1.
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
a. [eiser] is op 17 juli 2008 in dienst getreden van [gedaagde] in de functie van servicemedewerker bij een benzinestation op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden. Na het verstrijken van deze termijn is de arbeidsovereenkomst stilzwijgend verlengd voor de duur van zes maanden. Het laatstgenoten brutoloon be-draagt € 1.719,- per maand exclusief onregelmatigheidstoeslag en overige emolumenten.
b. Op 22 januari 2009 heeft [eiser] zich ziek gemeld bij [gedaagde] met psychische klachten.
c. Op 16 maart 2009 is [eiser] gezien door de bedrijfsarts. De bedrijfsarts gaf aan dat [eiser] arbeidsongeschikt was voor eigen werk, maar achtte [eiser] geschikt om contact met zijn werkgever c.q. zijn direct leidinggevende te onderhouden en achtte [eiser] voorts geschikt voor werkhervatting per 16 april 2009 in aangepast werk in een vast dagritme, te starten met twee uur per dag in werk zonder stress, drukte en conflicten. [eiser] heeft bezwaar gemaakt tegen de datum van 16 april 2009 voor het starten van een re-integratietraject, aangezien zijn huisarts en een psycholoog rust hadden geadviseerd. [eiser] heeft een machtiging getekend, zodat de bedrijfsarts kon overleggen met de huisarts. Voorts heeft de bedrijfsarts [eiser] gewezen op de mogelijkheid van een second opinion/deskundigenoordeel bij het UWV.
d. Na zijn bezoek aan de arbo-arts d.d. 16 maart 2009 heeft [eiser] geruime tijd niets vernomen van de arbodienst of van [gedaagde].
e. Bij e-mailbericht van 18 maart 2009 heeft de arbodienst aan [gedaagde] rapport uitgebracht van het bezoek d.d. 16 maart 2009 van [eiser] aan de arboarts. De conclusie en het advies van de arboarts zoals neergelegd in de rapportage zijn gelijk-luidend aan hetgeen dienaangaande hierboven onder c is vermeld. [eiser] is niet op de hoogte gesteld van deze rapportage.
f. In antwoord op vragen van de arbo-arts over de gezondheidstoestand van [eiser] heeft de huisarts van [eiser] de arbo-arts bij brief van 19 maart 2009 meegedeeld dat [eiser] zijns inziens nog niet voldoende hersteld was om het contact met zijn werkgever te hervatten.
g. Op 17 april 2009 heeft de gemachtigde van [gedaagde] de gemachtigde van [eiser] meegedeeld dat [eiser] op 16 april 2009 ten onrechte niet was verschenen teneinde gedurende twee uur per dag in aangepast werk zonder stress, drukte, conflicten etc. te komen werken. Hierop heeft de gemachtigde van [eiser] aangegeven dat Groene-woud niet bekend was met enige rapportage van de arbodienst, waaruit zou blijken dat hij op 16 april 2009 zijn werk deels had moeten hervatten, en dat hij graag het kennelijk bestaande rapport van de arbodienst zou ontvangen.
h. Op 21 april 2009 heeft de gemachtigde van [gedaagde] de gemachtigde van [eiser] de rapportage van de arbodienst d.d. 18 maart 2009 doen toekomen. In de begeleidende brief wordt door de gemachtigde van [gedaagde] gesteld dat met [eiser] op het spreekuur van de arbo-arts op 16 maart 2009 afspraken zijn gemaakt ten aanzien van zijn re-integratie, dat deze afspraken aan [eiser] bekend zijn, maar dat [eiser] weigert mee te werken aan zijn re-integratie en dat [gedaagde] daarom de loonbetaling aan [eiser] per direct heeft stopgezet:
Uw cliënt is op 16 maart jl. op het spreekuur verschenen van de arbo arts. Met uw cliënt zijn op het spreekuur afspraken gemaakt ten aanzien van zijn re-integratie. Uit de rapportage blijkt dat uw cliënt het niet eens is met het oordeel van de arbo arts, en om die reden zijn werkzaamheden conform het advies niet op 16 april jl. heeft hervat. Opmerkelijk is dat uw cliënt ondanks het feit dat het advies van de arbo arts met uw cliënt mondeling is besproken zich blijkbaar van de domme houdt. Aon heeft mij bevestigd dat de rapportage eveneens aan uw cliënt per post is toegezonden. Van onwetendheid is hier dan ook geen sprake. Voor de goede orde treft u de rapportage als bijlage bij dit schrijven, waarvan ik u volledigheidshalve verwijs naar de inhoud.
Het mag duidelijk zijn dat uw cliënt enerzijds weigert mee te werken aan een oplossing voor zijn probleem, en anderzijds hardnekkig weigert mee te werken aan zijn re-integratie.
Uw cliënt is tijdens bovengenoemd spreekuur gewezen op de mogelijkheid van een second opinion bij het UWV, en heeft hierover de nodige informatie d.m.v. een folder ontvangen.
Mijn cliënt is gelet op bovenstaande dan ook verplicht alle salarisbetalingen aan uw cliënt per direct stop te zetten, tot het moment dat uw cliënt zich houdt aan de gemaakte afspraken en blijk geeft mee te werken aan zijn re-integratie.
i. Bij brief van 24 april 2009 heeft de gemachtigde van [eiser] de gemachtigde van [gedaagde] meegedeeld dat [eiser] niets wist omtrent een definitieve hervatting en dat [gedaagde] daarom gehouden is het loon door te betalen. Voorts werd meegedeeld dat [eiser] zijn beslissing om een second opinion aan te vragen bij het UWV aanhield totdat hij nader van de arbodienst zou hebben vernomen.
j. De gemachtigde van [eiser] heeft via een e-mail aan de arbodienst d.d. 24 april 2009 geprobeerd helderheid te krijgen over (de uitkomst van) het overleg tussen de arboarts en de huisarts van [eiser] en de verzending van het rapport van de arbodienst aan [eiser]. Daarbij stelde [eiser] zich op het standpunt dat de mededeling van de arboarts dat hij op 16 april 2009 zijn werk gedeeltelijk zou moeten hervatten voorwaardelijk was gedaan, in afwachting van het bericht van de huisarts, maar dat hij vervolgens niets meer van de arbodienst heeft vernomen en dus niet wist dat hij op 16 april 2009 definitief diende te hervatten:
De mededeling dat de werknemer eventueel op 16 april 2009 gedurende twee uur zou moeten hervatten werd voorwaardelijk gedaan. Immers het definitieve oordeel zou mede afhangen van het bericht van de huisarts. Dat bericht is op 19 maart 2009 door de huisarts verzonden. Vervolgens echter werd uwerzijds niets meer vernomen. Het was de werknemer dan ook niet bekend dat hij op 16 april 2009 definitief diende te hervatten. Formeel is hem dat tot op heden door u nog steeds niet bekend gemaakt. (…)
Gelet op het vorenstaande verneem ik graag van u:
A. wanneer de brief met het rapport naar de werknemer is verzonden;
B. wanneer de verklaring van de huisarts bij de bedrijfsarts is binnengekomen;
C. wanneer er overleg is geweest tussen de bedrijfsarts en de huisarts;
D. wat de conclusie was uit dit overleg en op welke wijze die eindconclusie met de werknemer is gecommuniceerd.
k. In reactie hierop heeft de arbodienst bij e-mail van 29 april 2009 aangegeven dat een dergelijke rapportage niet standaard wordt verstuurd, maar alleen als daar expliciet om gevraagd wordt, en [eiser] voor het overige verwezen naar de werkgever.
l. Bij brief van 5 mei 2009 heeft de gemachtigde van [eiser] de gemachtigde van [gedaagde] verzocht te bevorderen dat de arbodienst duidelijkheid verschaft over haar bevindingen, zodat [eiser] zonodig een second opinion bij het UWV kan aanvragen:
Ik verzoek u te bevorderen dat de Arbo-dienst eindelijk duidelijk aan cliënt kenbaar maakt wat het overleg tussen de Arbo-dienst en de huisarts van cliënt heeft opgeleverd en of de Arbo-dienst vasthoudt aan haar advies om cliënt met ingang van 16 april gedurende twee uur te laten hervatten. Indien zulks namelijk het geval is, dan zal cliënt terzake een second opinion bij het UWV aanvragen.