ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ4801
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en litispendentie tussen Nederlandse en Marokkaanse rechter
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 20 mei 2009 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, beiden met de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit. De vrouw had op 17 december 2008 een verzoek tot echtscheiding ingediend, maar de man verweerde zich met het argument dat er al een echtscheidingsprocedure aanhangig was in Marokko. De rechtbank heeft de zaak in eerste instantie aangehouden in afwachting van de ontwikkelingen in Marokko.
Op 13 maart 2009 heeft de vrouw haar verzoek tot echtscheiding ingetrokken. De man heeft vervolgens op 3 april 2009 een zelfstandig verzoek ingediend om de vrouw in de proceskosten te veroordelen. De vrouw heeft hiertegen geprotesteerd en verzocht om de man in de proceskosten te veroordelen. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat beide partijen de keuze hadden tussen de Nederlandse en de Marokkaanse rechter, maar dat de man ervoor heeft gekozen om de procedure in Marokko te starten, terwijl het voor de vrouw efficiënter was geweest om dit in Nederland te doen.
De rechtbank oordeelt dat beide partijen zichzelf en elkaar onnodig op kosten hebben gejaagd door niet tijdig overleg te plegen. In familiezaken wordt doorgaans alleen proceskostenveroordeling toegepast in gevallen van misbruik van procesrecht, wat in deze zaak niet is aangetoond. Daarom heeft de rechtbank besloten om de proceskosten te compenseren, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moeten dragen. De rechtbank heeft het verzoek van de man om de vrouw in de proceskosten te veroordelen afgewezen en het meer of anders verzochte afgewezen.