ECLI:NL:RBUTR:2009:BH2766
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Delft-Baas
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie in huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Utrecht, is op 11 februari 2009 vonnis gewezen in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en een natuurlijke persoon. De eisers in conventie, aangeduid als [eiseres sub 1] en [eiser sub 2], hebben een verzoek ingediend tot ontslag van instantie tegen de gedaagde, aangeduid als [gedaagde]. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 11 juni 2008, waarin een comparitie van partijen was gelast. Echter, deze comparitie heeft geen doorgang gevonden. De gedaagde heeft in een faxbericht van 11 september 2008 medegedeeld dat [eiseres sub 1] op 24 juni 2008 door de rechtbank in staat van faillissement is verklaard, met benoeming van mr. R.H. Smink tot curator. De curator heeft echter geen gehoor gegeven aan de oproeping om het geding over te nemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen gronden zijn voor het weigeren van het verzoek tot ontslag van instantie. De vorderingen van de partijen strekken tot het vaststellen van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen [eiser sub 2] en [gedaagde]. De rechtbank oordeelt dat het niet noodzakelijk is dat de schuldeiser, in dit geval [eiseres sub 1], als procespartij betrokken is bij de procedure voor het vaststellen van de verdeling. De rechtbank heeft daarom besloten om het verzoek tot ontslag van instantie te verlenen en de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M. van Delft-Baas.