ECLI:NL:RBUTR:2009:BK8046
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- M.P. Gerrits-Janssens
- R.P. den Otter
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot een grote hoeveelheid hennep
Op 18 augustus 2009 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte betrokken was bij hennephandel in de periode van 1 augustus 2007 tot en met 11 februari 2009. Verdachte werd samen met zijn medeverdachte aangehouden, waarbij in hun voertuigen een aanzienlijke hoeveelheid hennep werd aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat verdachte wist dat zijn medeverdachte in hennep handelde en dat hij hem hielp door hennep te vervoeren en zijn woning ter beschikking te stellen voor de opslag en verwerking van de drugs. De rechtbank achtte de betrokkenheid van verdachte bij de hennephandel bewezen, mede op basis van verklaringen van getuigen en de inhoud van telefoongesprekken. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden op, met een proeftijd van twee jaar, en een geldboete van € 10.000,=, met vervangende hechtenis bij niet-betaling. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten en de rol van verdachte in de hennephandel een strafeis rechtvaardigden, maar hield rekening met zijn blanco strafblad en persoonlijke omstandigheden.