ECLI:NL:RBUTR:2009:BI1797
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- A.J. Smit
- A.M.M.E. Doekes
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake ontnemingsvordering drugshandel met vaststelling wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Utrecht op 21 april 2009 uitspraak gedaan over de ontnemingsvordering tegen een veroordeelde in verband met drugshandel. Tijdens de zitting op 7 april 2009 is de veroordeelde gehoord, en zijn de standpunten van de officier van justitie en de raadsman, mr. H.J. Veen, naar voren gebracht. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, dat door hem werd geschat op € 905.492,50. De rechtbank heeft de grondslag voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, zoals neergelegd in het proces-verbaal van het 'Strafrechtelijk Financieel Onderzoek CERES', in beginsel juist bevonden. De rechtbank heeft echter extra gemaakte kosten in aanmerking genomen en de berekening van het netto wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 1.796.235,-. Aangezien de veroordeelde en zijn medeveroordeelde geen inzicht hebben gegeven in de verdeling van de opbrengsten van hun criminele activiteiten, heeft de rechtbank een pondspondsgewijze verdeling toegepast, wat resulteert in een bedrag van € 898.117,50 voor de veroordeelde.
De rechtbank legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat van dit bedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit vonnis is gewezen door mr. P. Bender, voorzitter, mr. A.J. Smit en mr. A.M.M.E. Doekes, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. P. Groot-Smits en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 april 2009. De procedure is gebaseerd op verschillende stukken, waaronder de vordering, het strafdossier en het proces-verbaal van het financieel onderzoek. De rechtbank heeft de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 898.117,50, en de vordering van de officier van justitie voor het overige afgewezen.