ECLI:NL:RBUTR:2009:BI0473
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en collectief ontslag bij Kembo B.V.
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 3 april 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerder] met Kembo B.V. Kembo, een producent van meubelprogramma’s, heeft het verzoek ingediend op basis van vermeend disfunctioneren van [verweerder], die sinds 1986 in dienst was. Kembo verkeert in financieel zwaar weer en heeft ook ontbinding van 25 andere arbeidsovereenkomsten aangevraagd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek verband houdt met een collectief ontslag en dat de ontbinding van een werknemer wegens disfunctioneren niet past binnen de bepalingen van de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO).
De kantonrechter heeft de argumenten van Kembo beoordeeld, waaronder de afname van de omzet in de zorgsector onder leiding van [verweerder] en signalen van medewerkers over zijn leidinggevende capaciteiten. Echter, de kantonrechter heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor het disfunctioneren van [verweerder]. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de directeur van Kembo, [naam], geen nadere toelichting kunnen geven over het disfunctioneren, wat de rechter onvoldoende aannemelijk vond.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding afgewezen en Kembo veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op € 800,-. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontslagprocedures, vooral in het kader van collectieve ontslagen, en de verplichtingen die voortvloeien uit de WMCO.