ECLI:NL:RBUTR:2009:BH2766

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
11 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
247123 / HA ZA 08-765
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. van Delft-Baas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van instantie in huwelijksgoederengemeenschap

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Utrecht, is op 11 februari 2009 vonnis gewezen in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en een natuurlijke persoon. De eisers in conventie, aangeduid als [eiseres sub 1] en [eiser sub 2], hebben een verzoek ingediend tot ontslag van instantie tegen de gedaagde, aangeduid als [gedaagde]. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 11 juni 2008, waarin een comparitie van partijen was gelast. Echter, deze comparitie heeft geen doorgang gevonden. De gedaagde heeft in een faxbericht van 11 september 2008 medegedeeld dat [eiseres sub 1] op 24 juni 2008 door de rechtbank in staat van faillissement is verklaard, met benoeming van mr. R.H. Smink tot curator. De curator heeft echter geen gehoor gegeven aan de oproeping om het geding over te nemen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen gronden zijn voor het weigeren van het verzoek tot ontslag van instantie. De vorderingen van de partijen strekken tot het vaststellen van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen [eiser sub 2] en [gedaagde]. De rechtbank oordeelt dat het niet noodzakelijk is dat de schuldeiser, in dit geval [eiseres sub 1], als procespartij betrokken is bij de procedure voor het vaststellen van de verdeling. De rechtbank heeft daarom besloten om het verzoek tot ontslag van instantie te verlenen en de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M. van Delft-Baas.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 247123 / HA ZA 08-765
Vonnis van 11 februari 2009
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 1],
gevestigd te [woonplaats],
2. [eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. A.J. Kiela,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. T. Husen.
Partijen zullen hierna als volgt worden aangeduid. Eisers in conventie, verweerders in reconventie worden gezamenlijk aangeduid als [eisers] en ieder afzonderlijk als [eiseres sub 1] en [eiser sub 2]. Gedaagde in conventie, eiseres in reconventie zal [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 juni 2008, waarbij een comparitie van partijen is gelast, met de in dat vonnis genoemde gedingstukken
- het faxbericht van 13 november 2008 aan de zijde van [gedaagde], houdende verzoek ontslag van instantie
- de antwoordakte van 14 januari 2009 aan de zijde van [eiseres sub 1]
1.2. De bij voormeld tussenvonnis bevolen comparitie heeft geen doorgang gevonden.
1.3. Bij faxbericht van 11 september 2008 heeft [gedaagde] aan de rechtbank medegedeeld dat [eiseres sub 1] op 24 juni 2008 door deze rechtbank in staat van faillissement is verklaard, met benoeming van mr. R.H. Smink tot curator.
1.4. In conventie is de zaak vervolgens aangehouden teneinde [gedaagde] in de gelegenheid te stellen de curator tot overneming van het geding op te roepen.
1.5. De curator heeft geen gevolg gegeven aan deze oproeping.
1.6. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. [gedaagde] verzoekt om ontslag van instantie, met veroordeling van [eiseres sub 1] in de kosten van de procedure.
2.2. De curator heeft geen gehoor gegeven aan de oproeping in de zin van artikel 27
lid 1 Faillissementswet. Bovendien zijn er geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan geoordeeld zou moeten worden dat het gevraagde ontslag van instantie dient te worden geweigerd. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de vorderingen over en weer strekken tot het vaststellen van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap die heeft bestaan tussen [eiser sub 2] en [gedaagde]. De omstandigheid dat er, zoals [eiseres sub 1] aanvoert, schulden aan [eiseres sub 1] behoren tot de te verdelen huwelijksgoederengemeenschap vormt geen reden tot weigering van het verzoek. Voor het vaststellen van de verdeling van een ontbonden huwelijksgoederen-gemeenschap waartoe zoals in dit geval kennelijk een schuld behoort, is het niet nodig dat tevens de schuldeiser, in casu [eiseres sub 1] als procespartij bij de procedure is betrokken. Het gevraagde ontslag zal dan ook worden verleend.
2.3. Voor de volledigheid merkt de rechtbank op dat het overwogene onder punt 2.2. tot gevolg heeft dat de comparitie van partijen, die gepland staat op 20 februari 2009, zal plaatsvinden tussen [eiser sub 2] en [gedaagde].
2.4. Omdat de vorderingen over en weer strekken tot het vaststellen van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap die heeft bestaan tussen [eiser sub 2] en [gedaagde], zal de rechtbank de proceskosten compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
3. De beslissing
De rechtbank
in de procedure tussen [eiseres sub 1] en [gedaagde]:
3.1. ontslaat [gedaagde] van de instantie,
3.2. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Delft-Baas en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2009.?
w.g. griffier w.g. rechter