ECLI:NL:RBUTR:2009:BO8857

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
274090 / JE RK 09-2249.
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen na ernstige verwaarlozing

Op 14 oktober 2009 heeft de kinderrechter te Utrecht de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen behandeld. De ouders van de minderjarigen, die sinds 2004 24-uursbegeleiding ontvangen, zijn niet in staat gebleken om hun huishouding zodanig te organiseren dat de kinderen weer thuis kunnen wonen. Ondanks de intensieve hulpverlening is er sprake van ernstige verwaarlozing, met zorgen over de hygiëne van de ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarigen. De machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 9 november 2010.

De procedure is gestart door een verzoek van Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJZ) op 9 september 2009, waarin werd gevraagd om verlenging van de machtiging uithuisplaatsing. Dit verzoek werd ondersteund door een evaluatie- en hulpverleningsplan. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarigen beoordeeld en geconcludeerd dat een voortijdige terugplaatsing naar huis een terugval in hun problematiek zou kunnen betekenen. De ouders zijn sinds de uithuisplaatsing in februari 2009 zichtbaar positief ontwikkeld, maar de zorgen over hun situatie blijven bestaan.

De kinderrechter heeft de beschikking in het openbaar uitgesproken, waarbij de ouders en hun advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van BJZ. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verlenging van de machtiging direct van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die de ouders zouden kunnen aanwenden.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
Verlenging machtiging uithuisplaatsing
Zaaknummer: 274090 / JE RK 09-2249
Beschikking van 14 oktober 2009 van de kinderrechter met betrekking tot de minderjarigen:
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [2001], [minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [2004],
kinderen van
[de vader],
en
[de moeder], beiden wonende te [woonplaats].
1. Verloop van de procedure
Bureau Jeugdzorg Utrecht (hierna: BJZ) heeft op 9 september 2009 verzocht om een verlenging van de machtiging uithuisplaatsing met de periode van één jaar. Bij het verzoekschrift is overgelegd het evaluatie- en hulpverleningsplan d.d. 8 september 2009 en afschriften van de indicatiebesluiten.
Op 14 oktober 2009 heeft de kinderrechter het verzoek ter terechtzitting met gesloten deuren
behandeld. Verschenen zijn:
- Dhr. [de vader], de vader;
- Mw. [de moeder], de moeder;
- Mr. D.I.A. Schröder, advocaat van de ouders;
- Mw. E. Bruinhart en mw. S. de Groot, beiden namens BJZ.
2. Beoordeling van het verzochte
Bij beschikking van 8 mei 2009 van de kinderrechter te Utrecht is de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen verlengd met ingang van 9 mei 2009 tot 9 november 2009. Bij beschikking van 5 oktober 2009 is de beschikking hersteld met dien verstande dat in de beschikking staat vermeld voor welke voorziening de machtiging uithuisplaatsing is
verleend.
Bij beschikking van 14 oktober 2009 van de kinderrechter te Utrecht is de
ondertoezichtstelling van de minderjarigen verlengd met ingang van 10 november 2009 tot 9 november 2010.
Op basis van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is de kinderrechter van oordeel dat de uithuisplaatsing van de minderjarigen noodzakelijk is in het belang van hun verzorging en opvoeding. De machtiging uithuisplaatsing van beide minderjarigen zal daarom worden verlengd tot 9 november 2010. De ouders wonen vanaf 2004 in de Amerpoort en krijgen hier 24-uursbegeleiding. Ondanks deze intensieve vorm van hulpverlening was er sprake van ernstige verwaarlozing van de minderjarigen. De kinderrechter is van oordeel dat de ouders - ondanks de intensieve hulpverlening - niet in staat zijn gebleken om sinds de uithuisplaatsing van de minderjarigen hun huishouding dermate te organiseren dat de minderjarigen weer thuis zouden kunnen wonen. Zo bestaan er nog steeds zorgen over de hygiëne van de ouders. Sinds de (onmiddellijke) uithuisplaatsing in februari 2009 hebben de minderjarigen zich zichtbaar positief ontwikkelt. Een (voortijdige) thuisplaatsing van de minderjarigen zou een terugval in de problematiek bij de minderjarigen kunnen betekenen.
Het beleid van BJZ ten aanzien van de uithuisplaatsing van de minderjarigen zal gebaseerd worden op de uitkomsten van enkele verrichte onderzoeken. Nu voor beide minderjarigen naar alle waarschijnlijkheid op basis van hun problematiek een CIZ-indicatie aan de uithuisplaatsing ten grondslag zal komen te liggen, zal de machtiging uithuisplaatsing worden verleend voor plaatsing in een AWBZ-voorziening.
3. Beslissing
De kinderrechter:
- verlengt de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] in een
AWBZ-voorziening, met ingang van 9 november 2009 tot 9 november 2010;
- verlengt de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 2] in een
AWBZ-voorziening, met ingang van 9 november 2009 tot 9 november 2010;
- verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van
14 oktober 2009 door mr. H.J.H. van Meegen, kinderrechter, in bijzijn van
M. van Doesburg-van Eijken als griffier.
0TS 36