ECLI:NL:RBUTR:2010:BM4639

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
12 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
284161 / FA RK 10-1660, 284166 / FA RK 10-1661, 284168 / FA RK 10-1663
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ouderschapsplan en gezamenlijk gezag na beëindiging van de samenleving

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 12 mei 2010 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende het gezamenlijk gezag van verzoekers over hun drie minderjarige kinderen. Verzoekers, een moeder en een vader, hebben een relatie gehad waaruit drie kinderen zijn geboren. Het gezamenlijk gezag is geregistreerd, maar verzoekers hebben nagelaten een ouderschapsplan op te stellen, zoals vereist door artikel 1:247a van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks het ingediende verzoek op basis van artikel 1:253a lid 2 BW, verzoekers niet voldaan hebben aan hun verplichting om een ouderschapsplan op te stellen. Hierdoor heeft de rechtbank besloten om de beslissing op het verzoek ambtshalve aan te houden, totdat verzoekers aan deze verplichting hebben voldaan. De beschikking is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft een pro forma aanhouding tot 12 augustus 2010 ingesteld, zodat verzoekers de gelegenheid krijgen om het ouderschapsplan op te stellen en in te dienen. De advocaat van verzoekers, mr. L.M. Bongers, is verantwoordelijk voor het informeren van de rechtbank over de voortgang van deze zaak voor de gestelde datum.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rekestnummer: 284161 / FA RK 10-1660 Hoofdverblijfplaats
284166 / FA RK 10-1661 Zorgregeling
284168 / FA RK 10-1663 Kinderalimentatie
Beschikking van 12 mei 2010
in de zaak van
1. [moeder],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de moeder,
2. [vader],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de vader,
verzoekers,
advocaat mr. L.M. Bongers
1. Verloop van de procedure
Verzoekers hebben bij deze rechtbank een verzoekschrift ingediend.
2. Vaststaande feiten
Verzoekers hebben een relatie gehad. Uit deze relatie zijn de navolgende minderjarige kinderen geboren: [minderjarige 1], op [2001] te [geboorteplaats], [minderjarige 2], op [2003] te [geboorteplaats], en [minderjarige 3], op [2006] te [geboorteplaats]. De vader heeft de kinderen erkend. Verzoekers zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
3. Beoordeling van het verzochte
Blijkens het overgelegde uittreksel uit het gezagsregister is op verzoek van verzoekers conform artikel 1:252 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) het gezamenlijk gezag in het register aangetekend. Verzoekers zijn dus gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen. Uit artikel 1:247a BW volgt, dat indien een aantekening als bedoeld in artikel 1:252 lid 1 BW is geplaatst en de ouders (lees in deze zaak: verzoekers) hun samenleving beëindigen, zij een ouderschapsplan opstellen als bedoeld in artikel 815 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Uit de stukken blijkt niet dat verzoekers een ouderschapsplan hebben opgesteld. Nu verzoekers een verzoek hebben ingediend op grond van artikel 1:253a lid 2 BW en zij kennelijk niet aan de verplichting van artikel 1:247a BW hebben voldaan (terwijl niet blijkt dat het belang van de kinderen zich verzet tegen aanhouding), moet de rechtbank op grond van artikel 1:253a lid 3 BW de beslissing op het verzoek ambtshalve aanhouden, totdat verzoekers aan hun verplichting hebben voldaan.
4. Beslissing
De rechtbank houdt de beslissing op het verzoek PRO FORMA aan tot 12 augustus 2010 ten einde verzoekers in de gelegenheid te stellen een ouderschapsplan op te stellen en over te leggen.
De advocaat van verzoekers dient de rechtbank voor deze datum te berichten over de stand van zaken.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A. Gerritse, (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. N.E.A. Margadant, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2010.?