ECLI:NL:RBUTR:2010:BL6544
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en schadevergoeding in arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 17 februari 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en de besloten vennootschap Calco Master Class B.V. Het geschil betreft een ontslag op staande voet van [eiser], die in dienst was als MasterClass Professional. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] op 20 april 2009 zijn leidinggevende bij ABNAmro heeft geïnformeerd dat hij niet langer voor hen wilde werken, zonder dit vooraf met zijn werkgever Calco te overleggen. Dit handelen werd door de kantonrechter gekwalificeerd als een dringende reden voor ontslag op staande voet, waardoor Calco gerechtigd was om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen.
In de procedure vorderde [eiser] onder andere betaling van achterstallig loon, vakantietoeslag en een gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter oordeelde dat de redenen voor het ontslag op staande voet door Calco terecht waren ingeroepen en dat [eiser] geen recht had op de gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter wees de vorderingen van [eiser] tot schadevergoeding af, maar kende hem wel een bedrag toe voor achterstallig loon en vakantietoeslag.
Calco vorderde in reconventie schadevergoeding van [eiser] voor de kosten van de opleidingen die hij had gevolgd. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst had veronachtzaamd en dat Calco recht had op vergoeding van de studiekosten. De vordering tot vergoeding van reis- en verblijfskosten werd echter afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten droeg. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.