ECLI:NL:RBUTR:2009:BM5882
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- H.A. Brouwer
- M.A.A.T. Engbers
- Rechtspraak.nl
Poging tot brandstichting door middel van vuurwerk in een woning met voorwaardelijk opzet
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 24 augustus 2009, stond de verdachte terecht voor poging tot brandstichting door het gooien van aangestoken vuurwerk in een woning. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 1 januari 2009 in de vroege ochtend meerdere keren vuurwerk heeft aangestoken en dit door een raam naar binnen heeft gegooid. Dit gebeurde in een appartementencomplex, waar de woning bewoond was. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaring van de verdachte, het proces-verbaal van de technische recherche en de aangifte van de bewoonster van de woning. De rechtbank achtte het voorwaardelijk opzet van de verdachte bewezen, ondanks dat er op dat moment geen brand was ontstaan. De rechtbank benadrukte dat het gooien van vuurwerk in een bewoonde woning een aanmerkelijke kans op brand met zich meebracht, wat de verdachte zich bewust was.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van de meer ernstige tenlasteleggingen, zoals het opzettelijk brand stichten en het vernielen van een ruit, omdat er onvoldoende bewijs was dat deze feiten waren gepleegd. De rechtbank hield rekening met het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld en legde een werkstraf van 60 uren op. Tevens werd bepaald dat als de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis van 30 dagen zou worden toegepast. De tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht, zou in mindering worden gebracht op de werkstraf.