parketnummer: 16/513638-09 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 februari 2010
[verdachte]
geboren op [1993] te [geboorteplaats]
wonende aan de [woonadres], [woonplaats]
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 november 2009 en 9 februari 2010. De verdachte is steeds in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. D.P. Kant, advocaat te Zutphen.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van de standpunten door de raadsman van verdachte en door verdachte zelf naar voren gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte gedurende een periode van drie maanden een - destijds vijftienjarig - meisje meermalen heeft verkracht, danwel haar heeft aangerand of ontuchtige handelingen met haar heeft gepleegd.
Voluit luidt de tenlastelegging tegen de verdachte, dat
1.
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 30
juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan
van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het
seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die
[slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte
een of meer vinger(s) en/of zijn, verdachtes, penis in de vagina van die De
[slachtoffer] heeft geduwd/gebracht,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] op een bank of matras heeft getrokken en/of
- (vervolgens, terwijl die [slachtoffer] op haar rug lag) boven/op het lichaam van
die [slachtoffer] is gaan liggen en/of
- (vervolgens terwijl hij, verdachte, boven/op die [slachtoffer] lag) zijn,
verdachtes, (rechter onder)arm op de borst(kas) van die [slachtoffer] heeft
gedrukt (waardoor zij niet weg kon), en/of
- (vervolgens, terwijl hij een arm op die [slachtoffer] gedrukt hield) met de andere
arm/hand een pyamabroek en/of een onderbroek van die [slachtoffer] naar beneden
heeft geduwd/getrokken, en/of
- (vervolgens) met een hand een been van die [slachtoffer] opzij heeft geduwd;
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 30
juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
met [slachtoffer], geboren op [1993], die de leeftijd van twaalf, maar nog
niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige
handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit
het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
(terwijl die [slachtoffer] meermalen aan hem, verdachte, had gezegd/aangegeven dat
zij geen seks met hem wilde),
een of meer vinger(s) en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer]
geduwd/gebracht;
2.
Primair
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 30
juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met
geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer] heeft gedwongen tot
het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) of mede bestond(en) uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende
verdachte die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte
zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht/bewogen,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het:
- boven/op het lichaam van die [slachtoffer] gaan liggen (terwijl die [slachtoffer] op/in
bed lag) en/of
- (vervolgens terwijl hij, verdachte, boven/op die [slachtoffer] lag) drukken
van/met zijn, verdachtes, (rechter onder)arm op de borst(kas) van die [slachtoffer]
(waardoor zij niet weg kon), en/of
- (vervolgens, terwijl hij een arm op die [slachtoffer] gedrukt hield) met de andere
arm/hand een pyamabroek en/of een onderbroek van die [slachtoffer] naar beneden
duwen/trekken, en/of
- (vervolgens) met een hand een been van die [slachtoffer] opzij duwen, en/of
- houden/duwen van zijn penis tegen de vagina van die [slachtoffer];
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 30
juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
met [slachtoffer], geboren op [1993], die de leeftijd van twaalf, maar nog
niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige
(een) handeling(en) heeft gepleegd die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit
het seksueel binnendringen van het lichaam, immers is/heeft hij, verdachte,
(terwijl die [slachtoffer] meermalen aan hem, verdachte, had gezegd/aangegeven dat
zij geen seks met hem wilde),
zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht/bewogen;
Subsidiair
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 30
juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om door geweld en/of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van
handelingen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer], bestaande uit
het brengen/bewegen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer],
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het:
- boven/op het lichaam van die [slachtoffer] gaan liggen (terwijl die [slachtoffer] op/in
bed lag) en/of
- (vervolgens terwijl hij, verdachte, boven/op die [slachtoffer] lag) drukken
van/met zijn, verdachtes, (rechter onder)arm op de borst(kas) van die [slachtoffer]
(waardoor zij niet weg kon), en/of
- (vervolgens, terwijl hij een arm op die [slachtoffer] gedrukt hield) met de andere
arm/hand een pyamabroek en/of een onderbroek van die [slachtoffer] naar beneden
duwen/trekken, en/of
- (vervolgens) met een hand een been van die [slachtoffer] opzij duwen, en/of
- houden/duwen van zijn penis tegen de vagina van die [slachtoffer],
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 30
juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer],
geboren op [1993], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet de
leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen
te plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van
het lichaam, immers is/heeft hij, verdachte, (terwijl die [slachtoffer] meermalen
aan hem, verdachte, had gezegd/aangegeven dat zij geen seks met hem wilde),
zijn penis gehouden/geduwd tegen de vagina van die [slachtoffer],
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
3.
Primair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2008
tot en met 30 juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
(telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het
ondergaan van (een) handeling(en) die (telkens) bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
hebbende verdachte die [slachtoffer] (telkens) gedwongen te dulden dat verdachte
een of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of bewogen,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- (terwijl die [slachtoffer] zijn, verdachtes, hand probeerde weg te duwen) heeft
gewreven over/betast de al dan niet met kleding bedekte borsten en/of
- met een hand een/de be(e)n(en) van die [slachtoffer] opzij/uit elkaar geduwd
(terwijl die [slachtoffer] zijn hand(en) wegduwde en/of hem probeerde te
schoppen), en/of
- (vervolgens) met een of meer vingers de vagina, althans de schaamstreek, van
die [slachtoffer] heeft betast;
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2008
tot en met 30 juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
(telkens) met [slachtoffer], geboren op [1993], die de leeftijd van 12,
maar nog niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (telkens) hebben bestaan uit of
mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers
heeft/is hij, verdachte, (telkens)
een of meer vinger(s) geduwd en/of bewogen in de vagina van die [slachtoffer];
art 245 Wetboek van Strafrecht
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2008
tot en met 30 juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
(telkens) door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (telkens)
heeft gedwongen tot plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handeling(en), immers heeft verdachte :
- (terwijl die [slachtoffer] zijn, verdachtes, hand probeerde weg te duwen)
gewreven over/betast de al dan niet met kleding bedekte borsten en/of
- met een hand een/de be(e)n(en) van die [slachtoffer] opzij/uit elkaar geduwd
(terwijl die [slachtoffer] zijn hand(en) wegduwde en/of hem probeerde te
schoppen), en/of
- (vervolgens) met een of meer vingers de vagina, althans de schaamstreek, van
die [slachtoffer] betast;
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2008
tot en met 30 juni 2008 te Zeist, althans in het arrondissement Utrecht,
meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer], geboren op [1993], die toen
de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- wrijven over/betasten van de al dan niet met kleding bedekte borsten en/of
vagina, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer] en/of
- (onverhoeds) met zijn verdachtes hand(en) in de broek/onderbroek van die De
[slachtoffer] gaan en/of
- (vervolgens) met een of meer vingers betasten van de vagina, althans de
schaamstreek, van die [slachtoffer].
3. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De beoordeling van het bewijs
4.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich aan het onder 1 tenlastegelegde aan verkrachting heeft schuldig gemaakt.
Ten aanzien van de onder 2 primair en subsidiair en onder 3 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten heeft de officier van justitie tot vrijspraak gerequireerd.
4.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten kan komen en heeft vrijspraak bepleit.
4.3. Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat in zedenzaken als de onderhavige de beoordeling van het tenlastegelegde in de kern neerkomt op een weging van de betrouwbaarheid en juistheid van de verklaringen van enerzijds [slachtoffer] en anderzijds de verdachte, die in elk stadium van het proces stellig heeft ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de hem verweten gedragingen, alsook van de overige in het dossier opgenomen verklaringen.
In het licht van het bovenstaande is de rechtbank met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting er weliswaar aanwijzingen zijn die duiden op betrokkenheid van verdachte, maar dat deze onvoldoende aanknopingspunten bieden voor een bewezenverklaring van het onder 2 (primair en subsidiair) en 3 (primair en subsidiair) tenlastegelegde, zodat verdachte van deze feiten zal worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 tenlastegelegde, voor zover het betreft het buiten echt plegen van ontuchtige handelingen met iemand tussen de twaalf en zestien jaren oud, wettig en overtuigend is bewezen. De handelingen die verdachte daartoe heeft verricht en die de rechtbank redengevend oordeelt voor de conclusie dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer] zijn de volgende.
De moeder van [slachtoffer] heeft aangifte gedaan van seksueel misbruik van haar dochter. Zij heeft verklaard dat [slachtoffer] haar heeft verteld dat zij samen met [getuige 1] vrijwillig naar de kamer van verdachte is gegaan. Uit de verklaring volgt voorts dat verdachte een hand op de mond van [slachtoffer] had gehouden, zodat zij niet kon gillen. Op de vraag of verdachte ook ‘bij haar naar binnen was gegaan’ heeft haar moeder [slachtoffer] horen zeggen dat dit was gebeurd.
[slachtoffer] zelf heeft, zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris, verklaringen afgelegd die naar het oordeel van de rechtbank, anders dan door de raadsman is betoogd, qua woordkeus, toon en met name qua inhoud niet zodanig van elkaar afwijken, dat sprake is van cruciale inconsistenties in deze verklaringen.
De door [slachtoffer] (die blijkens een zich in het dossier bevindend uittreksel van het GBA is geboren op [1994] ) bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring houdt in, dat zij in de periode van april 2008 tot en met november 2008 op enig moment in de kamer van verdachte is geweest, waar op dat moment behalve verdachte, ook [getuige 1] en [getuige 2] aanwezig waren. Met verdachte lag [slachtoffer] op de bank, terwijl [getuige 1] en [getuige 2] op een op de grond van de kamer gelegen matras lagen. [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte bovenop haar is komen liggen en met zijn penis in haar vagina is geweest. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij hierop “nee” heeft gezegd.
Verdachte heeft van meet af aan ontkend samen met [slachtoffer], [getuige 1] en [getuige 2] op zijn kamer te zijn geweest. Hij heeft ook ontkend dat er een matras op de grond van zijn kamer lag. Voorts heeft verdachte ter terechtzitting d.d. 24 november 2009 verklaard dat de deuren tussen zijn verdieping en de verdieping waar [slachtoffer] en [getuige 1] verbleven waren beveiligd, waardoor het volgens verdachte niet mogelijk was om, zonder dat de leiding daarvan te weten kwam, de afdeling te verlaten.
De verklaringen van de hierna genoemde getuigen ondersteunen echter op belangrijke punten de verklaring van [slachtoffer], terwijl deze niet stroken met de verklaring van verdachte.
Allereerst heeft [getuige 2] ter terechtzitting verklaard dat hij samen met [getuige 1] op een matras in verdachtes kamer lag en dat verdachte met [slachtoffer] op zijn bed zaten. Hij hoorde [slachtoffer] “stop” roepen, maar dacht dat zij een grap maakte.
Vervolgens is er de verklaring van [getuige 1], die hierover bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat verdachte en [slachtoffer] op het bed van verdachte zaten en dat zij [slachtoffer] hoorde zeggen: “ [verdachte] niet doen” en “[verdachte] stoppen”.
Tenslotte is er door de getuige [getuige 3] ter terechtzitting verklaard dat de deuren tussen de verdiepingen eerst na het onderhavige incident in juni 2008 zijn beveiligd.
De rechtbank is van oordeel dat, op grond van de hiervoor vermelde verklaringen van [getuige 2] en [getuige 1], in deze zaak niet kan worden vastgesteld dat er sprake is geweest van - het voor een bewezenverklaring van verkrachting zo kenmerkend bestanddeel - geweld of enige andere feitelijkheid in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht, doch veleer van het buiten echt plegen van ontuchtige handelingen in de zin van artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht.
4.4. De bewezenverklaring
De rechtbank acht daarom op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op een tijdstip in de periode van 1 april 2008 tot en met 30 juni 2008 te Zeist, met [slachtoffer], geboren op [1993], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, (terwijl die [slachtoffer] meermalen aan hem, verdachte, had gezegd/aangegeven dat zij geen seks met hem wilde), zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5. De strafbaarheid
5.1. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op.
Met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
5.2. De strafbaarheid van verdachte
Over de geestvermogens van verdachte is een tweetal gedragskundige rapportages uitgebracht.
Als eerste het rapport van kinder- en jeugdpsychiater dr. M. Wiznitzer d.d. 1 mei 2009 dat als conclusie inhoudt dat er bij verdachte aanwijzingen zijn voor een oppositionele gedragsstoornis, waarschijnlijk samenhangend met hechtingsproblematiek, een kwetsbaar zelfbeeld en een matige impulsregulatie. Er zijn echter geen duidelijke aanwijzingen voor een seksuele ontwikkelingsstoornis, aldus Wiznitzer.
Ten tweede het rapport van psycholoog drs. A. Laurijssen-Timmers d.d. 6 mei 2009, dat als conclusie inhoudt dat als gevolg van tekortkomingen in het gevoel van basisveiligheid er bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling op meerdere gebieden, zowel op sociaal, emotioneel en relationeel gebied en ook ten aanzien van zijn geweten. Omdat verdachte een jongen is die buiten zijn moeder niemand echt lijkt te vertrouwen, is er door de jaren heen al sprake van veel oppositioneel gedrag, intussen gevormd tot een oppositioneel opstandige gedragsstoornis, aldus Laurijssen-Timmers.
De rechtbank kan zich met bovenstaande conclusies van de gedragskundigen verenigen en maakt deze tot de hare.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6. De strafoplegging
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen jeugddetentie voor de duur van 253 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest, met als bijzondere voorwaarde Hulp en Steun en behandeling bij Traverse of een soortgelijke instelling.
6.2. Het standpunt van de verdediging
Voor het geval tot een bewezenverklaring wordt gekomen heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat verdere vrijheidsbeneming van verdachte achterwege dient te blijven. De verdediging heeft de rechtbank verzocht aansluiting te zoeken bij het advies van de jeugdreclassering.
6.3. Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van de verdachte en de gevolgen die het begaan van dergelijke feiten voor de samenleving in het algemeen en het slachtoffer in het bijzonder heeft.
Uit het voorgaande blijkt dat de rechtbank van oordeel is dat er met betrekking tot de door verdachte gepleegde sexuele handelingen met [slachtoffer] geen sprake is geweest van geweld of enige andere feitelijkheid zoals vereist voor verkrachting. De rechtbank acht echter wel bewezen dat het ondergaan van die seksuele handelingen een ontuchtig karakter had, waarbij verdachte de grenzen van een seksuele ‘verkenningstocht’ tussen leeftijdsgenoten heeft overschreden en zijn eigen seksuele verlangens heeft laten prevaleren boven de lichamelijke en psychische integriteit van [slachtoffer]. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van dergelijke feiten gedurende lange tijd en soms blijvend - met name geestelijk - daarvan de nadelige gevolgen ondervinden, zo blijkt ook uit de schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer].
Verdachte is niet eerder met justitie in aanraking geweest, zo blijkt uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 25 februari 2009.
Over verdachte zijn rapporten opgemaakt door de eerder genoemde dr. Wiznitzer en
drs. Laurijssen-Timmers. Naast hetgeen in deze rapporten is opgemerkt over de geestesgesteldheid van verdachte, waarover de rechtbank reeds onder het kopje ‘de strafbaarheid van de verdachte’ heeft overwogen en waarnaar zij thans verwijst, wordt in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van verdachte, een behandeling ter stimulering van de ontwikkeling van een positief zelfbeeld, ter stimulering van een betere impulsregulatie en ter stimulering van een meer adequate omgang met leeftijdsgenoten, in voornoemde rapporten een poliklinische individueel gerichte behandeling geadviseerd. Deze behandeling kan in de visie van de deskundigen plaatsvinden door het opleggen van een deels voorwaardelijke vrijheidsstraf met reclasseringscontact onder toezicht van de William Schrikker Groep binnen de maatregel Hulp en Steun, waarbij verdachte zich dient te houden aan de voorwaarden van de hulpverlenende instanties, ook als dat behandeling bij een forensisch psychiatrische kliniek inhoudt, zoals bijvoorbeeld bij de Traverse Gelderland te Eefde.
Dit advies komt op hoofdlijnen overeen met het advies van de jeugdreclassering, zoals verwoord in het rapport van de William Schrikker Jeugdreclassering d.d. 20 november 2009, opgemaakt door de heer J.J. Sterk, jeugdreclasseringswerker.
De rechtbank acht, alles afwegende, een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Omdat de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van minder dan waarvan in de vordering van de officier van justitie is uitgegaan, kan met deze straf, die lager is dan de officier van justitie heeft gevorderd, worden volstaan. Met de deskundigen is de rechtbank van oordeel, dat de kans aanwezig is dat zonder behandeling verdachte opnieuw soortgelijke misdrijven zal plegen. De rechtbank zal daarom verplicht reclasseringscontact opleggen, ook indien dit behandeling bij de Traverse Gelderland, centrum voor ambulante forensische psychiatrie, inhoudt.
7. De benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde], als wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer], vordert een schadevergoeding van € 5.317,70, waarvan € 4.500,00 ter zake van immateriële schade en € 817,70 ter zake van materiële schade.
Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat aan [slachtoffer] rechtstreeks schade is toegebracht door het ten aanzien van verdachte onder 1 bewezen verklaarde feit.
De immateriële schade wordt naar billijkheid vastgesteld op € 1.000,-.
Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering omdat de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Voor dat deel kan de benadeelde partij haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
8. De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 36f, 77a, 77g, 77i, 77v, 77x, 77y, 77z, 77aa en 245 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9. De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 2 primair, 2 subsidiair, 3 primair en 3 subsidiair tenlastegelegde feiten;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat telkens meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5.1 genoemde strafbare feiten oplevert;
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 123 dagen, waarvan 50 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte in het kader van de maatregel Hulp en Steun zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de hem door of namens William Schrikker Jeugdreclassering te geven aanwijzingen, zolang die instelling dat nodig acht, ook indien dit behandeling bij de Traverse Gelderland te Eefde, forensisch psychiatrische kliniek, of een soortgelijke instelling, inhoudt;
* met opdracht aan voornoemde instelling de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde jeugddetentie;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde], als wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer] van € 1.000,00, ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde], als wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer], € 1.000,00 te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Voorlopige hechtenis
- heft op het – reeds geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop dit vonnis onherroepelijk is geworden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Kruijff-Bronsing, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. J.R. Krol en mr. L. Bakker-Splinter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.A. van Wageningen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 februari 2010.