ECLI:NL:RBUTR:2009:BK3843

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
1 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-600512-09
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de Rechtbank Utrecht inzake voorbereiding van diefstal in vereniging met geweld

Op 1 september 2009 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich had schuldig gemaakt aan de voorbereiding van een gewapende overval. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een medeverdachte, op 6 mei 2009 in Abcoude een semi-automatisch vuurwapen voorhanden had en in de periode van 1 april tot en met 7 mei 2009 een gewapende overval heeft voorbereid. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de voorbereidingen voor een gewapende overval, waarbij hij en zijn medeverdachte zich op verschillende manieren hebben voorbereid, waaronder het opstellen van een plan van aanpak.

De rechtbank heeft in haar oordeel meegewogen dat de verdachte geen redelijke uitleg heeft gegeven voor zijn gedrag en dat de door de verdediging aangevoerde hypothese dat het om een spel zou gaan, onwaarschijnlijk is. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan de bewezenverklaarde feiten. De verdachte heeft gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht, wat de rechtbank als een aanwijzing voor zijn schuld heeft gezien.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 27 maanden geëist, maar de rechtbank heeft, gezien de ernst van de feiten en het gewelddadige karakter van de voorbereiding, besloten om een hogere straf op te leggen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en heeft de in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaard. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de opgelegde gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/600512-09 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 1 september 2009
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1988] te [geboorteplaats] (Suriname)
wonende te [woonplaats]
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Midden Holland, Huis van Bewaring Haarlem te Haarlem
raadsman mr. J.B. Boone, advocaat te Wijk bij Duurstede
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 18 augustus 2009, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. op 6 mei 2009 te Abcoude samen met een ander een semi-automatisch vuurwapen, voorhanden heeft gehad
2. in de periode van 1 april tot en met 7 mei 2009 samen met een ander een gewapende overval heeft voorbereid.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en baseert zich daarbij ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit op de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] alsmede op de kleding van verdachte en zijn mededader en overige bij hen aangetroffen goederen, in het bijzonder voor wat het onder 2 tenlastegelegde feit betreft, op het in de slaapkamer van de mededader aangetroffen plan van aanpak voor een overval, kennelijk op een woning.
Het standpunt van de verdediging.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Dit is anders voor het onder 2 ten laste gelegde feit. De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst er op dat mogelijk sprake is geweest van imitatiegedrag door verdachte en zijn medeverdachte. Zij zouden zich mogelijk hebben laten beïnvloeden door een computergame en dit hebben nagespeeld, waarbij alles zo realistisch mogelijk moest zijn. Het naspelen van een spel is niet strafbaar en verdachte dient dan ook van het onder 2 ten laste gelegde feite te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
3.2 Het oordeel van de rechtbank
Op 6 mei 2009 krijgt de politie melding van een ongeval tussen een personenauto en een scooter te Abcoude. De scooter werd bestuurd door, naar later is gebleken, de medeverdachte [medeverdachte] Verdachte zat als passagier achterop.
Door de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] is verklaard dat zij hebben gezien dat de passagier van de scooter na het ongeval met een sporttas naar de bosjes, gelegen aan de overkant van de weg, is gerend en dat hij kort daarna met de sporttas, die op dat moment geopend was, terugkwam.
De getuige [getuige 2] is zelf in de bosjes gaan kijken en zag daar een schone, droge vuilniszak liggen, dit terwijl het de nacht ervoor geregend had. De getuige zag dat uit de vuilniszak een soort handvat stak. Zij dacht aan het handvat van een geweer.
Door de ter plaatse gekomen verbalisant werd geconstateerd dat de bestuurder van de scooter onder zijn helm een bivakmuts droeg. De verbalisant zag ook dat zowel verdachte als de bestuurder onder hun gewone stoffen handschoenen, blauwe latex handschoenen droegen.
Bij verdachte werd ook nog een dubbelsnijdend mes met een lemmet van 10,5 cm aangetroffen.
In de sporttas werd een rol zogeheten ducktape (de rechtbank begrijpt: duct tape) gevonden en in de buddyseat van de scooter trof verbalisant een bivakmuts, handschoenen en nog een rol duct tape aan.
Op aanwijzingen van de getuige [getuige 2] vond de politie in de bosjes een doorgeladen shotgun met munitie. Het mes, de zwarte handschoenen, de blauwe latex handschoenen, de bivakmutsen, de zwarte helmen, de zwart-rode sporttas, de tape en de bromfiets zijn in beslag genomen.
Ook het geweer is door de politie in beslag genomen.
Het wapen en de munitie zijn door de technische recherche onderzocht. Daaruit is gebleken dat het geweer een semi-automatisch wapen is in de zin van categorie II van de Wet Wapens en Munitie . De loop was afgezaagd en er bleek een patroon aanwezig in de kamer.
De inbeslaggenomen bromfiets bleek ongeveer 3 weken eerder in Amsterdam te zijn ontvreemd. Het contactslot was verbroken.
Naar aanleiding van de combinatie van de bivakmutsen, de latex handschoenen onder de gewone handschoenen, de rollen tape en het aangetroffen geweer is zowel bij verdachte als bij de medeverdachte op 7 mei 2009 een zogenaamde huiszoeking gedaan.
Bij die huiszoeking is op of in een bureautje in de slaapkamer van de medeverdachte [medeverdachte] onder meer een plan van aanpak met plattegrond gevonden met als titel “Plan van aanpak (operatie Amstelveen)” . In dit plan van aanpak zijn een drietal onderwerpen benoemd, te weten “Brainstormen”, “Benodigdheden” en “Werkwijze”. In het stukje “Brainstormen” staat centraal geschreven “operatie Amstelveen” met daarom heen een aantal items zoals pistool, 2 kluizen, overval, tape/kabel, sieraden ter waarde van 400.000, min. praten, vuilniszakken, handschoenen, tuin, max. 15 min. .
In het stukje “Benodigdheden” staat vermeld:
- bivakmutsen 2x
- pistool
- latexhandschoenen 2x paar
- paardenhandschoenen 2x paar
- rugzak 2x
- horloge
- vuilniszakken 6x
- tape 2x
- helm 2x
- scooter
- nijptang
In het stukje “Werkwijze” staat geschreven:
[medeverdachte] & [verdachte]: komen 06.00 daar aan. Gaan we in de tuin. Wachten tot iemand naar buiten komt. Gelijk mond tapen en naar binnen. Hond vast maken. In de tussentijd houdt [medeverdachte] iedereen onder schot. Iedereen op de grond. Kluis in de woonkamer en eentje in de slaapkamer. Eerst kluis in de woonkamer openen. Pistool op slachtoffer hoofd.
Op basis van het hierbovengenoemde overweegt de rechtbank het volgende:
- verdachte zat als passagier op de scooter, die een aanrijding kreeg in Abcoude.
- verdachte en de medeverdachte droegen onder hun gewone handschoenen, ook blauwe latex handschoenen;
- in de sporttas die verdachte bij zich had werd een rol tape aangetroffen evenals in de buddyseat van de scooter waarop hij en de medeverdachte reden;
- verdachte’s mededader droeg onder zijn helm een bivakmuts;
- in die buddyseat bevond zich nog een bivakmuts;
- in de kleding van verdachte heeft de politie een dubbel snijdend mes met een lemmet van 10,5 cm. aangetroffen;
- in de directe nabijheid van de plaats van het ongeval werd een shotgun aangetroffen die voor direct gebruik geschikt was.
- getuigen hebben gezien dat verdachte direct na de aanrijding met de sporttas naar de plaats is gelopen waar later de shotgun werd aangetroffen;
- de dag na het ongeval is bij een doorzoeking in de woning van de medeverdachte een plan van aanpak gevonden, zoals hiervoor beschreven;
- verdachte’s voornaam is “[verdachte]”en de roepnaam van verdachte’s mededader is “[medeverdachte]”;
- in dat plan van aanpak worden onder het kopje “Werkwijze” [medeverdachte] en [verdachte] genoemd als degenen die de daar beschreven overval gaan uitvoeren.
Alle hiervoor genoemde feiten en omstandigheden zijn in onderlinge samenhang en verband beschouwd naar het oordeel van de rechtbank redengevend voor de conclusie dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het voorbereiden van - kort gezegd - een gewapende overval. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat verdachte, ondanks herhaalde vragen, geen enkele redelijke uitleg heeft gegeven, die een andere verklaring geeft voor deze omstandigheden en dit gedrag. De door de raadsman van verdachte naar voren gebrachte hypothese dat het mogelijk slechts een spel betreft acht de rechtbank onwaarschijnlijk.
3.3 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1. op 6 mei 2009 te Abcoude, tezamen en in vereniging met een ander, een wapen van categorie II, te weten een enkelloops hagelgeweer (merk Franchi, kaliber 12, semi-automatisch) met afgezaagde loop en munitie van categorie II, te weten drie patronen (kaliber 12, trio target load), voorhanden heeft gehad.
2. hij in de periode van 1 april 2009 tot en met 7 mei 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, ter voorbereiding van het misdrijf om
- tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader en daarbij de voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen anderen, en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan een andere deelnemer van dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een ander te dwingen tot afgifte van geld en/of goederen zijn zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader,
opzettelijk een vuurwapen en een mes en bivakmutsen en latex handschoenen en een rol tape en een sporttas en een plan van aanpak,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft vervaardigd en voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid
4.1 De strafbaarheid van de feiten
Strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
1. Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit wordt begaan met betrekking tot een wapen van categorie 2;
2. Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
3. medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweldpleging door twee of meer verenigde personen of medeplegen van afpersing.
4.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5 De strafoplegging
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden met aftrek van het voorarrest.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de inbeslaggenomen goederen verbeurd zullen worden verklaard met uitzondering van het beslaggenomen plan van aanpak dat aan het verkeer dient te worden ontrokken.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en zich verder niet uitgelaten omtrent een aan verdachte op te leggen straf.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Door gebruik te maken van zijn zwijgrecht weigert verdachte rekenschap af te leggen van en verantwoording te nemen voor hetgeen hij kennelijk van plan was. Daarom en omdat bij de politie niet bekend was dat (kort) tevoren een gewapende roofoverval was gepleegd, kan de rechtbank niet anders dan concluderen dat verdachte met zijn mededader met een voor onmiddellijk gebruik gereed wapen, een zogenaamde riot-gun, op weg was om een overval te plegen. Mocht het tot een uitvoering van dit plan zijn gekomen, dan is niet ondenkbeeldig dat daarbij slachtoffers zouden kunnen vallen. Een vuurwapen pleegt immers niet doorgeladen te worden als de dader nooit van plan is geweest te schieten. Met alle mogelijke niet aanvaardbare consequenties van dien.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte waaruit blijkt dat hij niet eerder door de strafrechter veroordeeld is.
Ondanks dat verdachte een blanco strafblad heeft en nog relatief jong is zal de rechtbank aan verdachte een hogere straf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd omdat de ernst en het gewelddadige karakter van de bewezenverklaarde feiten dat rechtvaardigen en verdachte hiervoor geen verantwoordelijkheid wenst te nemen.
5.4 De verbeurdverklaring
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring.
Gebleken is dat het onder 2 bewezenverklaarde feit is voorbereid met behulp van deze voorwerpen.
5.5 De onttrekking aan het verkeer
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen
zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat de voorwerpen tot het begaan van het feit zijn vervaardigd of bestemd.
Verder zijn de voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan
in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.
6 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36c, 46, 47, 57, 310, 312, en 317 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 55 van de Wet wapens en munitie.
7 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: 1. Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
terwijl het feit wordt begaan met betrekking tot een wapen van categorie 2;
2. Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 2: medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweldpleging door twee of meer verenigde personen of medeplegen van afpersing
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van DRIE (3) JAREN;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten - een bivakmuts van gebreide stof, kleur zwart,
- 2 handschoenen, met anti-slip oppervlak,
- 2 rollen brede duct tape,
- 1 helm, merk Demm Custom, kleur zwart, model potje met wegschuifbaar brilvizier,
- 2 latex handschoenen, kleur blauw,
- 1 zwarte sporttas met rode zijkanten.
verklaart onttrokken aan het verkeer de volgende inbeslaggenomen voorwerpen:
- een dubbelsnijdend mes met zwarte kunststof schede;
- een vuurwapen, merk Franchi, kaliber 12, kleur zwart met serienummer [wapennummer].
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter, mr. E.F. Bueno en mr. M.A.A.T. Engbers, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Nieboer, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 1 september 2009.