ECLI:NL:RBUTR:2010:BO1077
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens nieuwe schuld
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 oktober 2010 uitspraak gedaan in het kader van een tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar, geboren in 1963. De schuldenaar had een nieuwe schuld van € 6.003,99 bij het UWV, voortkomend uit een terugvordering van te veel ontvangen WW-uitkering. De schuldenaar ontving een WW-uitkering en had deze nog enkele maanden ontvangen na zijn herintrede op de arbeidsmarkt op 1 september 2009. Ondanks een afbetaling van € 2.000,00 in januari 2010 en een betalingsregeling van € 70,00 per maand, was het niet haalbaar om de nieuwe schuld binnen de resterende looptijd van de schuldsaneringsregeling af te betalen. De bewindvoerder heeft daarom verzocht om de tussentijdse beëindiging van de regeling.
Tijdens de terechtzitting op 11 oktober 2010 was alleen de waarnemend bewindvoerder, de heer [X], aanwezig. De rechtbank heeft de schuldenaar opgeroepen op het adres dat bij de gemeentelijke basisadministratie bekend was. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar behoorlijk was opgeroepen, ook al was hij niet verschenen. Hierdoor kon de zaak behandeld worden. De rechtbank nam de stellingen van de bewindvoerder als vaststaand aan, aangezien de schuldenaar geen verweer had gevoerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar een bovenmatige schuld heeft laten ontstaan gedurende de looptijd van de schuldsaneringsregeling. Dit leidde tot de conclusie dat er aanleiding was om de toepassing van de schuldsaneringsregeling te beëindigen op grond van artikel 350 lid 3 sub d van de Faillissementswet. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de schuldenaar van rechtswege in staat van faillissement zal verkeren zodra het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. De rechtbank heeft het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 699,50 exclusief btw, en heeft de curator opdracht gegeven om aan schuldenaar gerichte brieven en telegrammen te openen.