ECLI:NL:RBUTR:2010:BN0038
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.P. den Otter
- M.H.L. Schoenmakers
- A. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in geweldszaak tegen 14-jarige jongen
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 20 april 2010 door de Rechtbank Utrecht werd behandeld, stond de verdachte terecht voor het beroven van een 14-jarige jongen van zijn CJP-pas en het bedreigen van een andere jongen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De officier van justitie had zich gebaseerd op twee aangiften en de verklaring van een getuige, maar de rechtbank vond dat de verklaringen van de aangevers niet voldoende waren om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet de intentie had om de CJP-pas weg te nemen, aangezien hij deze vrijwel direct had teruggegeven. Ook de bedreiging van de andere jongen werd niet door ander bewijs ondersteund. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en gelastte de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende. Dit vonnis werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 april 2010, waarbij de rechtbank de vrijspraak motiveerde door te stellen dat de wederrechtelijkheid ontbrak en dat de verklaringen van de aangevers tegenstrijdig waren.