ECLI:NL:RBUTR:2010:BM8006

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
16 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200466 / HA ZA 05-1824
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Eelkema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake arbeidsongeschiktheidsverzekering en inkomensderving

In deze zaak, die voor de Rechtbank Utrecht is behandeld, gaat het om een geschil tussen Gemcast Beheer B.V. en N.V. Amersfoortse Levensverzekering Maatschappij over de uitkering van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. De rechtbank heeft op 16 juni 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, die is geregistreerd onder het rolnummer 200466 / HA ZA 05-1824. De kern van het geschil betreft de vraag of de arbeidsdeskundige kan vaststellen of de verzekerde inkomen derft als gevolg van arbeidsongeschiktheid, zoals vereist door artikel 3 van de aanvullende voorwaarden van de verzekering. De rechtbank heeft vastgesteld dat volgens artikel 7:925 lid 1 BW een verzekeringsovereenkomst kan worden gekwalificeerd als schadeverzekering of sommenverzekering. In dit geval is het een sommenverzekering, waarbij de uitkering niet afhankelijk is van de mate van inkomensderving, maar van de mate van arbeidsongeschiktheid. De rechtbank heeft de formulering van artikel 3 van de aanvullende voorwaarden geanalyseerd en geconcludeerd dat de uitkering niet afhankelijk is van de derving van inkomen. Dit betekent dat de verzekerde niet hoeft te vrezen dat de uitkering pas plaatsvindt bij daadwerkelijke inkomensderving. De rechtbank heeft ook de benoeming van verschillende deskundigen geregeld, waaronder orthopedische, psychiatrische en dermatologische deskundigen, om de medische situatie van de verzekerde te beoordelen. De rechtbank heeft de deskundigen opgedragen om hun bevindingen en conclusies schriftelijk vast te leggen en aan de rechtbank te overleggen. De verdere procedure is vastgesteld, waarbij de deskundigen binnen drie maanden hun rapporten moeten indienen. De rechtbank heeft ook bepaald dat Gemcast het voorschot voor de kosten van de deskundigen moet deponeren. De zaak zal opnieuw op de rol worden geplaatst na ontvangst van de deskundigenberichten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 200466 / HA ZA 05-1824
Vonnis van 16 juni 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEMCAST BEHEER B.V.,
gevestigd te Bergen op Zoom,
eiseres,
advocaat: mr. J. van Ravenhorst,
tegen
de naamloze vennootschap
N.V. AMERSFOORTSE LEVENSVERZEKERING MAATSCHAPPIJ,
gevestigd te Amersfoort,
gedaagde,
advocaat: mr. J.M. van Noort.
Partijen zullen hierna Gemcast en De Amersfoortse genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 oktober 2009;
- akte aan de zijde van De Amersfoortse van 18 november 2009;
- akte aan de zijde van Gemcast van 2 december 2009;
- akte aan de zijde van De Amersfoortse van 2 december 2009.
Terwijl de zaak voor vonnis stond is geen van beide door partijen voorgestelde dermatologen bereid gevonden onderzoek te verrichten. Partijen hebben zich bij akte uitgelaten over de alsdan te benoemen dermatoloog.
Het verloop van de procedure is voortgezet als volgt:
- akte aan de zijde van Gemcast van 19 mei 2010;
- akte aan de zijde van De Amersfoortse van 19 mei 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. In het tussenvonnis van 7 oktober 2009 is het gezamenlijk verzoek van partijen om eerst (een) medische onderzoek(en) te laten plaatsvinden om vervolgens een verzekeringsgeneeskundige en daarna een arbeidsdeskundige te benoemen ingewilligd. Verder is in dit tussenvonnis aangegeven dat het uitgangspunt is dat alle deskundigen in het volgende tussenvonnis zullen worden benoemd. Partijen hebben de gelegenheid gekregen zich hierover nader uit te laten.
2.2. Partijen zijn het erover eens dat een orthopedisch, een psychiatrisch, een internistisch/urologisch en een dermatologisch onderzoek dienen plaats te vinden. Partijen zijn het er ook over eens dat, nadat de hiervoor genoemde onderzoeken zijn verricht, een verzekeringsgeneeskundige en vervolgens een arbeidsdeskundige een onderzoek zullen verrichten.
2.3. Gemcast heeft de kanttekening geplaatst dat de orthopeed, de psychiater, de internist/uroloog en de dermatoloog (hierna te noemen: de medisch deskundigen) moeten kunnen beschikken over alle relevante medische informatie. De rechtbank zal bepalen dat Gemcast een afschrift van de processtukken aan alle deskundigen dient te zenden, zodat zij hierover kunnen beschikken. Voor het overige is het aan de (medisch) deskundigen om te bepalen of zij nog nadere informatie willen (opvragen). De rechtbank gaat ervan uit dat partijen hieraan in dat geval hun medewerking zullen verlenen.
2.4. De griffier zal een afschrift van dit vonnis rechtstreeks aan ieder van de deskundigen zenden. De griffier zal verder de door de medisch deskundigen vervaardigde deskundigenberichten na ontvangst aan de verzekeringsgeneeskundige zenden, vervolgens zal de griffier het door de verzekeringsgeneeskundige vervaardigde deskundigenbericht na ontvangst aan de arbeidsdeskundige zenden.
Medisch deskundigen
2.5. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de persoon van de te benoemen orthopedisch deskundige. De Amersfoortse heeft aangegeven dat zij zich, om haar moverende redenen, niet kan verenigen met de door Gemcast voorgestelde deskundigen Van Laarhoven, verbonden aan het Tweestedenziekenhuis te Tilburg, en De Waal Malefijt, verbonden aan het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg.
De rechtbank heeft, met inachtneming van hetgeen De Amersfoortse in haar akte heeft aangegeven, een deskundige op het gebied van orthopedie gezocht. Benoemd zal worden drs. H.J. Hoekstra, verbonden aan het St. Anna Ziekenhuis te Geldrop, als orthopedisch deskundige.
2.6. De Amersfoortse heeft in haar akte van 2 december 2009 aangegeven dat zij akkoord gaat met benoeming van de door Gemcast voorgestelde psychiater, drs. J.J.D. Tilanus, verbonden aan het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg, als deskundige. In de akte van Gemcast van diezelfde datum staat dit niet vermeld. Nu Gemcast nadien op de rol niet heeft aangegeven hiertegen nog bij akte te willen protesteren gaat de rechtbank uit van de overeenstemming van partijen op dit punt. De rechtbank zal drs. J.J.D. Tilanus als psychiatrisch deskundige benoemen.
2.7. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de persoon van de te benoemen internist/uroloog. Daarom heeft de rechtbank een internist/uroloog gezocht en benaderd. Deze heeft zich bereid en in staat verklaard vragen in deze procedure te beantwoorden. Benoemd zal worden dr. P.J.M. Kil, verbonden aan het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg, als internistisch c.q. urologisch deskundige.
2.8. De Amersfoortse heeft in haar akte van 2 december 2009 aangegeven dat zij akkoord gaat met benoeming van een van de door Gemcast voorgestelde dermatologen, M.T. Bastiaens of J.O.S.E. Dankerlui, beiden verbonden aan het Tweestedenziekenhuis te Tilburg, als dermatologisch deskundige. In de akte van Gemcast van diezelfde datum staat dit niet vermeld. Nu Gemcast nadien op de rol niet heeft aangegeven hiertegen nog bij akte te willen protesteren is de rechtbank uitgegaan van de overeenstemming van partijen op dit punt. Beide hiervoor genoemde dermatologen zijn niet bereid gevonden onderzoek te verrichten. Derhalve heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gegeven bij akte uit te laten over de persoon van de alsdan te benoemen dermatoloog. Partijen hebben hier, na hiertoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen overeenstemming over bereikt. Daarom heeft de rechtbank een dermatoloog gezocht en benaderd. Deze heeft zich bereid en in staat verklaard vragen in deze procedure te beantwoorden.
De rechtbank zal prof. dr. H.A.M. Neumann, verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam, vanwege zijn beschikbaarheid, als zodanig benoemen.
Vragen aan de medisch deskundigen
2.9. Wat betreft de aan de medisch deskundigen te stellen vragen heeft De Amersfoortse vijf vragen voorgesteld in haar akte van 18 november 2009. Gemcast heeft ingestemd met de vraagstelling. De rechtbank is akkoord met de voorgestelde vraagstelling en zal, onder toevoeging van een algemene slotvraag naar overige van belang zijnde opmerkingen, aan de orthopeed, de psychiater, de internist/uroloog en de dermatoloog de volgende vragen voorleggen:
1. Wat zijn uw bevindingen en hoe luidt uw diagnose?
2. Welke beperkingen stelt betrokkene te ondervinden bij de beroepsuitoefening, bij activiteiten van het dagelijks leven en in de vrijetijdsbesteding?
3. Indien u stoornissen in relatie tot ziekte heeft vastgesteld, welke medische beperkingen zijn daarvan het gevolg? Indien deze beperkingen in de loop der tijd zijn gewijzigd, welke wijziging trad dan op en met ingang van welke datum?
4. Wat zijn uw eventuele therapeutische overwegingen?
5. Hoe ziet u de prognose?
6. Heeft u voor het overige nog op- of aanmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?
2.10. Indien een medisch deskundige van mening is dat in het procesdossier medische informatie ontbreekt die van belang is voor zijn oordeelsvorming, staat het hem vrij deze informatie zelf op te vragen bij Gemcast, dan wel schriftelijk op te vragen bij de behandelend en beoordelend arts. Indien een medisch deskundige overgaat tot het opvragen van medische informatie, dan wordt hem verzocht in zijn rapport duidelijk aan te geven welke informatie hij heeft opgevraagd, welke informatie hij heeft ontvangen en bij wie deze informatie is opgevraagd.
Verzekeringsgeneeskundige
2.11. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de persoon van de te benoemen verzekeringsgeneeskundige. Daarom heeft de rechtbank een verzekeringsgeneeskundige gezocht en benaderd. Deze heeft zich bereid en in staat verklaard vragen in deze procedure te beantwoorden. Benoemd zal worden mr. drs. G.J. Kruithof, als verzekeringsgeneeskundige.
Vraag aan de verzekeringsgeneeskundige
2.12. Bij akte van 18 november 2009 heeft De Amersfoortse een vraag geformuleerd voor de verzekeringsgeneeskundige. Gemcast heeft ingestemd met de vraagstelling. De rechtbank sluit zich aan bij de vraagstelling, zoals geformuleerd door De Amersfoortse in haar akte van 18 november 2009. De verzekeringsgeneeskundige dient de door de medisch deskundigen op te maken rapportages tot uitgangspunt te nemen bij de beantwoording van de vraag. De vraagstelling aan de verzekeringsgeneeskundige luidt derhalve als volgt:
Wilt u, na kennis genomen te hebben van de deskundigenberichten van de diverse medici op basis van de door hen objectief op hun vakgebied vastgestelde medische beperkingen een belastbaarheidspatroon opstellen op de in uw beroepsgroep gebruikelijke wijze, bijvoorbeeld aan de hand van de zogenaamde ‘functionele mogelijkhedenlijst’?
2.13. Indien de verzekeringsgeneeskundige van mening is dat in het procesdossier medische informatie ontbreekt die van belang is voor zijn oordeelsvorming, staat het hem vrij deze informatie zelf op te vragen bij Gemcast, dan wel schriftelijk op te vragen bij de behandelend en beoordelend arts. Indien de verzekeringsgeneeskundige overgaat tot het opvragen van medische informatie, wordt hem verzocht in zijn rapport duidelijk aan te geven welke informatie hij heeft opgevraagd, welke informatie hij heeft ontvangen en bij wie deze informatie is opgevraagd.
Arbeidsdeskundige
2.14. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de persoon van de te benoemen arbeidsdeskundige. De Amersfoortse heeft in haar akte van 25 februari 2009 aangegeven dat zij, gelet op ervaringen in het verleden, bezwaar maakt tegen arbeidsdeskundige [B], gevestigd te [vestigingsplaats] en [C], gevestigd in [vestigingsplaats]. De rechtbank heeft, met inachtneming van hetgeen De Amersfoortse heeft aangegeven, een arbeidsdeskundige gezocht en benaderd. Deze heeft zich bereid en in staat verklaard vragen in deze procedure te beantwoorden. Benoemd zal worden R. de Vree, als arbeidsdeskundige.
Vragen aan de arbeidsdeskundige
2.15. In haar akte van 11 maart 2009 heeft Gemcast terecht opgemerkt dat de vraagstelling aan de medisch deskundigen, zoals deze in punt 2.1 van het tussenvonnis naar voren is gekomen, aangepast dient te worden in die zin dat de periode die genoemd moet worden loopt vanaf 1 oktober 2003. De rechtbank herstelt deze kennelijke misslag.
2.16. In haar akte van 18 november 2009 heeft De Amersfoortse een vraagstelling gehanteerd die grotendeels aansluit bij de vragen zoals deze zijn geformuleerd in het tussenvonnis van 11 februari 2009 in overweging 2.8, maar zij heeft een extra vraag opgenomen in vergelijking met de vraagstelling zoals voorgesteld door de rechtbank. Met betrekking tot deze vraag, zoals geformuleerd onder d (de vraag of de arbeidsdeskundige, indien hij arbeidsongeschiktheid aanneemt, kan bepalen of [A] inkomen derft), overweegt de rechtbank het volgende.
De reden dat De Amersfoortse deze vraag heeft voorgesteld is gelegen in haar stelling dat op grond van artikel 3 van de aanvullende voorwaarden (AO-7M) slechts recht op een uitkering bestaat indien er sprake is van inkomensderving als gevolg van arbeidsongeschiktheid.
2.17. De rechtbank stelt voorop dat volgens artikel 7:925 lid 1 BW een verzekeringsovereenkomst hetzij schadeverzekering, hetzij sommenverzekering is. Uit de wetsgeschiedenis bij artikel 7:925 lid 2 BW kan worden opgemaakt dat arbeidsongeschiktheidsverzekeringen in beginsel strekken tot vergoeding van schade, maar de daarvoor uit te keren vergoeding vooraf in de overeenkomst is vastgelegd, ongeacht of het bedrag door op geld waardeerbare schade wordt gerechtvaardigd en dat daarom in het geval van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen sprake is van een sommenverzekering. Voor de beoordeling van onderhavige zaak is van belang wat de betekenis van artikel 3 van de aanvullende voorwaarden is.
2.18. Bij de uitleg van bepalingen in de verzekeringsovereenkomst komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer op dit punt redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en wat partijen op dit punt redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Artikel 3 van de aanvullende voorwaarden bepaalt dat de verzekering tot doel heeft derving van inkomen als gevolg van arbeidsongeschiktheid te vergoeden. De rechtbank overweegt dat de formulering van artikel 3 de uitkering niet afhankelijk stelt van (de mate van) derving van inkomen nu noch uit de tekst van het artikel noch uit de overige artikelen van de aanvullende voorwaarden blijkt dat een koppeling is aangebracht tussen de uitkering enerzijds en de derving van inkomen, dan wel te lijden schade, door Gemcast anderzijds. In artikel 13.1 van de aanvullende voorwaarden is immers de hoogte van de uitkering vastgelegd en afhankelijk gesteld van de mate van arbeidsongeschiktheid en niet van de hoogte van het te derven inkomen of de te lijden schade. Gemcast hoefde er dan ook, gezien de formulering van artikel 3 en de aanvullende voorwaarden in zijn geheel bekeken, ten tijde van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst niet op bedacht te zijn dat uitkering eerst plaats zal vinden als sprake is van derving van inkomen.
2.19. Nu dit verweer van De Amersfoortse op grond van voorgaande overwegingen niet opgaat zal de vraag naar inkomensderving niet worden opgenomen in de vraagstelling aan de arbeidsdeskundige.
2.20. De arbeidsdeskundige dient zijn onderzoek te verrichten aan de hand van de resultaten van het onderzoek door de verzekeringsgeneeskundige.
2.21. De rechtbank zal -mede in het licht van hetgeen partijen daarover hebben opgemerkt en hetgeen hiervoor is overwogen- aan de arbeidsdeskundige, onder toevoeging van een algemene slotvraag naar overige van belang zijnde opmerkingen, de volgende vragen voorleggen:
1. Acht u de heer [A], op grond van de door de verzekeringsarts vastgestelde medische beperkingen,met ingang van 1 oktober 2003 arbeidsongeschikt in de zin van de polisvoorwaarden van de verzekeringen (art. 5.1 en 5.2 van AO-7M en art. 2 van de IS-7) voor de functie van directeur, uitgaande van de werkverdeling van 60% voor interne, leidinggevende werkzaamheden, 10% voor het maken van complexe gietwerken en 30% voor klantenbezoek?
2. Zo ja, in welke mate acht u de heer [A] arbeidsongeschikt?
3. Wilt u in uw rapport expliciet en gemotiveerd opnemen, wegen en beschouwen:
a) uitsplitsing van taken in de verzekerde beroepswerkzaamheden (taak/uren-analyse) per dag;
b) belasting per deeltaak;
c) taakbelasting (frequentie van de belasting en de duur van die belasting per dag).
4. Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
2.22. Indien de arbeidsdeskundige van mening is dat in het procesdossier (medische) informatie ontbreekt die van belang is voor zijn oordeelsvorming, staat het hem vrij deze informatie zelf op te vragen bij Gemcast, dan wel schriftelijk op te vragen bij de behandelend en beoordelend arts. Indien de arbeidsdeskundige overgaat tot het opvragen van (medische) informatie, dan wordt hem verzocht in zijn rapport duidelijk aan te geven welke informatie hij heeft opgevraagd, welke informatie hij heeft ontvangen en bij wie deze informatie is opgevraagd.
Beslissingen
2.23. Om organisatorische redenen zal mr. A. van Maanen worden ontheven van zijn benoeming tot rechter-commissaris. Het verdere onderzoek zal verder worden verricht onder leiding van mr. J.M. Eelkema.
2.24. Alle overige beslissingen zullen worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
het deskundigenonderzoek
3.1. beveelt een deskundigenonderzoek, eerst, en gelijktijdig, door H.J. Hoekstra, J.J.D. Tilanus, P.J.M. Kil, H.A.M. Neumann naar de in nummer ?2.9 van dit vonnis geformuleerde vragen, vervolgens door G.J. Kruithof naar de in nummer ?2.12 van dit vonnis geformuleerde vraag en vervolgens door R. de Vree naar de in nummer ?2.21 van dit vonnis geformuleerde vragen,
3.2. benoemt tot deskundigen:
­ H.J. Hoekstra,
verbonden aan het St. Anna Ziekenhuis te Geldrop,
afdeling orthopedie,
telefoon 040-286 42 78, fax 040 286 42 81,
­ J.J.D. Tilanus,
verbonden aan het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg,
afdeling psychiatrie,
telefoon 013-539 29 15, fax 013-542 73 04,
­ P.J.M. Kil,
verbonden aan het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg,
telefoon 013-539 29 26, fax 013-544 27 56,
­ H.A.M. Neumann,
verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum,
Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam,
telefoon 010-703 45 80, fax 010-703 38 22,
­ G.J. Kruithof,
[adres], [woonplaats],
telefoon [nummer], fax [nummer],
­ R. de Vree,
verbonden aan Heling en Partners B.V.,
Postbus 533, 9400 AM Assen,
telefoon 0592-39 46 46,
3.3. ontheft mr. A. van Maanen van zijn benoeming tot rechter-commissaris,
3.4. bepaalt dat het onderzoek zal worden verricht onder leiding van mr. J.M. Eelkema, die ten deze tot rechter-commissaris wordt benoemd,
de kosten
3.5. bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot terzake van de kosten van de deskundigen het volgende:
- de deskundigen dienen binnen drie weken na de datum van dit vonnis een begroting van hun kosten op te geven aan mr. J.M. Eelkema, gespecificeerd naar het aantal uren, het uurtarief en de overige kosten;
- de civiele griffie zal bedoelde opgave toezenden aan partijen;
- partijen kunnen binnen twee weken daarna bij mr. J.M. Eelkema schriftelijk bezwaar maken tegen de begroting;
- indien niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt het voorschot terzake van de kosten van de deskundigen reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundigen te begroten bedrag;
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke beslissing;
3.6. bepaalt dat Gemcast Beheer B.V. het bedrag van het voorschot ter griffie moet deponeren binnen twee weken nadat zij een daartoe strekkend betalingsverzoek van de civiele griffie heeft ontvangen,
de werkwijze van de medisch deskundigen
3.7. draagt de medisch deskundigen, ieder afzonderlijk, op een schriftelijk en met redenen omkleed bericht met een duidelijke conclusie, en een gespecificeerde einddeclaratie in te leveren ter griffie van deze rechtbank,
3.8. bepaalt de termijn waarbinnen de schriftelijke, ondertekende berichten ter griffie moeten worden ingeleverd op drie maanden na de datum van dit vonnis, met dien verstande dat de medisch deskundigen niet met het onderzoek behoeven te beginnen voordat deze van de griffie van de rechtbank bericht hebben ontvangen dat het voorschot is gedeponeerd,
3.9. schrijft de medisch deskundigen voor dat zij bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moeten stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de medisch deskundigen moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken,
3.10. bepaalt dat de medisch deskundigen een concept van hun rapport aan partijen zullen toezenden en hen in de gelegenheid zullen stellen opmerkingen over het concept te maken,
3.11. bepaalt dat uit de rapporten van de medisch deskundigen moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan terwijl in de rapporten tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen, en verzoekt de medisch deskundigen om in de rapporten te reageren op de opmerkingen van partijen over het concept,
3.12. verzoekt de medisch deskundigen in acht te nemen hetgeen is overwogen in nummer ?2.10 van dit vonnis,
de werkwijze van de verzekeringsgeneeskundige
3.13. draagt de verzekeringsgeneeskundige op een schriftelijk en met redenen omkleed bericht met een duidelijke conclusie, en een gespecificeerde einddeclaratie in te leveren ter griffie van deze rechtbank,
3.14. bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie moet worden ingeleverd voor de verzekeringsgeneeskundige op drie maanden na de datum waarop hij van de griffie de deskundigenberichten van de medisch deskundigen toegezonden heeft gekregen, met dien verstande dat de verzekeringsgeneeskundige niet met het onderzoek behoeft te beginnen voordat hij van de griffie van de rechtbank bericht heeft ontvangen dat het voorschot is gedeponeerd,
3.15. schrijft de verzekeringsgeneeskundige voor dat hij bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de verzekeringsgeneeskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken,
3.16. bepaalt dat de verzekeringsgeneeskundige een concept van het rapport aan partijen zal toezenden en hen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen over het concept te maken,
3.17. bepaalt dat uit het rapport van de verzekeringsgeneeskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan terwijl in het rapport tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen, en verzoekt de verzekeringsgeneeskundige om in het rapport te reageren op de opmerkingen van partijen over de concepten,
3.18. verzoekt de verzekeringsgeneeskundige in acht te nemen hetgeen is overwogen in nummer ?2.13 van dit vonnis,
de arbeidsdeskundige
3.19. draagt de arbeidsdeskundige op een schriftelijk en met redenen omkleed bericht met een duidelijke conclusie, en een gespecificeerde einddeclaratie in te leveren ter griffie van deze rechtbank,
3.20. bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie moet worden ingeleverd voor de arbeidsdeskundige op drie maanden na de datum waarop hij van de griffie het deskundigenbericht van de verzekeringsdeskundige toegezonden heeft gekregen, met dien verstande dat de arbeidsdeskundige niet met het onderzoek behoeft te beginnen voordat hij van de griffie van de rechtbank bericht heeft ontvangen dat het voorschot is gedeponeerd,
3.21. schrijft de arbeidsdeskundige voor dat hij bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de arbeidsdeskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken,
3.22. bepaalt dat de arbeidsdeskundige een concept van het rapport aan partijen zal toezenden en hen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen over het concept te maken,
3.23. bepaalt dat uit het rapport van de arbeidsdeskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan terwijl in het rapport tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen, en verzoekt de arbeidsdeskundige om in het rapport te reageren op de opmerkingen van partijen over de concepten,
3.24. verzoekt de arbeidsdeskundige in acht te nemen hetgeen is overwogen in nummer ?2.22 van dit vonnis,
de overige beslissingen
3.25. draagt de griffier op een afschrift van dit vonnis toe te zenden aan ieder van de deskundigen,
3.26. draagt de griffier op om direct na ontvangst van het laatste van alle deskundigenberichten van de benoemde medisch deskundigen, alle deskundigenberichten gezamenlijk aan de benoemde verzekeringsgeneeskundige te zenden, en om het schriftelijk deskundigenbericht van de verzekeringsdeskundige direct na ontvangst aan de benoemde arbeidsdeskundige te zenden,
3.27. draagt de griffier op om na inlevering van het schriftelijk deskundigenbericht door de arbeidsdeskundige de zaak op een termijn van vier weken weer op de rol te plaatsen voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Gemcast en om partijen daarvan bericht te doen,
3.28. bepaalt dat de verdere processtukken binnen één week na de datum van dit vonnis aan de deskundigen dienen te worden toegezonden door Gemcast,
3.29. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Eelkema en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2010.