ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6028
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing in gesloten jeugdzorg voor een jeugdige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Utrecht op 26 mei 2009 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een jeugdige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. Het verzoek tot verlenging is ingediend door Bureau Jeugdzorg Utrecht op 23 april 2009, met als doel de jeugdige voor een periode van zes maanden in gesloten jeugdzorg te plaatsen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de jeugdige, zijn advocaat mevrouw C. Lamphen, de moeder en een begeleidster van de Lindenhorst aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de jeugdige, geboren in 2002, ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont die zijn ontwikkeling belemmeren. De eerdere machtiging tot uithuisplaatsing was op 27 november 2008 verleend en gold tot 3 juni 2009. De kinderrechter heeft de verlenging van de ondertoezichtstelling met ingang van 3 juni 2009 voor een jaar goedgekeurd, op basis van de overgelegde stukken, waaronder verklaringen van betrokkenen en een gedragswetenschapper.
De advocaat van de jeugdige heeft tijdens de zitting opgemerkt dat er een recente instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper ontbrak, maar de kinderrechter oordeelde dat dit geen beletsel vormde voor de verlenging van de machtiging. De kinderrechter baseerde zijn oordeel op de nauwe koppeling tussen het indicatiebesluit en de verklaring van de stichting, zoals vastgelegd in de Wet op de jeugdzorg. De kinderrechter concludeerde dat er voldoende onderbouwing was voor de noodzaak van gesloten jeugdzorg en dat de verlenging van de machtiging gerechtvaardigd was.
De beschikking werd openbaar uitgesproken door de kinderrechter in bijzijn van de griffier, D.B.T. Koster, en de machtiging werd verlengd tot de termijn van het indicatiebesluit.