ECLI:NL:RBUTR:2010:BM4253
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.C. Hagedoorn
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot voeging van gedingen in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 12 mei 2010 uitspraak gedaan in een incident waarbij de gedaagde, aangeduid als [gedaagde], verzocht om voeging van een geding dat was ingeleid met een dagvaarding met een andere procedure die was ingeleid met een verzoekschrift. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) voeging alleen mogelijk is voor gedingen die beide zijn ingeleid met een dagvaarding. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verzoekschriftprocedure niet kan worden gevoegd bij de dagvaardingsprocedure, omdat deze onder verschillende bepalingen van het Rv vallen. De rechtbank heeft echter erkend dat gelijktijdige behandeling van beide procedures wenselijk is om proceseconomie te bevorderen en tegenstrijdige uitspraken te voorkomen. Desondanks heeft de rechtbank de incidentele vordering van [gedaagde] afgewezen, omdat de voeging niet mogelijk was volgens de wet. De rechtbank heeft [gedaagde] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident, die zijn begroot op € 452,-. De hoofdzaak zal opnieuw op de rol komen voor conclusie van antwoord op 23 juni 2010.