ECLI:NL:RBUTR:2009:BK3975
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.P. den Otter
- P. Bender
- M.P. Gerrits-Janssens
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging tot moord en mishandeling met geldboete voor bewezen mishandeling
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 18 augustus 2009, stond de verdachte terecht op beschuldiging van poging tot moord, poging tot doodslag en mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot moord en doodslag, omdat niet bewezen kon worden dat hij met zijn auto opzettelijk de auto van de benadeelde partij heeft geraakt. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de getuigen niet consistent waren en dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen. De rechtbank concludeerde dat de schade aan de voertuigen niet was veroorzaakt door de verdachte en dat er geen overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen van poging tot moord of doodslag.
Echter, de rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan mishandeling van de benadeelde partij op 14 februari 2009. De rechtbank baseerde deze beslissing op de aangifte van de benadeelde en de getuigenverklaring van haar vriendin, die bevestigde dat de verdachte de benadeelde partij meermalen op haar rug had gestompt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde en dat de benadeelde partij pijn had ondervonden door zijn handelen.
De rechtbank legde een geldboete op van € 250, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 5 dagen bij niet-betaling. De vordering van de benadeelde partij voor schadevergoeding werd afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de schade direct door het bewezen verklaarde feit was veroorzaakt. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen.