaal geaccepteerd assertief gedrag (verre) worden overschreden. Portaal heeft [gedaagde] hier bij herhaling op gewezen, maar dit heeft geen effect gehad. De overlast is blijkens de voortdurende meldingen van de buren gewoon doorgegaan. Zelfs de aankondiging door Portaal dat bij voortzetting van de overlast ontruiming zou volgen, heeft niet geleid tot een einde aan de overlast. Buurtbemiddeling is geprobeerd, maar heeft niet tot resultaat geleid, omdat [gedaagde] zich op geen enkele manier ontvankelijk heeft getoond voor de klachten van (al) haar buren.
3.3. [gedaagde] heeft ter zitting betoogd dat niet zij, maar juist haar buren degenen zijn die overlast veroorzaken. Ter onderbouwing van die stelling heeft zij onder meer een lijst in het geding gebracht van buurtbewoners, die verklaren dat zij geen last hebben van [gedaagde] en dat zij vinden dat [gedaagde] in haar woning mag blijven wonen.
Het verweer van [gedaagde] overtuigt niet. Weliswaar heeft [gedaagde] enkele eigen meldingen van overlast over haar buren in het geding gebracht, maar deze zijn naar aard en omvang zeer gering vergeleken met de klachtenreeks aan haar adres. Uiteraard wordt dit geding niet beslist door de vraag wie de meeste klachten heeft ingediend. Belangrijker is dat de klachten van [gedaagde], anders dan de klachten tegen haar, op geen enkele manier worden ondersteund door andere omwonenden. [gedaagde] staat hierin alleen.
De kantonrechter acht de adhesie-verklaring aan het adres van [gedaagde] van minder gewicht dan de overlastklachten tegen haar, omdat deze verklaring is opgesteld door buurtbewoners die, naar ter zitting is komen vast te staan, veel verder van [gedaagde] weg wonen dan degenen die de klachten tegen [gedaagde] hebben geuit.
Dat [gedaagde] daadwerkelijk door haar buren is mishandeld is niet gebleken. Doordat [gedaagde], anders dan Portaal had geadviseerd, pas in januari 2009 (na het uitbrengen van de dagvaarding in deze zaak) aangifte heeft gedaan van de door haar gestelde mishandeling in mei 2008, is hierover geen duidelijkheid gekomen.
De slotsom is dat [gedaagde] de woning zal moeten verlaten. Bij deze ingrijpende beslissing houdt de kantonrechter rekening met de toezegging van Portaal, dat zij zich zal inspannen om voor [gedaagde] andere woonruimte te vinden.
3.4. [gedaagde] wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten.
Beslissing
De kantonrechter:
geeft de volgende onmiddellijke voorziening:
veroordeelt [gedaagde] om de onroerende zaak [adres] te [woonplaats] met al wie en al wat zich daarin vanwege de gedaagde partij bevindt binnen 14 dagen na de betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten en met overgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking van de eisende partij te stellen, met machtiging op de eisende partij om de ontruiming zo nodig zelf en op kosten van [gedaagde] uit te voeren met behulp van politie en justitie;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Portaal, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op
€ 760,25, waarin begrepen € 400,- aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. van Lieshout, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2009.