ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.C. Hartendorp
- J.R. Krol
- M.A.A.T. Engbers
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake bezit van kinderpornografische afbeeldingen
Op 12 februari 2010 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in het bezit was van 295 kinderpornografische afbeeldingen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 29 januari 2010, waar zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 3 maart 2008, deze afbeeldingen op een externe harde schijf en een cd-rom had opgeslagen. De afbeeldingen werden door de zedenrechercheur als kinderpornografisch gekarakteriseerd, en de verdachte heeft tijdens de zitting bekend dat hij deze afbeeldingen had gedownload en opgeslagen. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte in het bezit was van deze afbeeldingen, maar sprak hem vrij van andere tenlasteleggingen.
De rechtbank overwoog dat het bezit van kinderporno buitengewoon verwerpelijk is, vooral omdat dit bijdraagt aan de instandhouding van de vraag naar dergelijke afbeeldingen, wat leidt tot seksueel misbruik van kinderen. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De verdachte had een moeilijke jeugd en bezocht sinds 2008 een psycholoog. De rechtbank besloot tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, met bijzondere voorwaarden, en een onvoorwaardelijke werkstraf van 100 uur. De rechtbank benadrukte dat de verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering, inclusief mogelijke behandeling gericht op het downloaden van kinderporno.