ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4500
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.S. Koppert
- L.M.G. de Weerd
- R.P. den Otter
- Rechtspraak.nl
Verkoop van zwak alcoholhoudende drank door Kruidvat en de toepassing van de Drank- en Horecawet
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 15 februari 2010, stond de verkoop van zwak alcoholhoudende drank door Kruidvat centraal. De rechtbank behandelde de zaak naar aanleiding van een constatering door M.C.J. Houben, ambtelijk secretaris van de vereniging SlijtersUnie, die op 30 november 2006 in een Kruidvat-filiaal een fles wijn van het merk B d’Alsace had gekocht. De tenlastelegging betrof de verkoop van deze wijn in strijd met artikel 18 lid 1 van de Drank- en Horecawet, waarbij werd gesteld dat de verkoop plaatsvond in de uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf.
De rechtbank overwoog dat Kruidvat, gezien de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, geen slijtersbedrijf was en dat de verkoop van de wijn derhalve niet was toegestaan. Echter, de rechtbank achtte niet bewezen dat Kruidvat in strijd met de wet handelde, omdat aan de voorwaarden van artikel 18 lid 2 sub b van de Drank- en Horecawet was voldaan. Dit artikel stelt dat het verbod op verkoop niet geldt voor winkels die een gevarieerd assortiment aan levensmiddelen verkopen.
De rechtbank concludeerde dat de producten die Kruidvat in het betreffende filiaal verkocht, waaronder koffie, thee, en andere levensmiddelen, onder de definitie van levensmiddelen vallen zoals vastgelegd in de Algemene Levensmiddelen Verordening. Bovendien werd vastgesteld dat het assortiment van Kruidvat een gevarieerd aanbod betrof, waardoor de verkoop van de wijn niet strafbaar was. De rechtbank sprak Kruidvat vrij van alle rechtsvervolging, omdat het bewezenverklaarde feit niet strafbaar was.
Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters M.S. Koppert, L.M.G. de Weerd en R.P. den Otter aanwezig waren, en griffier D.A. Groenevelt-Timmer. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare zitting op 15 februari 2010.