ECLI:NL:RBUTR:2010:BL7904

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
24 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
261490 / HA ZA 09-224
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot oplevering van lichtwering in kantoorgebouw door ontwikkelaar

In deze zaak vorderde OPG Concern B.V. een verklaring van recht dat ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. op basis van de samenwerkingsovereenkomst verplicht was om een kantoorgebouw met lichtwering op te leveren. De rechtbank heeft de vorderingen van OPG afgewezen. De procedure begon met een tussenvonnis van 18 maart 2009 en een comparitie op 3 juli 2009. OPG had ING benaderd om het kantoorgebouw te ontwikkelen en realiseren, waarbij een Basis Programma van Eisen was opgesteld. Dit programma bevatte eisen waaraan het nieuwe hoofdkantoor moest voldoen, inclusief de noodzaak voor lichtwering. ING stelde echter dat de lichtwering niet in de Technische Omschrijving was opgenomen en dat zij daarom niet verplicht was deze te leveren. De rechtbank oordeelde dat de samenwerkingsovereenkomst leidend was en dat ING niet verplicht was om de lichtwering op haar kosten te realiseren, omdat deze niet expliciet in de Technische Omschrijving was opgenomen. OPG had ingestemd met de Technische Omschrijving zonder opmerking over het ontbreken van lichtwering, wat betekende dat zij had moeten begrijpen dat ING deze niet zou leveren. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van OPG niet konden worden toegewezen en dat OPG in de proceskosten werd veroordeeld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 261490 / HA ZA 09-224
Vonnis van 24 februari 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OPG CONCERN B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
advocaat mr. E.H. de Jonge-Wiemans,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ING VASTGOED ONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde,
advocaat mr. J.M. van Noort.
Partijen zullen hierna OPG en ING genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
• het tussenvonnis van 18 maart 2009;
• het proces-verbaal van comparitie van 3 juli 2009;
• de akte uitlating producties van OPG van 5 augustus 2009.
1.2. Naar aanleiding van de akte uitlating producties van OPG heeft ING naar voren gebracht dat OPG daarin niet slechts heeft gereageerd op de door ING ter comparitie overlegde productie maar ook nieuwe stellingen heeft ingenomen, waarop zij wenst te reageren. Om die reden heeft ING verzocht tot het nemen van een nadere akte, althans tot het houden van pleidooi, welke verzoeken door de rolrechter zijn geweigerd. Ten slotte is vonnis bepaald. Ten aanzien van de akte uitlating producties van OPG overweegt de rechtbank dat zij alleen acht zal slaan op hetgeen OPG daarin met betrekking tot de door ING ter comparitie overgelegde productie naar voren heeft gebracht.
2. De feiten
2.1. In verband met haar voornemen om een nieuw kantoorgebouw (hierna: het kantoorgebouw) te laten ontwikkelen en realiseren heeft OPG Haskoning als adviseur ingeschakeld. Haskoning heeft namens OPG in april 2005 een zogenaamde Basis Programma van Eisen (hierna: Progroamma van Eisen) opgesteld. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:
1.1 Aanleiding project
OPG Groep N.V., verder aangeduid als OPG, is op zoek naar een nieuw hoofdkantoor. De huidige locatie van het hoofdkantoor op de Europalaan 2 in Utrecht is verkocht aan de gemeente en dient per 31 december 2006 opgeleverd te worden.
Dit Basis Programma van Eisen (PVE) beschrijft de eisen en randvoorwaarden waaraan het nieuwe hoofdkantoor moet voldoen.
1.2 Doel van het Programma van Eisen
Het PVE is bestemd voor de opdrachtgever(s) en gebruiker(s), de projectmanager, de architect en adviseur(s) en vormt de basis voor het ontwerp. Het PVE bepaalt de speelruimte voor de architect en de andere ontwerpende partijen en dient ter toetsing van het schets-, voorlopig en definitief ontwerp. Op basis van het ontwerp kan een investeringsraming en vervolgens een huurprijs bepaald worden.”
6. BOUWFYSISCHE EISEN
(…)
6.5 Daglicht
(…)
Bij alle gevels dient lichtwering te worden toegepast, individueel bedienbaar, onderhoudsvriendelijk, van buiten uit esthetisch strakke oplossing, bij voorkeur screens of horizontale lamellen.”
2.2. Bijlage 3 bij het Programma van Eisen omvat een overzicht van de afwerkingseisen. In het overzicht is ook een kolom lichtwering opgenomen.
2.3. Op respectievelijk 14 juni 2005 en 21 juni 2005 heeft Haskoning namens OPG addenda (aangeduid als Addendum I en Addendum II) bij het Programma van Eisen opgesteld. In Addendum II is onder meer bepaald:
“Lichtwering (basis PvE bl 29): ervan uit gaan dat lichtwering elektrisch bediend kan worden.”
2.4. OPG heeft (onder meer) ING benaderd om ten behoeve van OPG voor eigen rekening en risico het kantoorgebouw te ontwikkelen en realiseren met de bedoeling dit kantoorgebouw vervolgens van ING te huren. Op 14 juli 2005 heeft ING haar aanbieding daartoe bij OPG ingediend. Daarbij heeft ING een schetsontwerp gevoegd. Op 19 augustus 2005 hebben partijen op hoofdlijnen overeenstemming bereikt over de ontwikkeling en realisatie van het kantoorgebouw.
2.5. Op 29 januari 2006 is door ING een eerste Technische Omschrijving opgesteld. Bij e-mail van 30 januari 2006 heeft de heer ir [A], werkzaam bij Haskoning (hierna: [A]), daarop namens OPG gereageerd. De opmerkingen van [A] zijn vervolgens verwerkt door ING in een definitieve Technische Omschrijving van 31 januari 2006 (hierna: de Technische Omschrijving). Nadat ING [A] bij e-mail van 31 januari 2006 had ingelicht over die verwerking, heeft [A] bij e-mail van 2 februari 2006 aan (onder meer) ING aangegeven: “Ik heb het gelezen en ben ermee akkoord”.
2.6. In de Technische Omschrijving is onder meer het volgende opgenomen:
“1 Algemeen
(…)
Als basis voor het te ontwikkelen kantoorgebouw worden de navolgende bescheiden gehanteerd:
- Basis Programma van Eisen Hoofdkantoor OPG Groep d.d. 12 april 2005
definitief 9P78922.AO van Royal Haskoning alsmede het bijbehorende Addendum 14 juni 2005 en het bijbehorende Addendum II d.d. 21 juni 2005 (…);
- A3-boekje schetsontwerp hoofdkantoor OPG d.d. 14 juni 2005;
- Demarcatie Installaties d.d. 26 januari 2006 (bijlage) tussen levering verhuurder en levering derden naar aanleiding van bovengenoemde Basis Programma van Eisen Hoofdkantoor OPG Groep d.d. 12 april 2005.
2 Technische omschrijving bouwkundige voorzieningen
(…)
2.1 Algemene terreininrichting
Op het terrein van plot J zal worden voorzien in de in het PVE opgegeven parkeerplaatsen, fietsenstalling, opslag afval en techniek in 1 laag op MV niveau onder het gebouw. (…)
2.7 Binnenafwerkingen
Het kantoorgebouw zal worden opgeleverd inclusief computervloer, vloerafwerking entree, systeemplafond (Rw 38 dB) en toiletgroepen; echter zonder scheidingswanden, overige vloerafwerking, inrichting en/of meubilair (huurdervoorzieningen). (…)”
3.3 Transport installaties
Het gebouw wordt conform het PVE voorzien van 2 personenliften en een gescheiden goederenlift met een minimaal draagvermogen van (…)“.
2.7. De Technische Omschrijving bevat een bijlage, aangemerkt als 'bijlage: demarcaties installaties' (hierna: de demarcatielijst). In de demarcatielijst staat onder 'ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES' het volgende vermeld:
“Basisvoorzieningen: Uitsluitingen:
hoofdaansluiting/verdeelinrichtingen levering noodstroom apparaat
noodstroomvoorzing basis separate elektra bemetering
wandgootinstallatie ledige voorzieningen telefoon installatie
energie distributiesysteem CAI-aansluiting verdiepingen
krachtinstallatie intercom als onderdeel van beveiliging
nood/verlichtinginstallatie
kantoorverlichtiong schakeling/verdieping
ledige voorzieningtel./data
aarding/bliksembeveiliging installatie
overspanningsbeveiliging
bediening- en signalering paneel
voeding/schakeling reclame verlichting in verdeelkast
voed/schakeling.buiten verlichting in verdeelkast
intercomsysteem cctv/entree/garage/expeditie
HF verlichting armaturen
elektra voeding keuken/restaurant
CAI-telecom invoermantelbuis
vloergoten t.p.v. meetingrooms
aanwezigheidsdetectie en daglichtregeling
tussenmeters per vleugel per verdieping
ontruiming met gesproken woord
data installatie
2.8. Op 16 februari 2006 hebben partijen een samenwerkingsovereenkomst (hierna: de samenwerkingsovereenkomst) gesloten. In de samenwerkingsovereenkomst is onder meer het volgende bepaald:
“OVERWEGEN ALS VOLGT
(…)
4. Daarnaast heeft OPG ING benaderd om het Project voor haar als eindgebruiker voor eigen rekening en risico te ontwikkelen en realiseren. Op verzoek van OPG heeft ING – op basis van “het Basis Programma van Eisen Hoofdkantoor OPG Groep” d.d. 12 april 2005 (bijlage 2) inclusief bijbehorend addendum d.d. 14 juni 2005 (bijlage 3), addendum II d.d. 21 juni 2005 (bijlage 4) en de brief van de gemeente Utrecht d.d. 20 juni 2005 ten aanzien van de te realiseren geluidwerende voorziening op kavel J (bijlage 5) – een schetsontwerp d.d. 14 juli 2005 (bijlage 6) voor het Project vervaardigd;
5. Partijen hebben op 19 augustus 2005 op hoofdlijnen overeenstemming bereikt omtrent de voorwaarden waaronder ING bereid is het Project voor eigen rekening en risico te ontwikkelen en realiseren. De tussen partijen gemaakte afspraken zijn vastgelegd in het door beide partijen ondertekende memo van de heer [B] d.d. 1 september 2005 (bijlage 7). Daarnaast heeft ING op basis van het Basis Programma van Eisen Hoofdkantoor OPG Groep d.d. 12 april 2005 en bijbehorende addenda een Technische Omschrijving d.d. 31 januari 2006 (bijlage 8) opgesteld.
(…)
Artikel 5 – Taken ING
5.1 ING zal - met inachtneming van het bepaalde in deze overeenkomst - voor eigen rekening en risico het Project ontwikkelen en realiseren.
Artikel 6 – Ontwerptraject
6.1 ING zal voor eigen rekening en risico de Technische Omschrijving (doen) uitwerken in een Voorlopig Ontwerp.
6.2 ING zal bij het (doen) opstellen van een Voorlopig Ontwerp de volgende randvoorwaarden in acht nemen:
a. de Technische Omschrijving;
b. het Stedenbouwkundig Programma van Eisen voor De Wetering (bijlage 10);
c. het Stedenbouwkundig Plan De Wetering-zuid (bijlage 11);
d. het Inrichtingsplan openbare ruimte De Wetering-zuid (bijlage 12);
e. het Akoestisch Onderzoek naar de ontwikkeling van Terwijde voor het peiljaar 2015 d.d. 27 januari 2003, opgesteld door DSO, afdeling Milieu & Duurzaamheid van de gemeente Utrecht (bijlage 13);
f. de verplichtingen van Jarobe B.V./OPG die voorvloeien uit de Grondreserveringsovereenkomst en te sluiten overeenkomst tot uitgifte in erfpacht;
g. wet-en regelgeving.
6.3 ING is gehouden het Voorlopig Ontwerp ter goedkeuring aan OPG voor te leggen. (…)
6.4 ING zal vervolgens op basis van een goedgekeurd Voorlopig Ontwerp voor eigen rekening en risico een Definitief Ontwerp (laten) opstellen en aan OPG ter goedkeuring voorleggen. (…)
6.6 ING zal het Definitieve Ontwerp voor eigen rekening en risico conform de STABU Standaard 2001 “Besteksystematiek voor woning en utiliteitsbouw” uitwerken in het Bestek en aan OPG ter goedkeuring voorleggen.
(…)
Artikel 8 – Realisatietraject
8.1 ING realiseert het Project – voor eigen rekening en risico – overeenkomstig het Bestek (inclusief eventuele schriftelijk goedgekeurde wijzigingen en/of aanvullingen), de verleende vergunningen, vrijstellingen, ontheffingen, goedkeuringen en beschikkingen en met inachtneming van alle op de datum van aanvraag van deze vergunningen ca. van kracht zijnde wet- en regelgeving.
(…)
Artikel 23 – Bijlagen
23.1 Als bijlagen worden aan deze overeenkomst gehecht:
1. tekening van het Project;
2. Basis Programma van Eisen Hoofdkantoor OPG Groep d.d. 12 april 2005;
3. addendum d.d. 14 juni 2005;
4. addendum II d.d. 21 juni 2005;
(…)
8. Technische Omschrijving;
(…)
23.2 Deze bijlagen worden geacht onverbrekelijk deel uit te maken van deze overeenkomst. In geval van tegenstrijdigheid tussen de overeenkomst en een bijlage, gaat het bepaalde in de overeenkomst vóór.”
2.9. ING heeft ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst Van Tilburg Ibelings von Behr Architecten (hierna: TIB) als architect ingeschakeld.
2.10. Op 31 maart 2006 is namens ING een Voorlopig Ontwerp opgesteld.
2.11. Op 13 oktober 2006 is namens ING een Definitief Ontwerp opgesteld. In een notitie van 19 augustus 2007 heeft [A] namens OPG commentaar gegeven op het Definitief Ontwerp. In de notitie staat onder meer:
“Gevels
(…)
33. TIB moet de elektrisch bedienbare lichtwering integreren in de gevel.”
2.12. Op 2 april 2008 zijn partijen een nadere overeenkomst aangegaan, aangeduid als Nadere overeenkomst Vaststelling Uitgangspunten DO Nieuwbouw OPG (hierna: de nadere overeenkomst). Over de lichtwering hebben partijen in deze nadere overeenkomst afgesproken dat de buitengevels en de atriumgevel op as C van elektrisch bediende lichtwering zullen worden voorzien en dat ING een voorstel daartoe aan OPG zal doen toekomen. Verder is over de lichtwering opgenomen dat partijen het geschil over de vraag wie de kosten daarvan moet dragen aan de rechtbank zal worden voorgelegd.
3. Het geschil
3.1. OPG vordert samengevat - een verklaring van recht dat ING op basis van de samenwerkingsovereenkomst jegens OPG gehouden is een kantoorgebouw met lichtwering op te leveren, en veroordeling van ING tot betaling van alle door ING aan OPG doorbelaste kosten van het aanbrengen van die lichtwering, te vermeerderen met rente en kosten.
3.2. OPG stelt hiertoe dat naast de Technische Omschrijving het Programma van Eisen onverkort van toepassing is en dat (ook) in het Programma van Eisen is omschreven waaraan het door ING te leveren kantoorgebouw dient te voldoen. Volgens OPG is het Programma van Eisen leidend en heeft de Technische Omschrijving slechts een aanvullend karakter. OPG voert daartoe aan dat het Programma van Eisen de basis vormt van het ontwerp. Ter onderbouwing van die stelling verwijst OPG naar paragraaf 1 van de Technische Omschrijving en overwegingen 4 en 5 van de samenwerkingsovereenkomst. OPG stelt dat in paragraaf 6.5 van het Programma van Eisen is opgenomen dat bij alle gevels lichtwering dient te worden toegepast en verwijst voorts naar bijlage 3, waarin de lichtwering ook is opgenomen en Addendum II, waarin volgens OPG is toegevoegd dat de lichtwering elektrisch bedienbaar moet zijn.
3.3. ING voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van OPG in haar vorderingen, althans tot afwijzing daarvan. ING voert - kort gezegd - aan dat de Technische Omschrijving en niet het Programma van Eisen aangeeft wat ING (op haar kosten) zal leveren. Omdat de lichtwering niet in de Technische Omschrijving, die door OPG is goedgekeurd, is opgenomen, hoeft ING de lichtwering niet op haar kosten te realiseren.
4. De beoordeling
4.1. Partijen twisten in de kern over de vraag of ING ingevolge de samenwerkingsovereenkomst verplicht is jegens OPG het kantoorgebouw op haar kosten met lichtwering op te leveren. OPG stelt dat dit het geval is, wat ING betwist.
4.2. Uitgangspunt bij de beoordeling van wat partijen ten aanzien van de lichtwering hebben afgesproken vormt de samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsovereenkomst is namelijk ten grondslag gelegd aan de vorderingen en partijen hebben daarin hun afspraken vastgelegd. Voor de beantwoording van de vraag hoe de samenwerkingsovereenkomst en de daarvan deeluitmakende documenten moeten worden uitgelegd, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs daaraan mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De rechtbank is van oordeel dat deze uitleg niet meebrengt dat ING de lichtwering op haar kosten aan OPG moet leveren en overweegt daartoe het volgende.
4.3. Tussen partijen is niet in geschil dat zij in de samenwerkingsovereenkomst zijn overeenkomen dat ING voor eigen rekening en risico het kantoorgebouw dient te ontwerpen en realiseren. Partijen hebben daarbij kennelijk het oog op artikel 5.1 van de samenwerkingsovereenkomst, waarin is opgenomen dat ING met inachtneming van het bepaalde in de samenwerkingsovereenkomst voor eigen rekening en risico het kantoorgebouw, in de samenwerkingsovereenkomst verkort aangeduid als 'het Project', zal ontwikkelen en realiseren. Partijen hebben ter comparitie ook verwezen naar artikel 8.1 van de samenwerkingsovereenkomst, waarin is opgenomen dat ING het kantoorgebouw voor eigen rekening en risico realiseert overeenkomstig (onder meer) het Bestek.
4.4. ING dient dus ingevolge artikel 8.1 van de samenwerkingsovereenkomst het kantoorgebouw overeenkomstig het Bestek te realiseren. In het onderhavige geval kan echter, zoals terecht door OPG is aangevoerd, geen betekenis worden toegekend aan de omstandigheid dat de lichtwering niet in het Bestek is opgenomen. Het Bestek is namelijk tot stand gekomen nadat tussen partijen discussie is ontstaan over de vraag of de lichtwering deel uitmaakt van het op te leveren kantoorgebouw en nadat partijen onder meer ten aanzien van dat geschilpunt een nadere overeenkomst zijn aangegaan. In de nadere overeenkomst zijn partijen op dit punt, vooruitlopend op de beslissing van de rechtbank over de vraag wie de kosten daarvan moet dragen, overeengekomen dat - kort gezegd - de buitengevels en de atriumgevel van lichtwering zullen worden voorzien. Het Definitief Ontwerp, waarin de lichtwering niet was opgenomen en op basis waarvan het Bestek is vervaardigd, is gelet op deze afspraak door OPG goedgekeurd. Wel blijft van betekenis dat partijen hebben afgesproken dat ING het kantoorgebouw overeenkomstig het Bestek zal realiseren en (dus) wat partijen over de totstandkoming daarvan zijn overeengekomen.
4.5. Het Bestek is in de samenwerkingsovereenkomst - kort gezegd - omschreven als de op basis van het Definitief Ontwerp voor rekening en risico van ING te vervaardigen werkomschrijving en tekeningen voor het kantoorgebouw, één en ander uitgewerkt in artikel 6 van de samenwerkingsovereenkomst. Artikel 6 bevat een omschrijving van het ontwerptraject. Daaruit volgt dat ING eerst op basis van de Technische Omschrijving een Voorlopig Ontwerp opstelt (artikel 6.1). In artikel 6.2 zijn de randvoorwaarden opgesomd, die ING bij het (doen) opstellen van dat Voorlopig Ontwerp in acht moet nemen. In die opsomming van de randvoorwaarden is de Technische Omschrijving opgenomen, het Programma van Eisen niet. Vervolgens stelt ING op basis van het Voorlopig Ontwerp een Definitief Ontwerp op (artikel 6.4) en daarna op basis van het Definitief Ontwerp het Bestek (artikel 6.5). Uit artikel 6 juncto artikel 8 volgt dus dat ING het kantoorgebouw conform de Technische Omschrijving - en niet conform het Programma van Eisen - dient te realiseren.
4.6. OPG kon redelijkerwijs ook niet uit paragraaf 1 van de Technische Omschrijving en overwegingen 4 en 5 van de samenwerkingsovereenkomst afleiden dat het kantoorgebouw door ING moet worden gerealiseerd conform het Programma van Eisen, zoals OPG stelt. ING hoefde dit ook niet zo te begrijpen. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
4.7. Uit de in rov. 4.6 genoemde passages (zie rovv. 2.6 en 2.8) volgt dat ING de Technische Omschrijving - voorafgaande aan de samenwerkingsovereenkomst - heeft opgesteld op basis van het Programma van Eisen. Daarbij is tussen partijen niet in geschil dat de Technische Omschrijving tot doel heeft af te bakenen wat tot de leververplichting van ING hoort en wat niet. Volgens OPG gebeurde dit (alleen) door middel van uitsluitingen in de demarcatielijst, maar dat standpunt stuit af op hetgeen in die demarcatielijst en ook overigens in de Technische Omschrijving is weergegeven. De demarcatielijst bestaat namelijk grotendeels niet uit uitsluitingen, maar uit - positief geformuleerde - voorzieningen, aangeduid als 'basisvoorzieningen', die door ING op haar kosten zullen worden gerealiseerd (zie wat de elektrotechnische installaties betreft rov. 2.7). Ook de Technische Omschrijving zelf bevat een (positieve) beschrijving van de bouwkundige voorzieningen (paragraaf 2) en een paragraaf over de technische voorzieningen (paragraaf 3), waarin met betrekking tot de werktuigbouwkundige installaties en de elektrotechnische installaties naar de demarcatielijst wordt verwezen. Verder is van belang dat, zoals door ING onbetwist naar voren is gebracht, in de Technische Omschrijving op sommige punten expliciet is aangegeven dat het Programma van Eisen wordt gevolgd (zie bijvoorbeeld onder 2.1 en 3.3 van de Technische Omschrijving, zoals hiervoor in rov. 2.6 opgenomen). Ook is ten aanzien van sommige voorzieningen expliciet opgenomen welke onderdelen door ING zullen worden geleverd. Zo staat in paragraaf 2.7 (binnenafwerkingen) onder meer dat het kantoorgebouw zal worden opgeleverd inclusief computervloer, vloerafwerking entree, systeemplafond en toiletgroepen (zie rov. 2.6).
4.8. Uit het voorgaande blijkt dat ING het Programma van Eisen in de Technische Omschrijving niet integraal volgde en dat de afbakening van wat wel en niet door ING op haar kosten zou worden geleverd niet (slechts) door middel van uitsluitingen plaatsvond. Uit de omstandigheid dat ING de lichtwering niet in de Technische Omschrijving had opgenomen, had OPG dan ook moeten begrijpen dat ING van opvatting was dat deze niet tot haar leververplichting behoorde. Ter comparitie heeft ING toegelicht dat zij de lichtwering niet in de Technische Omschrijving heeft opgenomen omdat deze tot de inrichting en (dus) niet tot het casco behoort en daarom normaal gesproken niet door haar wordt geleverd. Indien het de bedoeling van OPG was dat het kantoorgebouw daarentegen volledig of in ieder geval op het punt van de lichtwering conform het Programma van Eisen gerealiseerd diende te worden, had het daarom op de weg van OPG gelegen om in haar reactie richting ING (zie rov. 2.5) over het ontbreken van lichtwering een opmerking te maken, zeker nu de lichtwering in de visie van OPG een essentieel onderdeel van het ontwerp uitmaakte. Dit heeft OPG echter niet gedaan. Daarentegen is OPG akkoord gegaan met de Technische Omschrijving, zoals deze uiteindelijk door ING is opgesteld en waarin de lichtwering niet was opgenomen.
4.9. Hetgeen partijen verder nog hebben aangevoerd, raakt de kern van het geschil niet. Daaraan gaat de rechtbank dan ook voorbij.
Slotsom en kosten
4.10. Reeds op grond van het voorgaande slaagt het betoog van OPG dat ING lichtwering op haar kosten aan OPG moet leveren niet. De vorderingen zullen daarom worden afgewezen. Het aanvullende verweer van ING ter comparitie, inhoudende dat de lichtwering moet worden begrepen onder de in 2.7 van de Technische Omschrijving genoemde en uitgezonderde 'inrichting', behoeft dus geen bespreking meer.
4.11. OPG zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ING worden begroot op:
- vast recht EUR 254,00
- salaris advocaat 904,00 (2 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.158,00
4.12. De door ING gevorderde nakosten zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot.
4.13. De over de proceskosten en nakosten gevorderde wettelijke rente zal op de wijze als in het dictum vermeld worden toegewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt OPG in de proceskosten, aan de zijde van ING tot op heden begroot op EUR 1.158,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de 15e dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3. veroordeelt OPG in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
• EUR 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de 15e dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
• te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en OPG niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van EUR 68,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de 15e dag na voormelde aanschrijving tot de dag van volledige betaling,
5.4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H.M. van der Heiden en in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2010.