ECLI:NL:RBUTR:2009:BH9840
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- rechter
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot doorhaling akte burgerlijke stand en overdracht naar nevenzittingsplaats
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 4 maart 2009 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de Officier van Justitie tot doorhaling van akten in de burgerlijke stand. Het verzoek betreft de geboorte-akte van twee kinderen, geboren in respectievelijk 1998 en 2000, die zijn ingeschreven in de registers van de gemeenten Amersfoort en Leusden. De aanleiding voor het verzoek is een administratieve fout binnen de rechtbank Utrecht, die heeft geleid tot onjuiste informatie aan de betrokken gemeenten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een eerdere beschikking is gegeven op 22 oktober 2008, waarbij vervangende toestemming tot erkenning was verleend. Deze beschikking is in kracht van gewijsde gegaan, omdat er geen hoger beroep was ingesteld. Echter, op 22 januari 2009 is er wel degelijk hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, wat de basis vormt voor het verzoek van het openbaar ministerie.
Gezien de betrokkenheid van personeel van de rechtbank bij deze zaak, heeft de rechtbank besloten dat het verzoek op grond van artikel 6 lid 2 van het Besluit Nevenvestigings- en Nevenzittingsplaatsen in een nevenzittingsplaats buiten het arrondissement Utrecht behandeld dient te worden. De rechtbank heeft daarom de zaak overgedragen aan de rechtbank Arnhem, die als nevenzittingsplaats van de rechtbank Utrecht zal fungeren.
De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechter en de griffier, mr. T.M.M.P. Westbroek, op 4 maart 2009.