ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ4801

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
20 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
250175 / FA RK 08-3480 en 256067 / FA RK 08-5977
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en litispendentie tussen Nederlandse en Marokkaanse rechter

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 20 mei 2009 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, beiden met de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit. De vrouw had op 17 december 2008 een verzoek tot echtscheiding ingediend, maar de man verweerde zich met het argument dat er al een echtscheidingsprocedure aanhangig was in Marokko. De rechtbank heeft de zaak in eerste instantie aangehouden in afwachting van de ontwikkelingen in Marokko.

Op 13 maart 2009 heeft de vrouw haar verzoek tot echtscheiding ingetrokken. De man heeft vervolgens op 3 april 2009 een zelfstandig verzoek ingediend om de vrouw in de proceskosten te veroordelen. De vrouw heeft hiertegen geprotesteerd en verzocht om de man in de proceskosten te veroordelen. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat beide partijen de keuze hadden tussen de Nederlandse en de Marokkaanse rechter, maar dat de man ervoor heeft gekozen om de procedure in Marokko te starten, terwijl het voor de vrouw efficiënter was geweest om dit in Nederland te doen.

De rechtbank oordeelt dat beide partijen zichzelf en elkaar onnodig op kosten hebben gejaagd door niet tijdig overleg te plegen. In familiezaken wordt doorgaans alleen proceskostenveroordeling toegepast in gevallen van misbruik van procesrecht, wat in deze zaak niet is aangetoond. Daarom heeft de rechtbank besloten om de proceskosten te compenseren, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moeten dragen. De rechtbank heeft het verzoek van de man om de vrouw in de proceskosten te veroordelen afgewezen en het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rekestnummer: 250175 / FA RK 08-3480 en 256067 / FA RK 08-5977
Echtscheiding
Beschikking van 20 mei 2009
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. S.M.G. Weitjens,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de man,
advocaat mr. J.M. van Noort,
behandelend advocaat mr. J.C.A.M. Huntjens te Rotterdam.
1. Verloop van de procedure
Op 17 december 2008 heeft de rechtbank een eerdere beschikking gegeven tussen partijen. Voor het verloop van de procedure tot die datum wordt verwezen naar die beschikking.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de nadien ingekomen stukken.
2. Vaststaande feiten
Hiervoor verwijst de rechtbank naar de beschikking van 17 december 2008.
3. Beoordeling van het verzochte
3.1. In deze procedure had, kort gezegd, de vrouw de echtscheiding verzocht met nevenvoorzieningen. De man heeft zich daartegen verweerd met een beroep op een echtscheidingsprocedure die in Marokko al eerder aanhangig was. De rechtbank heeft de zaak vanwege die procedure in Marokko aangehouden.
3.2. Inmiddels heeft de vrouw bij fax van mr. Weitjens van 13 maart 2009 haar verzoek ingetrokken. De man heeft hierop bij brief van 3 april 2009 een zelfstandig verzoek gedaan om de vrouw in de proceskosten te veroordelen. De vrouw heeft zich bij brief van 22 april 2009 daartegen verzet en van haar kant gevraagd om de man in de proceskosten te veroordelen.
3.3. De rechtbank oordeelt daarover als volgt. Partijen hebben beiden zowel de Marokkaanse als de Nederlandse nationaliteit. Zij hadden dus de keus tussen de Nederlandse en de Marokkaanse rechter. De man heeft een echtscheidingsverzoek ingediend in Marokko, hoewel het in elk geval voor de vrouw makkelijker en efficiënter was geweest om dat in Nederland te doen. De vrouw heeft vervolgens in Nederland een verzoek ingediend en dit verzoek gehandhaafd ook toen zij wist dat er in Marokko al een procedure aanhangig was. Partijen hebben daarmee zichzelf en elkaar op kosten gejaagd. Zij hadden zich dat kunnen besparen door tijdig met elkaar te overleggen. Juist in familiezaken is dergelijk overleg echter vaak moeilijk. Daarom worden in familiezaken partijen alleen in de proceskosten veroordeeld in geval van (kort gezegd) misbruik van procesrecht. Daarvan is hier niet gebleken. De rechtbank zal daarom op de gebruikelijke wijze de proceskosten compenseren.
4. Beslissing
4.1. Partijen moeten elk de eigen proceskosten betalen.
4.2. Het meer of anders verzochte wordt afgewezen.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.W.A. Vonk, rechter, in aanwezigheid van mr. N.I. Ganzevoort, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2009.?