ECLI:NL:RBUTR:2009:BH6944
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Bruins
- W. Foppen
- J.F. Dekking
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van moeder voor de dood van haar twee maanden oude baby door onopzettelijke gedragingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 20 maart 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een moeder die werd beschuldigd van de dood van haar twee maanden oude baby. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de dood van haar kind, maar heeft haar vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeert dat de feitelijke gedragingen en intenties van de verdachte niet met voldoende zekerheid konden worden vastgesteld. De verdediging stelde dat de dood van het kind het gevolg was van een tragisch ongeluk, waarbij de verdachte, na het nuttigen van alcohol, de baby per ongeluk twee keer had laten vallen.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de deskundigen in overweging genomen. Hoewel de deskundige Bilo de verklaringen van de verdachte als ongeloofwaardig beschouwde, kon de rechtbank niet concluderen dat er opzet in het spel was. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor opzettelijk handelen of voorbedachte raad. De verdachte had geen motief voor het doden van haar kind en de mogelijkheid van andere accidentele oorzaken van het letsel kon niet worden uitgesloten.
De rechtbank heeft ook de inconsistenties in de verklaringen van de verdachte en de blinde vlekken in haar geheugen in overweging genomen, maar deze waren niet voldoende om tot een veroordeling te komen. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte vrijgesproken moest worden van alle tenlastegelegde feiten, inclusief dood door schuld, omdat de overtuiging dat de verdachte opzet had op de dood van haar kind niet kon worden gedragen door de beschikbare bewijsmiddelen. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de uitspraak is gedaan in het openbaar.