ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ4815

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
7 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
638680 AE VERZ 09-531
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de kantonrechter in arbeidsovereenkomst ontbinding met Belgische werknemer

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 7 augustus 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Trendhopper International B.V. en een werknemer, die in België woont. De werknemer, aangeduid als [verweerder], heeft verweer gevoerd tegen de bevoegdheid van de kantonrechter in Utrecht, stellende dat de Belgische rechter bevoegd is op grond van de EEX-verordening. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer zijn woonplaats in België heeft en dat volgens artikel 20 van de EEX-verordening de werkgever de werknemer alleen kan oproepen voor het gerecht van de lidstaat waar de werknemer woonachtig is. Dit betekent dat de Belgische rechter bevoegd is om het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te behandelen.

Trendhopper heeft aangevoerd dat er een nauwe band bestaat tussen het verzoek van [verweerder] en andere verzoeken die gelijktijdig zijn behandeld, en dat het daarom wenselijk is dat de kantonrechter in Utrecht het verzoek behandelt om tegenstrijdige uitspraken te voorkomen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de samenhangende vorderingen in de zin van artikel 28 EEX-Vo alleen betrekking hebben op vorderingen tussen dezelfde partijen. Aangezien er in deze zaak slechts één vordering tussen Trendhopper en [verweerder] bestaat, en de andere verzoeken betrekking hebben op andere werknemers, kan dit argument niet slagen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De proceskosten zijn gecompenseerd, omdat er nog een arbeidsverhouding tussen partijen bestaat. Deze uitspraak benadrukt het belang van de woonplaats van de werknemer in het kader van de bevoegdheid van de rechter in arbeidsgeschillen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Amersfoort
zaaknummer: 638680 AE VERZ 09-531 wh
beschikking d.d. 7 augustus 2009
inzake
de besloten vennootschap
Trendhopper International B.V.,
gevestigd te Leusden,
verder ook te noemen Trendhopper,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. L.M. Welschen-van der Hoek,
tegen:
[verweerder],
wonende te [woonplaats] (België),
verder ook te noemen [verweerder],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. V.E. Tsoutsanis.
1. Het verloop van de procedure
Trendhopper heeft op 25 juni 2009 een verzoekschrift ingediend.
[verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is ter zitting van 29 juli 2009 behandeld gelijktijdig met nog zes andere verzoeken. Daarvan is aantekening gehouden.
Hierna is uitspraak bepaald.
2. De feiten
2.1 [verweerder], geboren op [geboortedatum] en derhalve thans 48 jaar oud, is op 12 oktober 1998 in dienst bij Tendhopper getreden. Zijn functie is Formulebegeleider. Het laatstgenoten brutoloon bedraagt € 4.687,40 per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag. In artikel 13 van de arbeidsovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing verklaard.
2.2 [verweerder] is sinds 20 april 2009 arbeidsongeschikt.
3. Het verzoek en het verweer
3.1 Trendhopper verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op een zo kort mogelijke termijn.
Aan dit verzoek legt Trendhopper ten grondslag dat sprake is van een bedrijfseconomische noodzaak tot bezuinigingen, als gevolg waarvan de arbeidsplaats van [verweerder] is komen te vervallen.
3.2 [verweerder] heeft het verweer opgeworpen dat de kantonrechter te Utrecht onbevoegd is om van het verzoek kennis te nemen, op grond van hetgeen is bepaald in artikel 20 lid 1 EEX-verordening (nr. 44/2001).
4. De beoordeling
4.1 De kantonrechter stelt voorop dat [verweerder] op geen enkele wijze ter zitting afstand heeft gedaan van zijn beroep op onbevoegdheid. Beoordeeld dient derhalve te worden of de kantonrechter te Amersfoort bevoegd is om kennis te nemen van het geschil. De kantonrechter is met partijen van oordeel dat de bevoegdheid van de Nederlandse rechter moet worden beoordeeld op basis van de artikelen 18-21 van de EEX-Verordening betreffende de rechtelijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EEX-Vo). Ingevolge artikel 20 EEX-Vo kan de werkgever de werknemer slechts oproepen voor het gerecht van de lidstaat op het grondgebied waarvan de werknemer woonplaats heeft. Tussen partijen staat vast dat [verweerder] zijn woonplaats in België heeft. Dat betekent dat de Belgische rechter bevoegd is kennis te nemen van het onderhavige verzoek.
4.2 Het verweer van Trendhopper dat de kantonrechter op grond van artikel 28 EEX-Vo en 22 EVEX-Verdrag bevoegd is van haar verzoek kennis te nemen nu er tussen het verzoekschrift van [verweerder] en de overige zes werknemer een nauwe band bestaat en voorkomen moet worden dat bij afzonderlijke berechting van zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven, kan niet slagen. De samenhangende vorderingen in de zin van artikel 28 EEX-Vo betreffen vorderingen tussen dezelfde partijen. In de onderhavige zaak is er maar één “vordering” tussen Trendhopper en [verweerder]. De overige verzoeken van Trendhopper betreffen immers andere werknemers.
4.3 Gelet op het bovenstaande zal de kantonrechter zich onbevoegd verklaren om kennis te nemen van het onderhavige verzoek. De kantonrechter ziet aanleiding de proceskosten te compenseren, nu er tussen partijen nog een arbeidsverhouding blijft bestaan.
5. Beslissing
De kantonrechter:
verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het onderhavige verzoek.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.M. de Laat, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2009.