ECLI:NL:RBUTR:2009:BH7749
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Bruins
- M.J. Grapperhaus
- J.P. Killian
- Rechtspraak.nl
Schending van ambtsgeheim door ex-politieagent zonder strafoplegging
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 25 maart 2009 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een ex-politieagent, die beschuldigd werd van het schenden van zijn ambtsgeheim. De verdachte had in een telefoongesprek met een oud-collega informatie gedeeld over een lopende strafzaak, wat leidde tot de verdenking van opzettelijke schending van het ambtsgeheim. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan deze schending, maar legde geen straf op. Dit besluit was gebaseerd op de overweging dat de verdachte geen kwade bedoelingen had en dat de informatie die hij had gedeeld niet verder was verspreid. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tweede verdenking van schending van het ambtsgeheim en verduistering van een transponder, omdat er onvoldoende bewijs was voor opzettelijk handelen.
De rechtbank overwoog dat de verdachte, ondanks zijn schuldigverklaring, al voldoende gestraft was door zijn strafontslag en de psychische gevolgen van het strafrechtelijk onderzoek. De rechtbank benadrukte dat de verdachte niet handelde vanuit kwade bedoelingen en dat de gevolgen van zijn handelen beperkt waren gebleven. De beslissing om geen straf op te leggen werd ook ingegeven door de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die na zijn ontslag geen inkomen meer had en zich moest oriënteren op een carrière buiten de politie.
De rechtbank verklaarde de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging, sprak de verdachte vrij van twee van de drie ten laste gelegde feiten, en legde geen straf of maatregel op voor de bewezenverklaring van de schending van het ambtsgeheim.