ECLI:NL:RBUTR:2009:BI4723
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing in gesloten jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Utrecht op 20 mei 2009 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten jeugdzorginstelling. De procedure begon met een verzoek van Bureau Jeugdzorg Utrecht op 3 april 2009 om de machtiging te verlengen voor een jaar. De kinderrechter heeft op 28 april 2009 een voorlopige machtiging verleend voor een periode van drie weken, met ingang van 4 mei 2009. Tijdens de zitting op 18 mei 2009 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de minderjarige, zijn advocaat, de moeder en vertegenwoordigers van Bureau Jeugdzorg.
De advocaat van de minderjarige heeft aangevoerd dat het indicatiebesluit niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat er geen duidelijke verklaring was over de opvoedingsproblemen en dat er een instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper ontbrak. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de bezwaren tegen het indicatiebesluit niet meer konden worden ingediend, aangezien dit besluit al formele rechtskracht had gekregen door eerdere uitspraken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de jeugdige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft die zijn ontwikkeling belemmeren en dat opname in een gesloten jeugdzorginstelling noodzakelijk is.
Uiteindelijk heeft de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 26 november 2009, overeenkomstig de geldigheidsduur van het indicatiebesluit. Het verzoek om een langere termijn werd afgewezen, maar de kinderrechter heeft benadrukt dat de jeugdige een positieve ontwikkeling doormaakt die moet worden voortgezet. De beschikking is openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 20 mei 2009, met de kinderrechter en de griffier aanwezig.