ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0680
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Oostendorp
- P. Bender
- J. Schukking
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 29 december 2009 uitspraak gedaan tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast. De zaak betreft een periode van 1 juni 2005 tot en met 10 juli 2007, waarin de verdachte samen met een ander een hypothecaire geldlening heeft verkregen door het aannemen van een valse hoedanigheid en het verstrekken van valse documenten. De rechtbank heeft overwogen dat de verdachte niet is gewezen op haar recht op rechtsbijstand voorafgaand aan het verhoor, maar heeft het verweer van de raadsman verworpen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet in verzekering is gesteld en dat er geen bewijs is dat de verklaring van de verdachte onder dwang is afgelegd. De benadeelde partij heeft een vordering ingediend voor schadevergoeding, maar deze is niet-ontvankelijk verklaard omdat niet is komen vast te staan dat er rechtstreeks schade is toegebracht door de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals met de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten, maar heeft de bewezenverklaring van de oplichting en valsheid in geschrift gehandhaafd. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.